Tag Archives: woningmarkt

“Groot onderhoud aan flats gaat zorgen voor veel lager energielabel”

Gepubliceerd op

Renovatiepartners Smits Vastgoedzorg en TBI-onderneming ERA Contour gaan in Rotterdam aan de slag met groot onderhoud aan drie ERA-flats. Het gaat in eerste instantie om 156 galerijwoningen van een flatgebouw van Woonstad Rotterdam (Viervantflat). Daarna worden nog twee flats met 352 flatwoningen aangepakt (Lewis & Eliotflat). Het groot onderhoud richt zich enerzijds op het verbeteren van de energieprestatie van de flats maar ook op wooncomfort, gezondheid, veiligheid en de uitstraling.

Hans van der Krogt, directeur van Smits Vastgoedzorg: “De Viervantflat heeft na het groot onderhoud straks een veel lager energielabel. Dat krijgen we voor elkaar door slimme maatregelen te nemen zoals het vervangen van de huidige beglazing in HR++-glas, door dak-, gevel- en vloerisolatie toe te passen en de flat aan te sluiten op stadsverwarming. De Viervantflat krijgt, naar het ontwerp van A3 architecten, vernieuwde kopgevels en hoofdentree. Het hout- en betonwerk wordt geschilderd en krijgt een nieuwe, moderne uitstraling. Ook de keukens, badkamers en toiletten worden vervangen. Wat betreft gezondheid en veiligheid zijn ook de nodige maatregelen genomen zoals asbestsanering. De toegang voldoet aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Bij de Lewis & Eliotflat worden dezelfde maatregelen genomen als bij de Viervantflat met aanvullend het plaatsen van pv-panelen. De huidige dichte hekwerken worden vervangen door open hekwerken en de draaiende delen worden in frisse, vrolijke kleuren geschilderd.

Wie Rotterdam Ommoord of Alexanderpolder binnenkomt ziet de beeldbepalende ERAflats al snel. In de jaren ’60 en ’70 zijn ze door ERA gebouwd om grote gaten te vullen in de naoorlogse woningnood. De 63 ERAflats, waarvan Rotterdam er 22 telt, bieden verspreid over Nederland onderdak aan ruim 11.000 huishoudens. Ze zijn het resultaat van een slimme engineering en een industrieel bouwproces met veel aandacht voor woonkwaliteit voor de bewoners. De ERAflat is het eerste woonconcept wat het voor de woonconsument mogelijk maakte om een woning op maat te maken.

Jurgen Weerdenburg, adjunct-directeur bij ERA Contour: “Nu zo’n 50 jaar later zijn net als de drie flats in Rotterdam een flink aantal andere flats ook aan vernieuwing toe. Omdat we de flats van jongs af aan kennen, hebben we de mogelijke ingrepen scherp op ons netvlies staan. Eerder hebben we groot onderhoud uitgevoerd aan andere ERAflats. Het is ons een eer om nu ook in Rotterdam aan de slag te gaan met het ERA-erfgoed. Tegelijkertijd kunnen andere eigenaren straks profiteren van de nieuwe ervaring die we als team opdoen bij het toekomstproof maken van deze ERAflats.” Onlangs presenteerde het team een plan van aanpak om alle ERAflats weer comfortabel, energiezuinig en helemaal up-to-date te maken.

De samenwerking tussen Smits Vastgoedzorg en ERA Contour is niet nieuw. Naast het groot onderhoud, de renovatie en het beheer van meerdere ERAflats ontwikkelden de partijen eind vorig jaar samen met andere partners het Renovatiekompas. Een gratis online rekentool waarmee onder andere woningcorporaties in een oogopslag inzicht krijgen in de kosten en baten van een renovatieproject.

Meer weten over de ERAflats? www.eraflats.nl

[related_post themes=”text”]

Bijna driekwart verkochte woningen heeft energielabel bij verkoop

Gepubliceerd op

Marktonderzoekbureau Calcasa onderzocht in hoeverre woningen, sinds de invoering van het vereenvoudigde energielabel in januari 2015, een geregistreerd label hebben bij verkoop. Hierbij is onderscheid gemaakt naar woningtype, bouwjaar en prijsklasse. Van de 7,6 miljoen woningen in Nederland hebben 2,9 miljoen een geregistreerd energielabel. Van deze geregistreerde labels zijn er de afgelopen 15 maanden 166 duizend verkocht. 27% van deze verkochte woningen heeft een C-label. Gemiddeld over alle maanden sinds januari 2015, heeft 74% van de verkochte woningen een geldig en geregistreerd label bij verkoop. Het aandeel geregistreerde en gelabelde woningen loopt wel op sinds het verplicht stellen met als sanctie bij uitblijven een boete voor de verkoper. In januari 2015 waren 55% van de verkochte woningen voorzien van een geldig gecertificeerd label. In maart 2016 is dit aandeel opgelopen naar 82%.

