Tag Archives: samenwerking

Installateurs ontzorgen

Gepubliceerd op

Verduurzamingsstart-up hoomie gaat verder als onderdeel van de Plieger Groep. Met deze stap wil de Plieger Groep installateurs zo veel mogelijk ontzorgen. “Installateurs van warmtepompen en zonnepanelen zijn nu vaak veel kostbare tijd kwijt aan het geven van advies, het maken van voorstellen en het inkopen van de producten”, vertelt Paul Willems, algemeen directeur van hoomie. “Hierdoor hebben zij minder tijd over om deze producten te installeren en dat zit de energietransitie in de weg.”

Hoomie speelt in op dit probleem door alle werkzaamheden, met uitzondering van de schouw en de installatie van de producten, van de installateur over te nemen. Willems: “De installateur komt pas in beeld als er een voorlopig voorstel is getekend. Op die manier heeft hij veel meer zekerheid dat een aanvraag ook echt een opdracht wordt.”
Er zijn veel platformen die consumenten adviseren over het verduurzamen van hun woning. Hoomie doet dat met klanten van de installateur zelf. Daarmee verlaagt hoomie de administratieve druk op installateurs, in plaats van dat zij er werk bij krijgen. In principe kan iedere installateur die gecertificeerd is om warmtepompen te installeren met hoomie samenwerken.

Ingewikkelde markt
Het verkooptraject van een warmtepomp is om verschillende redenen lang. Door hoomie toe te voegen, wordt de verkoop ondersteund, de productlevering op gang gebracht en worden consument en installateur ontzorgd. Koert Huisman, CEO Plieger Groep: “De energietransitie wordt afgeremd door de beschikbare installatiecapaciteit. Onze klantgroep heeft daardoor z’n handen vol aan de verduurzaming van Nederland, terwijl de wachttijden voor consumenten oplopen. Door onze klanten te helpen met advies, verkoop en inkoop, kunnen zij zich richten op het werkelijke installatiewerk en daarmee ook hogere omzetten realiseren.”

Langere samenwerking
Hoomie werkt al sinds de oprichting in 2020 samen met de Plieger Groep op het gebied van logistiek. Inmiddels werken er elf mensen aan de ontwikkeling van de software, het adviseren van consumenten en het begeleiden van installateurs. Hoomie is net als ThermoNoord en Memodo toegevoegd aan de Plieger Groep en blijft als zelfstandig bedrijf opereren. “Het is hoomie in korte tijd gelukt een ambitieus concept succesvol in de markt te zetten. Mede dankzij deze vliegende start en onze gedeelde ambities gaan we met vol vertrouwen de toekomst in, richting een duurzaam Nederland", aldus Koert Huisman.

Nieuwe rekentool voor Rc-waarde beschikbaar

Gepubliceerd op

Sinds kort is de nieuwe Rc Rekentool van ISSO online beschikbaar. Deze rekentool maakt het makkelijker om de Rc-waardes van vloeren, gevels en daken te berekenen. Vooraf ingestelde, maar naar de situatie aan te passen templates, zijn gebaseerd op de meest toegepaste constructie-opbouwen. De tool maakt het ook mogelijk om zonder templates een eigen constructieopbouw te definiëren.

De Rc-waarde geeft de warmteweerstand in m²∙K/W van een constructie weer en is de som van de weerstanden van de gebruikte materialen. De overgangsweerstanden worden bij deze berekening niet meegenomen. Hoe hoger het getal, hoe minder goed de constructie warmte geleid. De energieprestaties van bouwwerken in Nederland moeten aan continu veranderende, strengere regels voldoen. Rc-waardes spelen daarin een steeds belangrijkere rol.

Verschillende waardes berekenen
De nieuwe ISSO-rekentool voor Rc-waardes biedt gebruikers de mogelijkheid om via vooraf of zelfingestelde gegevens verschillende waarden te berekenen, zoals Rsi, RT, ΔUfa en Uc. De nieuwe tool is te vinden via ISSO Calculations, dat onderdeel is van ISSO Open. Op dit platform hebben abonnees tevens toegang tot verschillende kennisproducten, rekenbladen en nog vele andere rekentools.

Kleine update voor ISSO-kleintje Riolering

ISSO-kleintje Riolering is laatst weer op kleine punten herzien. installateurs en servicemonteurs kunnen hierin de meest gebruikte richtlijnen voor het ...

Ook dynamisch inregelen nu opgenomen in ISSO-publicatie 65

De kennis in ISSO-publicatie 65 ‘Inregelen van ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties’ is herzien. De inregelmethoden die de publicatie beschrijft, zijn een ...

ISSO komt met vernieuwde publicatie voor leidingisolatie

ISSO-publicatie 64 ‘Kwaliteitseisen isoleren voor de utiliteitsbouw' is herzien. De publicatie is een referentie voor materiaalkeuze en montage van leidingisolatie ...

ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwater-installaties in woningen’ geactualiseerd

Aan de hand van de nieuwste inzichten helpt ISSO-publicatie 30 bij het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en beheren van leidingwaterinstallaties in ...

Samenwerking op gebied van PCM-plafonds

Gepubliceerd op

Hunter Douglas Architectural, wereldwijd opererend bedrijf voor architecturale producten, heeft de krachten gebundeld met OC Autarkis. Laatstgenoemde is een ontwikkelaar van PCM-oplossingen en onderdeel van Orange Climate.

