Tag Archives: trend

Forse groei vacatures in de bouw

Gepubliceerd op

Consulting-EngineeringHet aantal vacatures voor hoogopgeleide engineers is in het eerste kwartaal gestegen met 8% ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2015. Opvallend is de forse groei van 35% in de bouw en civiele sector. De groei in vacatures is zichtbaar binnen de gehele bouwketen; van opdrachtgevers en architecten tot en met  bouwbedrijven en installateurs. Door de groei in het aantal vacatures is de aanwezige spanning op de arbeidsmarkt toegenomen. De vraag is hoger dan het aanbod, blijkt uit de arbeidsmarktanalyse van Yacht.  De groei komt in het hele land voor, zowel in woningbouw als utiliteitsbouw. In de provincies Noord-Brabant, Noord-holland en Gelderland stijgt de vraag naar hoogopgeleide technici het meest. Namelijk met 45%, 44% en 43%. Het investeringsniveau in de genoemde provincies ligt dan ook hoog.

De vraag naar hoogopgeleide bouw en civiele technici laat de laatste drie kwartalen een verschuiving in contractvormen zien. De sterke groei kenmerkt zich door een toenemende flexibilisering; de vraag naar vaste functies neemt af ten opzichte van een groeiende tijdelijke vraag. “Vaak neemt bij een herstellende economie de vraag naar vaste functies toe. Dit beperkt het snel kunnen inspelen op veranderingen in de markt. Opvallend is dat de bouw en civiele sector nog steeds kiest voor meer flexibiliteit”, aldus Ard Kistemaker Directeur Yacht Engineering.

De sterke groei in het aantal vacatures in de bouw en civiele sector biedt duidelijke carrièrekansen voor technici. Bedrijven in deze sector moeten dan ook meer aandacht aan hun aantrekkelijkheid besteden. “De sterke groei in vraag maakt dat technici in deze sector kiezen voor de meest aantrekkelijke werkgever. Dit betekent zowel het bieden van interessante projecten, maar ook oog hebben voor ontwikkeling van werknemers, investeren in opleidingen.”, aldus Kistemaker.

[related_post themes=”text”]

 

‘Er komen belangrijke veranderingen op de branche af’

Gepubliceerd op

De nieuwe trendrapportage ‘Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2016’ is beschikbaar. Jaarlijks laat OTIB (Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf) gegevens verzamelen over branche, bedrijven, werknemers, arbeidsmarkt, regulier onderwijs en scholing van werknemers. In het rapport valt te lezen dat de technische installatiebranche de afgelopen jaren nog had te maken met de naweeën van de recessie. Maar de afnemende werkgelegenheid lijkt zich nu aarzelend weer te herstellen. De inflatie is laag, de werkgelegenheid neemt enigszins toe, de werkloosheid daalt licht. Daarnaast komt er een aantal belangrijke veranderingen op de technische installatiebranche af. Nieuwe technologie maakt vernieuwingen mogelijk van producten en diensten, die snel op groter schaal lijken door te gaan dringen. De economie wordt steeds internationaler, hetgeen vooral voor landen met een open economie zoals Nederland nieuwe kansen biedt. De ecologie legt in economisch opzicht steeds meer gewicht in de schaal: verduurzaming, duurzaam produceren en duurzaam bouwen worden steeds belangrijker, ook binnen de technische installatiebranche. Ten slotte is er het effect van de demografie: ontgroening en vergrijzing worden steeds zichtbaarder in de branche en kunnen in de toekomst tot personeelstekorten gaan leiden.

Ook in de technische installatiebranche blijven het uiteindelijk de mensen die het werk moeten (laten) doen, zo meldt het rapport. Deze ontwikkelingen zullen een forse impact hebben op de branche. Niet alleen op de werkgelegenheid zelf, maar ook op de inhoud en organisatie van het werk. Dat zal betekenen dat er andere eisen worden gesteld aan de vakmensen.  Voor het vakmanschap zijn technologische ontwikkelingen, met name de toenemende integratie van ict-toepassingen in technische producten en systemen door bijvoorbeeld automatisering en robotisering van groot belang.