Calcasa onderzocht ook het effect van het energielabel op de woningwaarde sinds de invoering van het vernieuwde verplichte energielabel sinds januari 2015. De gemiddelde vierkantemeterprijzen naar woningtype en bouwjaar zijn per regio geanalyseerd. De uitkomsten laten een beeld zien van een licht aflopende gemiddelde vierkantemeterprijs. Uitzondering hierop zijn woningen in het westen van het land. Daarnaast is opmerkelijk dat bij gemiddeld 26% van alle transacties geen definitief label is afgegeven. Deze conclusie ligt in lijn met reeds eerder gerapporteerde uitkomsten van de Rekenkamer in mei. Zij concludeerden dat het vernieuwde systeem van labelen onbetrouwbaar is en het waarde-effect gering.

[related_post themes=”text”]

“Huurwoningen moeten veel sneller energiezuinig worden gemaakt”

Gepubliceerd op

NEN energiezuinigMaxime Verhagen waarschuwt in de nieuwsbrief van NEN dat huurwoningen veel sneller energiezuinig moeten worden gemaakt. “Nog 1,8 miljoen huurwoningen moet voor eind 2020 gemiddeld op energielabel B komen, volgens de afspraken in 2012. In september 2013 kwam daar het Energieakkoord overheen. Toen werd ook 400 miljoen euro vrijgemaakt voor verduurzaming. Maar bijna al dat geld ligt nu nog steeds op de plank! Er gebeurt veel te weinig”, vindt de voorzitter van Bouwend Nederland.

Acute reden voor zijn ongerustheid is dat 32% van de verhuurders in een nieuw onderzoek aangeeft dat huurwoningen in 2020 niet het gemiddelde energielabel B hebben. Verhagen put uit een nieuw onderzoek naar verduurzaming van de huurmarkt, dat werd uitgevoerd door het bureau Team Vier in opdracht van de bouw- en installatiesector.

“Het is zonneklaar dat het tempo van verduurzaming dus stevig omhoog moet”, aldus de voorman van de bouwsector. “Er is te weinig ambitie, want het geld is er. Corporaties staan er alweer beter voor dan een paar jaar geleden en die 400 miljoen ligt te verstoffen, daarmee kunnen verhuurders een deel van de investeringen krijgen: de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector, ofwel de STEP-regeling. Maar wel moeten ze eerst daadwerkelijk geïnvesteerd hebben. Corporaties die niet investeren kunnen ’t dus ook niet terugvragen en daar wringt de schoen. Dat zou anders moeten. Waarom halen we voor corporaties, die de middelen die niet kunnen vrijmaken, het STEP-geld niet naar voren? Dan hebben ze per direct de investeringsruimte om te werken aan die grote en belangrijke opgave.”

“Het houdt niet op met label B in 2020; in 2030 moet het gemiddelde label A zijn, en in 2050 energieneutraal, voor alle woningen in Nederland. Dat lijkt ver weg, maar het gaat om enorme aantallen. Er zijn dus heel serieuze stappen nodig. Nu heeft nog geen kwart van de huurhuizen label B. We willen met z’n allen een duurzamer Nederland en minder gasverbruik. Dat kan nog steeds, maar dan wel met veel meer tempo. Zoals het nu gaat, komen we er niet.”

“Corporaties hebben veel nieuwe regels gekregen, maar duidelijkheid is er nu. Het is dan ook nu hét moment om weer tot investeringen over te gaan. Voor wachten is geen reden meer. technische oplossingen zijn er, middelen zijn aanwezig. Het is zaak 400 miljoen nu versneld uit te geven en daarvoor staan de corporaties en het ministerie aan de lat.”

De Nederlandse woningcorporaties bezitten zo’n 2,4 miljoen woningen, ofwel ruim 31 procent van de hele huizenvoorraad. Bijna een kwart heeft A of B. Dat betekent tegelijk dat maar liefst ruim driekwart van de huurwoningen energielabel C of lager heeft. “We hebben dus nog vijf jaar om ruim een 1,8 miljoen huurwoningen zuiniger te maken”, aldus Verhagen.

“Technisch is er veel mogelijk, dat is de moeilijkheid niet bij verduurzamen”, weet Verhagen. “Een of meer labelstappen, direct renoveren naar Nul-Op-De-Meter of sloop en zeer energiezuinige nieuwbouw. Wat nuttig en haalbaar is, verschilt per corporatie en zelfs per woningblok, maar we mogen bij deze gigantische, belangrijke opgave niet gehinderd worden. Integendeel!’