PCM (Phase Changing Materials) oplossingen slaan grote hoeveelheden warmte op of staan deze af wanneer hun fysieke toestand verandert, zoals van vast naar vloeibaar of vice versa. Om die eigenschappen te benutten ontwikkelden de teams van de twee bedrijven het C3 PCM klimaatplafond. Dit plafondsysteem is voorzien van PCM cassettes, die met een milieuvriendelijke zoutoplossing zijn gevuld en geprogrammeerd zijn om een bepaalde temperatuur te handhaven. De geprogrammeerde temperatuur van de zoutoplossing zorgt dat er warmte uit de omgeving kan worden opgenomen. Bij het opnemen van warmte wordt de zoutoplossing vloeibaar, dit is de faseovergang van vast naar vloeibaar.

Werking
Het plafondsysteem biedt visueel, akoestisch en thermisch comfort in één. Bovendien zorgt het systeem het hele jaar door voor een consistentere kamertemperatuur. Alle plafondsystemen in het assortiment dringen de energiekosten drastisch terug en leveren lagere CO2 op, aldus de ontwikkelaars. In de meeste gebouwen is het plafond het optimale oppervlak voor warmtewisseling. Het gebruik van PCM betekent ook minder energiegebruik omdat verwarmen en koelen minder vermogen vergen. Het plafondsysteem is onderhoudsvrij.

Assortiment
Door de speciale eigenschappen van PCM materialen te benutten, kunnen architecten en designers kiezen uit drie soorten C3 PCM plafonds, die allemaal beschikbaar zijn met verschillende bevestigingssystemen. Het C3 PCM tegelplafond biedt toegang tot het plenum voor onderhoud of reparatie van geïnstalleerde voorzieningen. De tegels, op brandveiligheid getest in overeenstemming met DIN EN 13501-1, zijn beschikbaar in een uitgebreid assortiment vierkante en rechthoekige afmetingen. Het C3 PCM paneelplafond is beschikbaar in een groot aantal afmetingen voor standaard roosteropties. De panelen zijn ontworpen met een groot aantal verschillende bevestigingsopties en geassembleerd om veel mogelijkheden te bieden wat betreft design, comfort en praktische toepassingen. Het C3 PCM brede paneelplafond wordt als ondersteunend systeem geïnstalleerd, zodat de architect een metalen plafond van hoge kwaliteit kan ontwerpen met meerdere designopties. De plafondpanelen zijn voorzien van een dichte C-verbinding.

Trots
Terry Woudenberg van Hunter Douglas Architectural: “We zijn altijd trots geweest op onze innovaties en hebben door de jaren heen een groot aantal plafondsystemen ontwikkeld die grenzen hebben verlegd en aan de toenemende vraag naar duurzamere opties voldoen. De samenwerking met OC Autarkis heeft ook deze keer weer in de ontwikkeling van een baanbrekend product geresulteerd. Er is geconstateerd dat een C3 PCM plafond, een aluminium plafond en een geconditioneerde luchtstroom, het ultieme stabiele binnenklimaat creëert.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Techniek Nederland en NVKL gaan nauw samenwerken

Gepubliceerd op

Gezien de snelle groei van de toepassing van warmtepompen en andere duurzame koudetechnieken gaan Techniek Nederland en NVKL, de brancheorganisatie voor luchtbehandeling en koudetechniek, de krachten bundelen. Daarmee willen beide organisaties de energietransitie extra vaart geven. Voorzitters Doekle Terpstra van Techniek Nederland en Mart Peeman van NVKL hebben de samenwerking vandaag met een symbolische handtekening in Zoetermeer bekrachtigd. Techniek Nederland en NVKL gaan onder meer samenwerken op het gebied van kwaliteit, vakopleidingen en dienstverlening.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is blij met de voorgenomen afspraak: “Techniek verdient alle erkenning. Samen kunnen Techniek Nederland en NVKL de technieksector nóg beter in de etalage zetten.” Terpstra wijst erop dat de strategische samenwerking grote voordelen oplevert. “We gaan onze belangenbehartiging en dienstverlening versterken door de kennis bij onze verenigingsbureaus beter te benutten. Daar plukken onze leden de vruchten van!”

Installateur steeds belangrijker
Voorzitter Mart Peeman van NVKL: “De vakgebieden warmte-, koude- en ventilatietechniek zijn steeds meer onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is het logisch dat we nu deze stap zetten.” Volgens Peeman wordt de rol van installateurs steeds belangrijker. “Opdrachtgevers doen steeds vaker een beroep op installateurs voor ontwerp en integraal energieadvies. Dat is een grote uitdaging. Techniek Nederland en NVKL gaan hun leden daarin ondersteunen.”

Samenwerkingsagenda
Beide organisaties zetten zich via Opleidingsfonds OTIB | Wij Techniek al langer samen in op het gebied van onder meer scholing en arbeidsmarkt. Met de ondertekening vandaag krijgt de samenwerking een structureel karakter. De komende maanden werken Techniek Nederland en NVKL aan een uitgebreide samenwerkingsagenda. Tijdens de Vakbeurs Energie in het najaar zullen de voorzitters deze agenda presenteren.

Op onze nieuwsbrief abonneren

ISSO start online platform voor samenwerking in het vakgebied

Gepubliceerd op

Kennisinstituut ISSO gaat als een platform werken. Er komt een online platform waarop onder andere co-creatie gefaciliteerd wordt. Hiervoor zoekt de kennisclub samenwerking met partners en professionals die valide kennis ontwikkelen, rekentools aanbieden en materiaal voor trainingen en cursussen ontwikkelen en aanbieden. Voor het verspreiden van die kennis kan bijvoorbeeld software worden ingezet of een opleiding waarop de ISSO-kennis is gebaseerd.