De opeenvolgende technologische ontwikkelingen hebben geleid tot economische groei en groei van werkgelegenheid. In eerste instantie is daarbij vooral ongeschoolde of laaggeschoolde, fysieke arbeid gemechaniseerd en geautomatiseerd, waardoor er sprake was van ‘upgrading’ van de werkgelegenheid. De vraag naar hoger opgeleiden nam toe ten koste van die naar laag opgeleiden. Deze vraag steeg ook sneller dan het aanbod van hoger opgeleiden. Ondanks dat er de laatste jaren een grote toename is te zien van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, is de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden krap gebleven.

Technologische ontwikkelingen zijn volgens het trendrapport ook steeds meer gaan doorwerken in het middensegment van de arbeidsmarkt, ook in technische beroepen die traditioneel door geschoolde vakkrachten worden uitgeoefend. Veel beroepen in het middensegment bestaan voor een groot deel uit routinematige taken die inmiddels eenvoudig te automatiseren zijn waardoor juist hier werkgelegenheid verdwijnt. Tegelijkertijd is er met de sterke groei van de dienstensector weer nieuwe werkgelegenheid in het lagere segment ontstaan, waarbij het vaak om beroepen gaat die niet geautomatiseerd kunnen worden. De banengroei vindt dus vooral plaats aan de onderkant en aan de bovenkant van de arbeidsmarkt.

Het hele trendrapport is hier te downloaden

Meer dan helft technische bedrijven verwacht dit jaar omzetgroei

Gepubliceerd op

TechBarometerDe Nederlandse technische sector is positief gestemd over het jaar 2016. Iets meer dan de helft van alle technische bedrijven verwacht dat de omzet dit jaar groeit (51%). Deze groei is al ingezet in 2015: 45 procent van de technici geeft aan dat de omzet vorig jaar gestegen is. ROVC publiceert deze cijfers vandaag in de ROVC TechBarometer: een onderzoek uitgevoerd onder 1.231 respondenten uit de industrie en utiliteitsbouw. Het rapport geeft inzicht in markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek. Om economische groei te realiseren, geeft 29 procent van de respondenten aan verbetermethodes te implementeren. Denk hierbij aan methodes als Lean, Six Sigma of WCM, die allen werkprocessen verbeteren. Het innoveren met producten of diensten staat op nummer twee (28%). De derde plaats wordt in beslag genomen door het opleiden van medewerkers om zo de bedrijfsresultaten te optimaliseren (22%).

De respondenten werd ook gevraagd naar de belangrijkste ontwikkelingen voor hun organisatie de komende drie jaar. Allround inzetbaarheid van technici blijkt met afstand de belangrijkste ontwikkeling (50%). Dit betekent dat er vooral vraag is naar technische medewerkers die meer dan één vakgebied beheersen en multi-inzetbaar zijn. 18 procent van de respondenten geeft daarnaast aan automatisering belangrijk te vinden, zowel nu als in de toekomst. Verder wordt het borgen en bijbrengen van kennis en kunde gekenmerkt als één van de belangrijkste huidige ontwikkelingen (15%). 18 procent geeft tevens aan dat dit de komende jaren ook een belangrijk onderwerp blijft.

John Huizing, algemeen directeur van ROVC: “Wanneer het goed gaat met de technische sector, gaat het ook goed met Nederland. Bijna een vijfde van de beroepsbevolking heeft namelijk een technisch beroep. Daarnaast is de technische branche verantwoordelijk voor een groot deel van de Nederlandse export. Dit betekent wel dat we voor nieuwe uitdagingen komen te staan. 2016 wordt het jaar van allround inzetbaarheid. Dit kan echter alleen gerealiseerd worden als technische bedrijven investeren in kennis en kunde.”

De ROVC TechBarometer geeft naast deze resultaten inzicht in overige, relevante trends in de techniek. Het rapport is gratis aan te vragen via de volgende link: www.rovc.nl/techbarometer.