(Bron: NEN)

De nieuwbouw van woningen is de motor achter herstel in de gehele bouwketen. Het herstel in de utiliteitsbouw en de grond-, weg- en waterbouw (gww) is gematigder. Dit blijkt uit de Monitor Bouwketen najaar 2015. De orderportefeuille is in vergelijking met de conjunctuurmeting van een halfjaar geleden met gemiddeld een tiende maand toegenomen tot 6,1 maanden. Ondernemers zijn ook positief over de ontwikkeling van de omzet en het prijsniveau.  Het herstel vertaalt zich naar verwachting voor het eerst sinds lange tijd in een  groei van de werkgelegenheid.

Ieder halfjaar publiceren de BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en Uneto-VNI de Monitor Bouwketen, die de actuele stand van zaken in de bouwkolom weergeeft. De voorgaande editie van de Monitor in mei liet al een voorzichtig herstel zien en nu blijkt dat de conjunctuur verder verbetert.   De orderportefeuille voor installatiebedrijven is met een tiende maand afgenomen. Per saldo wordt een omzetstijging verwacht. De werkgelegenheidsverwachting is ten opzichte van een half jaar geleden sterk verbeterd. Per saldo verwacht iets minder dan een op de drie installatiebedrijven een stijging van de tarieven. Per saldo is de omzetverwachting over de hele linie positiever dan een half jaar geleden.

Voor mee informatie: www.uneto-vni.nl

renovatieHet afgelopen half jaar heeft een kwart van de Nederlanders een klus uitbesteed. Dit is een flinke stijging vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. In Zeeland zijn de meeste klussen uitbesteed. Dit blijkt uit de Klusmonitor, uitgevoerd door MarketResponse onder 1.033 Nederlanders, in opdracht van Werkspot.nl, de website die vakman en klus bij elkaar brengt.

Afgelopen kwartaal is het aantal klussen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar met 33 procent gestegen. Dat zijn 800.000 extra klussen. Volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars zijn er meer huizen verkocht in het tweede kwartaal van dit jaar en dat zorgt mede voor een aantrekkende klusmarkt.

Tuinklussen, zoals de aanleg en het onderhoud van de tuin, zijn het meest populair om uit te besteden. Opvallend is dat er dit keer meer tuin- dan schilderklussen zijn uitbesteed. Verder is het aantal stucopdrachten ten opzichte van vorig kwartaal verdubbeld. 10 procent van de klussen heeft een kluswaarde tussen de 2.001 en 5.001 euro en 9 procent zelfs boven de 5.000 euro. In Zeeland en Noord-Holland zijn in totaal de meeste klussen uitbesteed.

Voor meer informatie: www.werkspot.nl

vervangenHet op grotere schaal vervangen van oudere huizen door duurzame energieneutrale woningen kan een substantiële bijdrage leveren aan de doelstellingen in het Energieakkoord. Dankzij innovatie in de bouwindustrie kunnen oude woningen nu binnen 1-6 weken worden vervangen door comfortabele, energiezuinige nieuwe huizen. Als gedateerde woningen met een EFG-label worden vervangen door nieuwe energiezuinige huizen kan de CO2-uitstoot uit de gebouwde omgeving fors worden teruggebracht. Tot 2050 kan 206 miljoen ton CO2-uitstoot worden vermeden en 240 petajoule aan energie worden bespaard. Dat is bijna de helft van het jaarlijks energiegebruik in de bestaande woningbouw. Dit blijkt uit onderzoek van TNO uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB).

Woningen vervangenDe voorzitter van het NVTB, Michiel Dankers, overhandigde gisteren het eindrapport aan Ed Nijpels, voorzitter van de SER-borgingscommissie Energieakkoord voor duurzame groei. Dankers liet weten dat het NVTB-initiatief breed wordt gesteund door alle bouwgerelateerde branches. Als de aanbevelingen uit het rapport worden opgevolgd kunnen de doelen van het Energieakkoord in 2020 worden gehaald dankzij de naar schatting extra 30 PJ besparing die met versnelde vervangende nieuwbouw kan worden bereikt. Concreet gaat het dan om een opschaling van 15.000 naar 45.000 woningen per jaar die vervangen gaan worden. Nijpels noemde vervangende nieuwbouw ‘een interessante optie voor woningen waar een nul-op-de-meter renovatie niet mogelijk of niet rendabel is, maar waarvan de eigenaar toch de ambitie heeft om een sprong in energie-efficiency te maken’. Vervangende nieuwbouw is ook interessant omdat deze variant zou kunnen helpen de realisatie van de doelstellingen van het Energieakkoord te versnellen. Zowel op het gebied van energiebesparing als in banengroei. Nijpels gaat het rapport van de NVTB ter beoordeling aan de Borgingscommissie voorleggen.