Om deze werkwijze goed in te kunnen vullen, is ISSO momenteel bezig om een netwerk van partners op te bouwen. Het kennisinstituut onderscheidt de verschillende vormen van samenwerking met een sublabel, waarmee partners hun samenwerking met ISSO kunnen uitdragen.

Nieuwe huisstijl
ISSO ondergaat als kennisclub sowieso een flinke transitie. Aan de buitenkant is dat te zien aan het nieuwe logo en de nieuwe huisstijl die online en offline worden doorgevoerd.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Coolmark en Johnson Controls YORK gaan samenwerken

Gepubliceerd op

Coolmark en Johnson Controls YORK zijn een samenwerking aangegaan voor de Nederlandse HVAC-markt. Het programma van Coolmark wordt hiermee uitgebreid met lucht/water- en water/water-warmtepompen, koelmachines, fancoilunits, regeltechniek en waterregelkleppen. Ook een assortiment rooftopunits van YORK gaat tot het programma behoren. Coolmark zal zich richten op het werkgebied tussen 0 en 600 kW koel- en verwarmingsvermogen.

“Het productassortiment van Johnson Controls YORK gecombineerd met ons service- en distributienetwerk, 25 jaar kennis van de lokale markt en ons eigen team van experts, vormen de ingrediënten voor deze samenwerking”, licht Hoofd projecten Huibert Baak bij Coolmark toe. “Twee bedrijven die elkaar versterken en innovatie en verduurzaming in Nederland naar een hoger plan willen tillen. Door deze nieuwe samenwerking kunnen installateurs en adviseurs zich onderscheiden op het gebeid van innovatieve en duurzame oplossingen, geld besparen en hun business laten groeien.”

De Johnson Controls YORK AMICHI chiller/warmtepomp, in de range van 11 tot 254 kW is een dergelijke oplossing. Dit modulaire systeem, uitbreidbaar tot maximaal 32 units, is energie-efficiënt en duurzaam en biedt installatiegemak en bedrijfszekerheid. Een andere oplossing is de Verasys. Dit plug-and-play Building Management Systeem voor de middelgrote commerciële markt combineert opwekking, afgifte en regeltechniek. Een oplossing zonder ingewikkelde programmatuur of uitgebreide engineering maar wel voorzien van de laatste ontwikkelingen op technisch gebied.

Ook op het terrein van koudemiddelen heeft YORK stappen gemaakt. Zo zijn er oplossingen leverbaar met het koudemiddel R454B en een GWP waarde van 467. Dit is 75% lager dan R410A en 30% lager dan R32.

Bestaat een bouwteam eigenlijk wel?

Gepubliceerd op

Installatiewerk is vakwerk. Een installatie in de gebouwde omgeving staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een bouwwerk. Bij de realisatie of renovatie van een bouwwerk komt veel kijken en zijn verschillende disciplines actief. Allemaal  individuen, die elk op een eigen manier hun aandeel in een bouwwerk realiseren. Werken zij langs elkaar heen of werken zij samen? En hoe is dat dan georganiseerd? Wie heeft de regie? Als er wordt samengewerkt, spreken we van een bouwteam, of niet?

Er zijn weinig begrippen, waarover zoveel verwarring bestaat, als het begrip bouwteam. De nieuwste uitgave van Van Dale kent het begrip niet. De veertiende, herziene uitgave van dit groot woordenboek van de Nederlandse taal kent zo’n negen kolommen met samenvoegingen, waarin het woord bouw voorkomt. Van bouwactiviteit, bouwdoos, bouwstop, bouwtent, bouwtoezicht tot en met bouwzone, maar naar het woord bouwteam wordt tevergeefs gezocht.

Bouwen wordt kennelijk niet in teamverband uitgeoefend
De Dikke Van Dale laat ons ook in de steek bij de t van team. Van Dale omschrijft een team als ‘ploeg bij elkaar horende spelers’. Dat voorbeeld geldt voor het olympische team. Verder maakt Van Dale melding van samenstellingen zoals boks-team, karateteam en voetbalteam. Als tweede omschrijving van een team geeft Van Dale een ‘groep mensen die samenwerken: een gouden team’. Ook deze betekenis komt voor in samenstellingen, zoals arrestatieteam, milieubijstandsteam en reddingsteam. Wederom staat hier bouwteam niet bij. Als we ons realiseren dat het hier gaat om het meest actuele en uitvoerige woordenboek van onze taal, dan kunnen we concluderen dat bouwen kennelijk een activiteit is die niet in teamverband wordt uitgeoefend.

Het beperkt zich tot de ontwerpfase van het bouwproces
In de bouw is een team een vreemde verschijning, die bepaald niet voor de hand ligt. De Stichting Bouwresearch heeft eerder als hofleverancier van bouwboekjes wél een omschrijving van het begrip bouwteam gelanceerd. Deze omschrijving beperkt het teamaspect tot de ontwerpfase van het bouwproces. Bij het ontwerp worden de inzichten van verschillende geledingen benut, zonder dat de betrokken partijen bij de uitvoering betrokken worden. Op de weg van droom naar daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. “Wij hebben dit project als bouwteam gedaan”, kun je bijna dagelijks te horen krijgen. De vraag dient zich aan of alles een bouwteam is, wat bouwteam genoemd wordt. Voorlopig kunnen we volstaan met de vaststelling dat het begrip bouwteam helemaal niet bestaat. In de praktijk is er wel sprake van een ontwerpteam, maar de aanbestedingspraktijk vraagt na de ontwerpfase een objectieve selectie van marktpartijen en dan met je al installateur het spel volgens de regels spelen. Betrokkenheid bij de ontwerpfase geeft wel een voorsprong in informatie, zodat de risico’s beter kunnen worden ingeschat.