[related_post themes=”text”]

zzpZzp’ers zijn positief over het komende jaar. De helft verwacht dat de omzet stabiel blijft in 2016 en nog eens een derde verwacht een stijging. Ook het enthousiasme om te ondernemen blijft groot; acht op de tien zzp’ers geven aan in de komende drie jaar zeker zzp’er te willen blijven.

Ondanks het vertrouwen neemt de gemiddelde omzet al een paar jaar af: van de groep die de omzet prijsgeeft, zit ruim de helft onder de 50.000 euro. Ook de financiële buffers nemen af – een derde van de zzp’ers heeft een privé vermogen van minder dan 25.000 euro.

Dit blijkt uit het GfK onderzoek ‘ Alles over…zzp’ dat gehouden is  onder zelfstandigen zonder personeel naar hun wensen, behoeften, houding en gedrag ten aanzien van financieel advies, verzekeringen, bankzaken en pensioen.

Een kwart van de zzp’ers heeft het gevoel niet alle benodigde zakelijke verzekeringen te hebben afgesloten. Ook heeft lang niet elke zzp’er zelf iets geregeld voor het pensioen. Geldgebrek is hier vaak de voornaamste reden voor. De eventuele verplichtstelling van pensioensparen wordt binnen de groep zzp’ers dan ook met gemengde gevoelens bekeken.

Bijna een derde van de zzp’ers (30%) gebruikt de assurantietussenpersoon bij het inwinnen van informatie over zakelijke verzekeringen. Vorig jaar was dit nog 38%, de assurantietussenpersoon verliest als informatiebron dus wel aan populariteit. Andere belangrijke bronnen zijn het zakelijke en privé netwerk en de accountant/boekhouder. Een kwart maakt helemaal geen gebruik van adviseurs, maar zoekt zelf naar informatie.

Banken en verzekeraars genieten nog steeds niet veel vertrouwen. Slechts een kleine groep zzp’ers vindt dat je er goed terecht kunt voor advies, dat het productaanbod aansluit op de behoeften en dat banken en verzekeraars vertrouwen verdienen. Iets meer vertrouwen hebben zzp’ers in financiële adviseurs, bijna een derde (29%) vindt dat hij/zij voor financiële zaken voor de onderneming goed terecht kan bij financiële adviseurs.

In december 2015 bracht GfK voor de vijfde keer het multiclient rapport Alles over…zzp uit. Sinds 2014 wordt voor het rapport naast een adhoc onderzoek onder circa 600 zzp’ers die minimaal 20 uur per week werkzaam zijn als zzp’er, gebruik gemaakt van de GfK onderzoeken: Totaal Onderzoek Financiële diensten Zakelijk (portefeuille) en Totaal Onderzoek Financiële diensten Tracker Zakelijk (productie).

Voor meer informatie: www.gfk.com/nl

Warmtepomp, cv-ketel? Of toch liever hybride?

Gepubliceerd op

Blijven we woningen, kantoren en andere gebouwen tot in lengte van dagen verwarmen met gas? Of gaan we naar het all electric gebouw, dat dankzij nieuwe technieken, gevoed door groene stroom, volledig energieneutraal is? Exposanten op de VSK 2016 (van 2 – 5 februari 2016 in de Jaarbeurs in Utrecht) laten zien dat op beide fronten innovaties hoogtij vieren.

Begin 2015 is de EPC waarde van een woning al fors teruggebracht van 0,6 naar 0,4. Over amper vier jaar moeten nieuwe woningen bijna energieneutraal zijn. Ze mogen dan nog slechts net zoveel energie voor verwarming en warm water gebruiken als er wordt opgewekt. “Dat lukt niet meer door een paar PV-panelen extra op het dak te leggen, zoals dit jaar wel nog is gebeurd bij de overgang van 0,6 naar 0,4”, zegt Jordy Schouten, verkoopleider installateurs bij BUVA. Daarvoor zijn eenvoudigweg de daken op de doorsnee Nederlandse woningen te klein. BUVA heeft voor de transitie van EPC 0,6 naar 0,4 vijf oplossingen uitgewerkt, waarvan er in vier van de vijf een cv-ketel wordt toegepast. Voor de volgende stap, van een EPC van 0,4 naar 0,0 zijn er slechts vier oplossingen, waarvan er twee met een cv ketel zijn ingevuld en de andere twee met een warmtepomp.