TNO adviseert de overheid subsidieregelingen en stimuleringsprogramma’s zoals de Stroomversnelling ook open te stellen voor duurzame vervangende nieuwbouw en opschaling te faciliteren. De overheid stimuleert woningcorporaties om oude woningen te renoveren door middel van de Step-regeling waarin €400 mln zit. Particuliere huiseigenaren kunnen voor renovatie gebruik maken van de €300 mln in het Energiebespaarfonds. Ook is er een Revolverend fonds Energiebesparing Verhuurders (€75 mln) voor renovatie van woningen naar Nul-op-de-meter. Het NVTB zou het een goede zaak vinden als die regelingen ook voor vervangende energiezuinige nieuwbouw worden opengesteld.

Vervangende nieuwbouw kan snel en zonder overlast (1-6 weken) en is in kostprijs vergelijkbaar met de huidige Nul-op-de-Meter-renovaties. De bewoner krijgt een nieuwe energiezuinige woning van hoge kwaliteit, met modern comfort, een veilig en gezond binnenklimaat. De woning en woningindeling kan geheel naar wens van de klant worden gemaakt. Door een deel van het woningbestand te vervangen kan meer variatie worden gebracht in wijken en kunnen aantrekkelijke woonmilieus worden gecreëerd.

De Nederlandse bouwindustrie wil met snelle, energiezuinige vervangende nieuwbouw een bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland. Op de website www.vervangendenieuwbouw.nl is een samenvatting van het TNO-rapport te vinden en zijn voorbeelden van vervangende nieuwbouw te bekijken. Verder is er een overzicht te vinden van een groot aantal organisaties die opschaling van duurzame vervangende nieuwbouw steunen.

Voor meer informatie: www.vervangendenieuwbouw.nl

OnderhoudNL is blij met de in de Miljoenennota voorgestelde lastenverlichting. “Dit geeft de consument meer koopkracht en sterkt z’n vertrouwen in een opwaartse economie. Daar profiteert de BV Nederland van”, zegt voorzitter Ruud Maas, “maar de woningmarkt kan nog flexibeler. Dan moet het kabinet wel het voortouw nemen in de transformatie van de vele gebouwen die leegstaan. In de Miljoenennota geeft het kabinet aan dat gemeenten, huurdersorganisaties en corporaties tot nieuwe afspraken moeten komen over het huurbeleid en een betaalbare ‘up-to-date’ woningvoorraad. Dat is mooi, tenminste als het kabinet de mogelijkheid geeft om dat in te richten.”

“Nederland kent een leegstaand van meer dan 10 miljoen vierkante meter kantoorgebouwen. Middels versoepeling van regels rond de transformatie van deze kantoren ontstaat er een verhoogde flexibiliteit van de woningmarkt die aansluit bij de flexibeler geworden arbeidsmarkt en economie. Met name onder jonge huishoudens neemt de vraag naar flexibelere woonvormen toe, staat er in de Miljoenennota”, aldus Maas.

Het kabinet heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om de werking van de woningmarkt structureel te verbeteren. Deze maatregelen stimuleren de dynamiek en doorstroming in zowel de huur- als koopsector. “Maar de bestaande bouw moet daarin wel een rol van betekenis kunnen spelen, anders haalt het kabinet haar doelstelling niet”, vervolgt Maas. De voorzitter van de 2.200 bedrijven die in dit kader gespecialiseerd zijn in totaalonderhoud, renovatie en restauratie zegt toe met een aantal koplopers op transformatie-gebied mee te willen denken.

Een ander zorgenpunt uit de Miljoenennota is wat Maas betreft de ontwikkeling op de arbeidsmarkt. “De werknemersbestanden in veel bedrijfstakken en dus ook de onze zijn ingrijpend veranderd. De wet Werk en Zekerheid speelt hierbij ook nog niet in op de seizoensgevoeligheid van onze sector, waardoor ondernemers huiverig zijn om vaste dienstverbanden aan te gaan. Daarbij komt ook de demografische vergrijzing en tekortschietende vergroening. We moeten dus komen tot afspraken over duurzame inzetbaarheid, het bijscholen of omscholen van oudere werknemers, maar wie gaat het doen: detacheerder of de ondernemer? Het liefst allebei en daar gaan wij binnenkort ook over praten met de flexsector”, besluit Maas.

Voor meer informatie: www.onderhoudNL.nl