De bedrijfskundige kant wordt onderschat
In het rijke arsenaal van onze taal moeten we zoeken naar andere woorden, waarmee we bepaalde samenwerkingsvormen in de bouw aanduiden. Eerder nemen we onze toevlucht tot de Engelse taal. Dan spreken we over design en construct. Of over design, build, operate, finance en maintenance (dbofm). Opvallend is dat deze begrippen al snel een juridische lading krijgen. Alsof samenwerking vooral een juridisch begrip is. Tijdens een seminar op 14 mei 2019 in Amsterdam is een nieuw model voor twee soorten bouwteamovereenkomsten gepresenteerd. Met als doel kennis te delen en opdrachtgevers te helpen een snelle start te maken met bouwteams. Dat consultatiedocument kun je hier downloaden De bedrijfskundige kant wordt onderschat. Op papier kan alles goed geregeld zijn, maar in de praktijk gaat het er anders aan toe. Dat worden belangrijke organisatievraagstukken over het hoofd gezien. Dan wordt naar contractvormen gegrepen, zonder de inhoud daarvan te kennen. Het geheim van samenwerking ligt in het gezamenlijk belang. Als we dat begrijpen gaat samenwerking vanzelf. Dan richt de samenwerking zich op een gezamenlijk doel. Dan werken we samen aan de beste oplossing. Zo’n gezamenlijke horizon geeft energie en brengt mensen samen in beweging.

Te belangrijk om het aan het toeval over te laten
Samenwerking kan op veel manieren, zonder dat we daar het begrip bouwteam op moeten plakken. Waar het vooral om gaat, is de teamgeest. De echte teamspirit blijkt pas als de race gelopen wordt. Echte teamgeest maakt van het bouwproces een succes, waarin alle spelers delen. Er moet dan wel invulling gegeven worden aan dat gezamenlijke win-win-aspect. Aandacht is nodig. Elke relatie versloft als er geen nieuwe impulsen aan gegeven worden. Een echt bouwteam viert successen samen. Maak van de oplevering samen een feest. Bij de oplevering komt het resultaat van een gezamenlijke inspanning openbaar. Ook tijdens het bouwproces kan de samenwerking gevierd worden. Met een project start up wordt een doeltreffende aftrap gegeven. Een over the hill-meeting geeft energie voor de laatste ronde. Een evaluatie levert handvatten op om de samenwerking in een volgend project te verbeteren. Samenwerking is te belangrijk om aan het toeval over te laten. Dat vraagt planning en management. Met een samenwerkingsplanner kan een samenwerkingsmanager gericht de vinger aan de pols houden. Het gaat uiteindelijk om de motivatie, intentie en passie, met wie wordt samengewerkt. Als je goed kunt samenwerken met jezelf, kun je dat ook met anderen.

Punten om over na te denken
•           Bouwen is een bezigheid, die van nature niet in teamverband wordt uitgeoefend.
•           Verdergaande specialisatie noodzaakt tot scherpere afbakening van verantwoordelijkheden.
•           Samenwerkingsvormen worden vaak in juridisch beton gegoten, waarmee aan de flexibiliteit in de uitvoering tekort gedaan wordt.

Vragen om bij stil te staan
1.         Hoe kan de gefragmenteerde werkwijze van opeenvolgende schakels in de bouwkolom doorbroken worden?
2.         Wat maakt van samenwerking in de bouwsector een succes?
3.         Op welke wijze kunnen we het teamspel op de bouwplaats verbeteren?

Over Piet Oskam
Piet M. Oskam is oprichter van het Centrum voor Innovatie van de Bouwkolom (CIB), dat van 2002 tot en met 2012 actief was in ontwikkeling van innovatieve concepten voor bouw- en installatiewerk.

€225 per maand voor een woning met duurzame installatietechniek

Gepubliceerd op

Na een verkenningsperiode van meer dan een jaar maken warmtepompfabrikant NIBE en energiestart-up THE FCTR E bekend intensiever te gaan samenwerken. Ze bieden projectontwikkelaars en bouwers de mogelijkheid aan om de huidige stelpost van gemiddeld €25.000 per woning voor duurzame energie te vervangen door een membershipmodel van ca. € 225 per maand. Financiering, gegarandeerde grondborings- en installateurscapaciteit, planning, monitoring, 15 jaar productgarantie en maatwerk voor toekomstige bewoners zijn onderdeel van dit pakket om woningen energieonafhankelijk te maken.

Joris Jonker, ooit bedenker van de slimme thermostaat Toon en een van de oprichters van THE FCTR E: “Steeds vaker worden projectontwikkelaars en bouwers geconfronteerd met kopers die, ondanks de wettelijke bepaling van gasloos bouwen, niet willen investeren in duurzame installaties. Men is onzeker over welk type installatie aan te schaffen en ook de installateur kan vaak geen goed advies (met garantie) geven. Met onze constructie halen wij dit soort tijdrovende struikelblokken weg en kunnen projectontwikkelaars de installaties uit de prijs halen, waardoor er ruimte ontstaat voor andere investeringen bij de consument waar ze wel een goede marge op kunnen draaien.”