Voor Rimme van der Ree, directeur bij Ambrava, distributeur van Samsung klimaatsystemen, staat de warmtepomp op nummer 1 als het gaat om duurzame systemen voor de verwarming, koeling en ventilatie van gebouwen. Duurzame klimaatsystemen zorgen voor méér dan een aangenaam en gezond binnenklimaat. Ze zorgen er ook voor dat dit met een zo laag mogelijke belasting voor het milieu tot stand komt. Met name de luchtwarmtepomp verdient in dit kader aandacht, omdat dit de enige oplossing is die helemaal niets aan de aarde onttrekt.

Bij een waterwarmtepomp blijven we energie aan de bodem onttrekken, terwijl energie in lucht oneindig beschikbaar is. “De luchtwarmtepomp creëert een vicieuze cirkel van energie”, zegt Van der Ree. “Elk gebouw verliest energie door het dak, de deuren, ramen en vloeren. Deze energie wordt teruggegeven aan de lucht. De luchtwarmtepomp pakt deze op en hergebruikt deze.”

Warmtepompen in combinatie met decentraal opgewekte groene stroom – met de zon of wind – én vergaande isolatie vormen de weg naar de energieneutrale woning. Rimme van der Ree: “Voor elke kW elektrische energie die je in de warmtepomp stopt, krijg je 4 kW energie terug. En we hebben al pompen met een COP waarde van 5. Ook bij -10 haalt de warmtepomp voldoende energie uit de lucht om de woning te verwarmen.” Hij bestrijdt de veelgehoorde opmerking dat warmtepompen in de winter onvoldoende warmte uit de buitenlucht kunnen winnen. “In de natuurkunde is het pas koud bij -273. Dus tot -100 hoeven we ons geen zorgen te maken over de effectiviteit van de warmtepomp.”

Voor een eerlijke vergelijking tussen gasverwarming en warmtepompen moet je rekening houden met de PER-factor (primary efficiency rate), die het verlies weergeeft dat optreedt tussen de primaire energiebron en de hoeveelheid warmte in het gebouw. Bij het transport van gas naar de woningen treedt 10% verlies op. Dat moet je dus eigenlijk aftrekken van het rendement van de cv-ketels.

Toch denken de fabrikanten van cv-ketels op aardgas, verenigd in de VFK, dat de vertrouwde technologie wel degelijk inzetbaar blijft voor energieneutrale woningen. Henk Sijbring, voorzitter van de VFK: “We denken allereerst dat er een isolatieslag gaat plaatsvinden. Daarnaast zullen de cv-ketels nog zuiniger worden. In combinatie met andere technieken, zoals warmtepompen, kunnen we zo tot de 50% reductie van het energieverbruik in alle woningen komen.”

Bij de VFK gelooft men in hybride oplossingen: keteltechnologie met bijvoorbeeld warmtepompen, micro-WKK of systemen voor thermische energieopslag van zonlicht. “De ketelfabrikanten zitten echt niet stil. Vanuit het maatschappelijk verantwoord ondernemen voelen wij ons verantwoordelijk iets aan de klimaatdoelstellingen te doen”, zegt Henk Sijbring. Hij gelooft echter niet dat de warmtepomp alleen de oplossing is. Om deze optimaal te laten draaien, heb je voor de piekmomenten nog een ketel nodig, zegt hij. “Met de combinatie haal je uit beide systemen het maximale rendement.”