Cijfermatig onderbouwd
Rob Spoelman, managing director NIBE Benelux: “In de bouwsector wordt al jaren gesproken over nieuwe verdienmodellen en slimme partnershipsconstructies, maar in de praktijk zien we daar nog niet veel van terug. En daar moest nu maar eens verandering in komen. Het scheelt natuurlijk dat we inmiddels, na de vele nieuwbouwprojecten die we in het afgelopen jaar hebben gedaan, in staat zijn om ook cijfermatig te onderbouwen dat het voor ontwikkelaars op meerdere vlakken rendabel is om een samenwerking aan te gaan met een partij zoals wij. Samen zijn we in staat om nog meer service te bieden aan de bewoners.”

Villeroy & Boch en Center Parcs gaan langdurig samenwerken

Gepubliceerd op

Villeroy & Boch en Center Parcs zijn een langdurige samenwerking aangegaan. De samenwerking maakt deel uit van een renovatieprogramma bij Center Parcs dat zich richt op kwaliteit, innovatie en duurzaamheid. Het park de Eemhof in Zeewolde wordt als eerste gerenoveerd.

De afgelopen jaren werkten Villeroy & Boch en Center Parcs al samen op vakantieparken in Nederland en België en recentelijk bij de bouw van Park Allgäu in Duitsland, dat in 2018 werd geopend. De vakantiewoningen en restaurants in deze parken zijn ingericht met  producten van Villeroy & Boch.

De bedrijven verwachten met de langdurige samenwerking flexibel en vooruitziend op te kunnen treden bij de uitvoering van grote bouwprojecten. Villeroy & Boch zal onder andere bijdragen aan centrale voorzieningen van Center Parcs, zoals de Aqua Mundo en de Market Dome en de thema-toiletten in de openbare voorzieningen. Zowel het ontwerp als het materiaal wordt aangepast aan de sfeer van het park.

De uitrol van sanitaire oplossingen vindt gefaseerd plaats. Bestaande parken worden gerenoveerd en nieuwe parken worden gebouwd. De Eemhof in Nederland wordt als eerste park gerenoveerd.

Bijna alle kwaliteitsregelingen voor de installatiebranche komen onder één dak

Gepubliceerd op

Met ingang van 1 januari 2019 fuseren de stichtingen KvINL en Sterkin tot de nieuwe organisatie InstallQ. Daarmee ontstaat één stichting die praktisch alle kwaliteitsregelingen voor de installatiebranche beheert en uitvoert. Het doel van de nieuwe organisatie is om via kwaliteitsregelingen de kwaliteit en veiligheid van installaties in Nederland te vergroten.

Het aantonen van kwaliteit binnen het geleverde installatiewerk wordt de komende jaren steeds belangrijker, zo motiveert InstallQ de fusie. Om die kwaliteit te kunnen aantonen, hebben niet alleen de installatiebranche maar ook de afnemers van hun diensten veel behoefte aan meer eenduidigheid en transparantie in de regelingen. De fusie moet ervoor zorgen dat die duidelijkheid en transparantie toenemen.

Breed draagvlak binnen de branche
Goed functionerende kwaliteitsborging is gebaat bij voldoende draagvlak, duidelijkheid en zekerheid, tegen aanvaardbare kosten. Dit ontstaat alleen als er een brede afstemming is tussen en met verschillende partijen. Het laten bestaan van meerdere stichtingen die zich met kwaliteitsborging bezighouden helpt in dat geval niet om tot succesvolle regelingen te komen. Vandaar dat InstallQ nu ontstaat en de komende jaren ernaar streeft om hèt toonaangevende kwalificerende instituut voor de installatiebranche te worden. Tevens wil InstallQ zoveel mogelijk bestaande en nog te ontwikkelen kwalificerende regelingen op het gebied van de installatie- en elektrotechniek in beheer nemen en onderhouden.

Werken aan verbeteringen
Door de fusie vertegenwoordigt InstallQ al een groot deel van de markt en kan ze sneller de in gang gezette verbetering van de kwaliteitssystemen vormgeven. Bovendien heeft de nieuwe organisatie een gezonde financiële basis om regelingen te realiseren die tegemoetkomen aan de mogelijkheden van de installateurs en opleidingsinstellingen. Dit zijn kwaliteitssystemen die de opdrachtgevers van installatiewerk een betere kwaliteit en meer duidelijkheid, zekerheid en veiligheid bieden. En het zijn regelingen die passen binnen het Europese en Nederlandse beleid, in samenhang en afstemming met andere branches en organisaties.

Onafhankelijk en zelfstandig
De fusie van de twee stichtingen tot InstallQ maakt dat ze voortaan volledig onafhankelijk en zelfstandig kan opereren. Dit leidt niet alleen tot meer duidelijkheid en verbetering van de kwaliteit en veiligheid van installaties. Dit zal ook de positie en herkenbaarheid van de erkende en gecertificeerde installateurs en opleidingen verbeteren ten opzichte van ‘beunhazen’, verwacht de nieuwe organisatie. Voor alle regelingen is straks nog maar één logo beschikbaar waarmee bedrijven laten zien dat zij aan een erkenning of certificering voldoen. Installatiebedrijven en opleidingsinstellingen kunnen straks binnen één organisatie kiezen uit alle mogelijke regelingen. En er ontstaan kansen om andere erkenningsregelingen, die nauw verwant of gelijk zijn, over te nemen. Zo werkt InstallQ aan haar ‘een-loket-functie’ die de hele installatiebranche en haar opdrachtgevers voordelen oplevert.

Uitvoering van haar doelstelling
InstallQ wil haar doel onder meer bereiken door het regelmatig controleren van bedrijven en/of uitgevoerde werkzaamheden. Ook ondersteunt zij de installateurs bij het voldoen aan de eisen in de regelingen door onder meer kennisverspreiding via eigen vakbladen en het organiseren van voorlichtings- en scholingsdagen. Tegelijk vervult InstallQ een rol in het registreren van beoordeelde opleidingen, examens en vakbekwaam personeel. Uiteindelijk is er straks nog maar één database waarin alle houders van een erkennings- of certificeringsregelingen te vinden zijn.

Over InstallQ
De directie van de nieuwe Stichting wordt gevormd door de heren Hans van den Berg (Algemene Zaken) en Wil van Ophem (Technische Zaken). De voorzitter van het bestuur is de heer Ed Nijpels. De organisatie zal in 2019 gehuisvest zijn in Zoetermeer (centraal kantoor), Apeldoorn en Rotterdam.

Verwarmings industrie is voornemens om krachten te bundelen

Gepubliceerd op

Fabrikanten op het gebied van warmte-opwekking, warmtedistributie, regelapparatuur en rookgasafvoersystemen hebben de intentie uitgesproken om hun krachten te gaan bundelen. Een woordvoerster van FME meldt dat de betrokken partijen dit eerst nog gaan voorleggen aan hun leden. Vanaf 1 januari volgend jaar zal men vervolgens onder de naam Nederlandse Verwarmingsindustrie naar buiten kunnen gaan treden. Naast verenigingen zullen ook afzonderlijke fabrikanten gaan deelnemen, zo is de verwachting.

Vooralsnog lijkt de warmtepompbranche, in de hoedanigheid van de Dutch Heat Pump Association (DHPA) zich niet aan te sluiten. Dat zou vooral te maken hebben met het feit dat er bij de DHPA veel handelaren en groothandels aangesloten zijn.

“Sloop de hiërarchie tussen architect, aannemer en installateur”

Gepubliceerd op

DEN HAAG – Portret van Doekle Terpstra, Techniekpact. FOTO EN COPYRIGHT HENRIETTE GUEST

Als het aan voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI ligt wordt de traditionele hiërarchie tussen architect, aannemer en installateur gesloopt. Dit zei hij tijdens de bijeenkomst Energieneutraal gebouwd op 20 september in Zutphen. Terpstra ziet techniek steeds belangrijker worden, waardoor de importantie van het werk van de installateur toeneemt. “Maar dit mag niet leiden tot een nieuwe hiërarchie, zoals die tot nu toe heeft bestaan tussen architect, aannemer en installateur. Als we de grote uitdagingen waar we voor staan willen aanpakken, zoals het aardgasvrij maken van woningen, dan moeten we juist samenwerken.”

De bijeenkomst stond in het teken van de (ver)bouw van woningen en andere panden om CO2- uitstoot te voorkomen. Tot de deelnemers behoorden aannemers, installatiebedrijven, woningcorporaties en lokale overheden. De organisatie was in handen van de Cleantech Regio, Bouwend Nederland, Uneto-VNI, IDEO en RCT Gelderland.

Nieuwe oplossingen
De deelnemers bespraken cases met elkaar aan inspiratietafels, met als doel tot nieuwe oplossingen te komen. Dit leidde tot ideeën, die soms aardig aansloten bij de woorden van Terpstra. Om tot een goede aanpak te komen van de (ver)bouwvraagstukken moet de hiërarchie verdwijnen, zo vonden ook de deelnemers. Ze pleitten voor werken in bouwteam bij nieuwe projecten. Om tot concrete oplossingen te komen, werd ook voorgesteld dat de gemeente voor de verduurzaming van vastgoed veel intensiever in gesprek moet met de gebruiker. Dat draagt bij tot betere oplossingen, was de mening. Tevens kunnen oplossingen ook veel beter gezocht worden in andersoortige oplossingen dan de waterpomp, zoals waterstof en collectieve voorzieningen. Omdat de ontwikkelingen hard gaan, was de mening ook dat een grote wijk energieneutraal maken gefaseerd moet gebeuren. Als bij de realisatie van de volgende fase alweer nieuwe oplossingen voor handen zijn, kunnen die meteen in de plannen worden meegenomen.

Uneto-VNI ondertekent digitaliseringsdeal voor bouwketen

Gepubliceerd op

Uneto-VNI zet samen met de overheid en de bouw vaart achter digitalisering van de bouwketen. De sector stelt daarvoor een Nationaal Digitaliserings- en Informatiseringsprogramma op waarin afspraken staan over uitwisseling en beheer van data en informatie. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Uneto-VNI en een groot aantal ketenpartners hebben de afspraken onlangs vastgelegd in een intentieverklaring.

Vicevoorzitter Claudia Reiner heeft de digitaliseringsdeal mede getekend namens het samenwerkingsverband Digitaal stelsel Bouw en Installatie (DSBI). Dankzij de deal, die aansluit op de maatschappelijke opgaven uit de Bouwagenda en de toekomstverkenning Connect2025 van Uneto-VNI, is het mogelijk om de efficiency in de bouwketen sterk te verbeteren en forse kostenbesparingen te realiseren, verwacht de installateurskoepel. Reiner: “Slimmer digitaal samenwerken moet al in 2025 10% productiviteitsstijging opleveren. Die is nodig om grote maatschappelijke vraagstukken, zoals het woningtekort en de energietransitie aan te pakken.”