Daarnaast denken de ketelfabrikanten dat de cv-ketel nog langer houdbaar is als we overstappen op groen gas. Biogas maar ook Power 2 Gas. Daarmee zijn recent in Duitsland maar ook al in Nederland de eerste proeven gestart. Duurzaam opgewekte elektriciteit wordt hierbij omgezet in waterstof, waaraan CO2 wordt toegevoegd waarna methaan ontstaat. Dat heeft dezelfde structuur als aardgas. Gas kan zo een duurzame energiebron worden voor verwarmingsdoeleinden. “Zo ontstaat een mooi speelveld van energiebronnen die beide groen zijn: electra als er zon en/of wind is en altijd gas.”

Dat denkt ook Jordy Schouten van BUVA. Hier gelooft men dat de cv-ketel als stand alone systeem op lange termijn geen houdbaar product is. Daarvoor worden de EPC-eisen die aan nieuwbouw worden gesteld te hoog. De cv-ketel vervangen door een warmtepomp is evenmin een oplossing, denkt Schouten. “Bij een warmtepomp blijft het tapwater een probleem. We willen allen graag onder een regendouche staan. De energiebehoefte om tapwater te verwarmen, is te groot voor een warmtepomp. Daarom geloven wij in de warmtepomp voor de verwarming aangevuld met een cv-ketel voor warm tapwater.”

De voordelen van een dergelijke combinatie zijn dat de ketel veel minder branduren gaat maken – en dus minder CO2 uitstoot – én de warmtepomp eventueel zelfs gebruikt kan worden voor het koelen van de woning in de zomer. De hogere isolatie-eisen houden de temperatuur namelijk niet alleen in de winter goed binnen. Daardoor wordt het belang van goede ventilatie overigens alleen maar groter om zo een gezond en aangenaam binnenklimaat te houden.

Bij BUVA ziet men daarom de komende jaren een integratie ontstaan van verwarmings-, koelings- en ventilatiesystemen. Nu al kan men met de SmartStream woonhuisventilator detecteren of er mensen aanwezig zijn in een ruimte en dan gericht gaan ventileren, terwijl in andere ruimten de warmte wordt vastgehouden.

Jordy Schouten denkt dat de intelligente aansturing van ventilatiesystemen op basis van gedetecteerde aanwezigheid verder gaat toenemen. “Overal komen sensoren en systemen gaan meer en meer met elkaar communiceren. Ook daarmee kunnen we een besparing op de energie realiseren.” Met de SmartStream woonhuisventilator reduceert BUVA het energieverbruik van een reeds vraaggestuurd ventilatiesysteem nog eens met circa 40%.

Een opvallende stap op de komende VSK zet Magnum Heating, dat meer dan 20 jaar geleden met een volledig elektrisch vloerverwarmingsysteem op de markt kwam. Dit jaar vindt de introductie plaats van watergedragen vloerverwarmingssystemen.

Michael Utermark van Magnum Heating ziet beide marktsegmenten groeien. Elektrische vloerverwarming omdat warmtepompen en PV-installaties heel goed passen bij de energie neutrale woning. “Maar we denken dat bij de renovatie van bestaande woningen de cv-ketel een belangrijke rol blijft spelen.”

Daarom is het nieuwe systeem zo ontwikkeld dat het op bestaande dekvloeren kan worden aangebracht. In de dunste uitvoering is het systeem slechts 9 mm dik, terwijl er ook een systeem komt dat juist geschikt is voor renovatieprojecten. Bij Magnum Heating denkt men dat de radiator aan de wand zijn langste tijd heeft gehad. “Op lange termijn zullen deze verdwijnen. Het is een minder rendabele manier van transport van warmte. Lage temperatuursystemen zijn daar beter voor geschikt.”

Een andere route naar energiebesparing is het verbeteren van de besturingssystemen. Alex van Haaren ziet de komende jaren de iPad als tool in de gereedschapskist van de installateur belanden. “Door het inregelen van de systemen te verbeteren, zelfdenkende thermostaten en regelingen die aansluiten op leefpatronen van mensen, kunnen we nog veel verbeteren voor een hoger rendement aan de bron.”