Innovatiekracht
De bouwketen streeft naar een 100% energieneutrale nieuwbouw van woningen en gebouwen in 2025 en een volledig circulaire bouwsector in 2050. Die ambitie is alleen haalbaar met een probleemloze, digitale informatie-uitwisseling. Reiner: “Met deze deal kunnen we de innovatiekracht van de bouwsector enorm versterken. Dat is goed voor het bedrijfsleven, onze medewerkers én voor Nederland.”

Digitaliseringsprogramma
De komende drie maanden werken de deelnemende partijen, waaronder het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Uneto-VNI, Bouwend Nederland, MKBInfra, FEDET, AFNL-NOA, NLIngenieurs en Koninklijke Hibin het digitaliseringsprogramma verder uit. Uiteindelijk doel is dat zoveel mogelijk partijen zich bij het initiatief aansluiten.

Specialisten in ventilatie en gebouwautomatisering vinden elkaar

Gepubliceerd op

De Gentse specialist in gebouwautomatisering OpenMotics maakt sinds kort deel uit van Renson, specialist in ventilatie, zonwering en ‘outdoor living’. “Bij Renson waren we er al langer van doordrongen dat ‘gezond en comfortabel wonen’ verder reikt dan de producten die we daarvoor ontwikkelen”. aldus CEO Paul Renson. “Dankzij deze samenwerking hebben we nu ook een concrete ‘cloud’-oplossing in huis.”

Pieter De Clerck (CEO OpenMotics): “Wat ons betreft zou gebouwautomatisatie even vanzelfsprekend moeten zijn als stromend water of elektriciteit in huis. Het ‘cloud’-platform dat we daarvoor als digitale ‘marktplaats’ aanbieden vergelijk ik graag met de App store. Een mobiele telefoon diende vroeger om mee te bellen en sms’en. Maar het is de App store die de smartphone heeft laten meegroeien met de wensen van de gebruikers. Onze ambitie is om de ‘App store van gebouwen’ te zijn, via een platform met eigen diensten dat tegelijk ook open staat voor externe partijen.”

Zo kwam OpenMotics bij Renson terecht. Bij de eerste contacten twee jaar terug bleek al dat beiden dezelfde visie delen: een huis moet een echte ‘thuis’ zijn waar gezond wonen de norm is. “Wij waren specifiek op zoek naar een strategische samenwerking met een fabrikant in de bouwsector”, verduidelijkt Pieter De Clerck. “Wat ons bij Renson meteen aansprak is het besef dat er leeft hoe de industrie evolueert, maar ook dat je als fabrikant je positie kan versterken door verder te gaan dan enkel ‘bouw-onderdelen’ aan te bieden. Door bijvoorbeeld ‘comfortabel leven en wonen’ (of: ‘creating healthy spaces’) ook als dienst te vermarkten. En daar kunnen wij prima toe bijdragen.”

Rino De Muelenaere (Group Director R&D Renson):  “Het cloud-platform van OpenMotics bundelt alles voor ‘intelligent wonen’, waarbij een gebouw op termijn ook leert van het gedrag van z’n bewoners en diensten en technieken (ventilatie, zonwering, verwarming, verlichting, koeling, …) daarop afstemt. Dat maakt van OpenMotics een fundamentele speler voor Renson om effectief het bewijs te leveren dat we – dankzij alle verzamelde data in de cloud – onze baseline ‘creating healthy spaces’ in de praktijk kunnen waarmaken.

Pieter De Clerck: “Wij zien in deze samenwerking een enorm groeipotentieel waar we anders alleen maar konden van dromen. Ik geloof daarbij wel sterk in een stap voor stap aanpak en vond diezelfde visie terug bij Renson. Feit is dat we van beide kanten in staat zijn om heel snel te schakelen en we allebei onze dynamiek willen behouden. Dat is ook de reden waarom wij zelf in Gent gevestigd blijven.”

Ontwikkelaar en leverancier starten samenwerking voor 300 gasloze woningen

Gepubliceerd op

Ontwikkelaar Timpaan en leverancier van duurzame energieconcepten Klimaatgarant hebben een intentieovereenkomst getekend tussen om vanaf 2019 jaarlijks 300 gasloze woningen te gaan realiseren. Namens Timpaan tekende algemeen directeur Ingeborg de Jong, namens Klimaatgarant directeur Gert-Jan ’t Hart. Het gasloze energieconcept van Klimaatgarant wordt al in twee projecten van Timpaan gerealiseerd, te weten Nieuw Waard in Heerhugowaard en Het Gemaalhuis in Hoofddorp. In de intentieverklaring is opgenomen dat Timpaan en Klimaatgarant deze samenwerking willen uitbreiden.

Timpaan verwacht vanaf 2019 jaarlijks 300 woningen met Klimaatgarant te ontwikkelen en Klimaatgarant geeft aan deze woningen te kunnen voorzien van een energieconcept tegen marktconforme (lease)voorwaarden. Dit energieconcept bestaat uit een grondgebonden warmtepomp, ventilatie met warmteterugwinning en warmteterugwinning uit douchewater. Klimaatgarant verleent een energieprestatiegarantie van 25 jaar aan de bewoners.

Noord-Limburgse familiebedrijven fuseren

Gepubliceerd op

Elektro Martens Installatie en Keijsers Manders Installatietechniek gaan samen verder onder de naam Keijsers Martens elektro- en installatietechniek. De directeuren Edwin Keijsers en Wilfred Martens hebben het vertrouwen dat de twee Noord-Limburgse familiebedrijven door bundeling van krachten, kennis en kunde de huidige en toekomstige klanten nog beter van dienst kunnen zijn in een snel veranderende markt.