Magnum Heating introduceert op de VSK 2016 een nieuwe thermostaatlijn die met een smartphone bediend wordt. Ook domoticasystemen gaan qua besturing de cv-installatie bedienen. Dat betekent wel dat het kennisniveau van de installateurs absoluut omhoog moet, merkt VFK-voorzitter Henk Sijbring op. “De installatiebranche gaat naar een hoger niveau. Er is meer kennis van meet- en regeltechniek nodig. Ook beheer en onderhoud op afstand nemen hand over hand toe.”

Voor meer informatie: www.vsk.nl

aircoDe helft van de klimaattechnische installatiebedrijven verwacht voor 2015 /2016 een stijging van hun omzet. Dit blijkt uit onderzoek door USP in opdracht van de NVKL, brancheorganisatie koudetechniek & klimaatbeheersing. De markt van airconditioners voor particulier en klein-zakelijk gebruik wordt geschat op € 204,3 mln. De schatting van de totale markt voor klimaattechniek is 417,9 miljoen euro.

“Airconditioning is niet meer weg te denken uit onze samenleving, omdat een comfortabel binnenklimaat langzamerhand een voorwaarde aan het worden is. Ook beseffen kantoorbeheerders dat een goed binnenklimaat belangrijk is voor de productiviteit van mensen”, aldus Henry Kruiper, directeur NVKL, ‘bij een langzaam warmer wordend klimaat zal de vraag naar goede klimaattechniek toenemen, een goed advies van een deskundige is daarbij onmisbaar’.

De meest geïnstalleerde producten zijn single en multi split systemen waarmee zowel gekoeld als verwarmd kan worden. Dit zijn airconditioners met respectievelijk 1 of meer aparte buitendelen. Door middel van het warmtepompprincipe (omgekeerd koelproces) kunnen ze ruimtes koelen én verwarmen.

Veel klimaat-installatiebedrijven zien een omzetstijging in het verschiet. Kruiper: “Er komen positieve geluiden uit de branche. Als de warmte blijft aanhouden, gaat dat zeker lukken.”

Voor meer informatie: www.nvkl.nl

TVVL_Jaarverslag_2015‘In 2015 verandert de wereld om ons heen veel sneller dan 30 jaar geleden. Nog nooit zijn wij zo met elkaar verbonden geweest als nu. Nieuwsgierige en onderzoekende mensen in garageboxen en op zolderkamers hebben toegang tot dezelfde kennis en gereedschappen als professionals.’ Dit citaat vindt u terug in één van de artikelen in deze digitale uitgave van het TVVL Jaarverslag: Toekomst & Trends 2015. Niet voor niets heeft deze uitgave het thema ‘De nieuwe generatie’ meegekregen. We leven daadwerkelijk in een tijd waarin veel verandert en een nieuwe generatie opstaat. TVVL gaat daarin mee, zo valt in deze uitgave te lezen. Wat er zoal verandert komt naar voren in de twaalf artikelen die deze uitgave telt. Een bijzondere uitgave, want Toekomst & Trends wordt dit jaar niet meer als drukwerk uitgebracht. De uitgave kunt u nu direct digitaal doorbladeren door hier te klikken.

3D-printenRuim een kwart van de partijen in de bouw ziet 3D-printen als kans voor de sector en voor de eigen organisatie. Het zijn vooral de architecten die deze mening zijn toegedaan. Prototypen en maquettes zijn de bouwspecifieke mogelijkheden van 3D-printen die momenteel als meest succesvol worden geschat. Het visualiseren van het eindresultaat richting klanten wordt dan ook als kans van 3D-printen genoemd. Bedreigingen worden onder andere gezien in een potentieel kleinere rol in het bouwproces. Dit blijkt uit de BouwKennis KwartaalVisie: 3D-printen.

Speciaal voor de meest recente BouwKennis KwartaalVisie werd een kort onderzoek uitgevoerd om een eerste inzicht te verschaffen in de houding van de bouwketen ten opzichte van 3D-printen. Hierbij zijn marktpartijen uit verschillende delen van de sector ondervraagd: architecten, installateurs, aannemers B&U, klusbedrijven, afbouwers en de handel. Van elke doelgroep zijn 100 respondenten ondervraagd.

Voor meer informatie: www.bouwkennis.nl