Met een totaalaanbod in installatietechniek staan de 52 medewerkers van Keijsers Martens 24/7 klaar voor de klanten en kunnen zij hen ontzorgen met het ontwerpen, realiseren en onderhouden van elektrotechnische én werktuigbouwkundige installaties. Daarbij streeft het bedrijf naar de realisatie van een comfortabele en energiezuinige werk- en leefomgeving, die voldoet aan eigentijdse eisen en mogelijkheden.

Pilotproject: plug-and-play installatiemodule bij woningbouw

Gepubliceerd op

De productie van nieuwe woningen blijft achter bij de vraag. Dat ligt volgens Löwik Installatietechniek voor een belangrijk deel aan de complexiteit op de bouwplaats zelf. ‘Bouwers, installateurs en nutsbedrijven zitten elkaar vaak in de weg, zeker in stedelijke gebieden.’ Een coalitie van partijen met onder meer dit installatiebedrijf start daarom volgende maand met een pilot om de complexiteit in het installatieproces grotendeels op te lossen: een plug-and-play woningaansluiting van elektra en data.

Het idee is dat de woningaansluiting op elektra een standaardmodule is die al voor de bouw wordt geplaatst en waarop installateurs plug-and-play kunnen aansluiten. Dit moet ervoor zorgen dat netbeheerder en bouwer niet meer van elkaar afhankelijk zijn, elkaar niet in de weg lopen en aan hun eigen planning kunnen vasthouden. Ook kan de installateur al in een vroeg stadium in de bouw de verlichting en verwarming realiseren.

Pilotproject
Löwik Installatietechniek heeft het pilotproject bij De Boddenkamp in Enschede samen met onder andere Eaton Industries en C&S Benelux opgepakt. Hier legt de netbeheerder al voor de plaatsing van de woningcasco’s een hoofdaansluiting met een slimme meter aan. Vervolgens plaatst de bouwer het woningcasco met de installatiemodules. Direct daarna kan de installateur de elektrotechnische installatie aansluiten.

De plug-and-play woningaansluiting bij het pilotproject in Enschede is technisch nog niet volledig uitgekristalliseerd. Het is wel de eerste stap op weg naar een oplossing voor de belemmerende complexiteit van de bouwplaats, verwachten de betrokken partijen, waaronder bouwers, installateurs, fabrikanten, netbeheerders en projectontwikkelaars.

Vernieuwde samenwerking in wateronderzoek

Gepubliceerd op

Vitens Solutions zet haar samenwerking met Xigna voort. Xigna is een adviesbureau op het gebied van waterbeheer met specialisaties op het gebied van Legionella, zwembad-, industrie-, ziekenhuis- en afvalwater. Met de hernieuwde samenwerking willen beide partijen een betere integratie op het gebied van wateronderzoeken bereiken, met kostenbesparingen en het einde van papieren logboeken als gevolg. Dit zal resulteren in een online digitale wateranalyse inspectiedossier (UCare4) met normwaardesignaleringen voor alle zakelijke eindgebruikers.

Landelijke dekking en concurrerende prijzen
“De keuze in leveranciers in de zwembad- en wellness-sector is de afgelopen jaren sterk afgenomen, met prijsstijgingen tot gevolg”, zegt Clemens Stemerdink, directeur van Xigna. “De samenwerking tussen Vitens en ons bedrijf zorgt voor een sterk alternatief met landelijke dekking, concurrerende prijzen en snelle reactietijden, gecombineerd met expertise in zwembadwaterbehandeling.”

Xigna, experts in waterveiligheid
Xigna is het advies- en inspectiebureau op het gebied van waterveiligheid. Specialisten van Xigna verzorgen inventarisaties en evaluaties van Legionella-, zwembadwater- en koeltorenrisico. Verder dragen ze zorg voor borging van de beheertaken met inzet van het online digitaal logboek UCare4. Daarnaast is Xigna een kenniscentrum inzake wet- en regelgeving en efficiënt waterbeheer, zoals keerklepcontroles, audits, waterbemonstering en analyse.

Xigna is KIWA BRL6010 gecertificeerd voor Legionella preventie-adviesdiensten en is Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers – VCA* gecertificeerd.

Vitens Solutions
Het Vitens Laboratorium is een van de grootste en meest geavanceerde drinkwaterlaboratoria van Europa. Vitens Solutions biedt in samenwerking met Xigna alle denkbare chemische en microbiologische analyses aan op het gebied van water. Jaarlijks worden ongeveer 850.000 watermonsters op ruim 2.300 componenten onderzocht. Het Vitens Solutions laboratorium is geaccrediteerd voor een groot aantal analyse- en bemonsteringsmethoden door de Raad voor Accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17025 onder nummer L043 (Leeuwarden).

Vitens Solutions hanteert ISO-normen voor Kwaliteits-, Arbo- en Milieumanagementsystemen. Hierdoor worden producten en diensten verbeterd, wordt de milieubelasting geminimaliseerd en de veiligheid en gezondheid van medewerkers optimaal gewaarborgd. Deze normen zijn opgezet volgens NEN-EN-ISO 9001:2008, OHSAS 18001:2007 en de ISO 14001:2004 norm. Vitens NV is voor genoemde normen gecertificeerd door DEKRA Certification B.V.

Fabrikant klimaatbeheersing en logistiek dienstverlener zetten samenwerking voort

Gepubliceerd op

OC Verhulst en Saan Industriële Verhuizingen zetten hun samenwerking 3 jaar voort. OC Verhulst ontwikkelt, produceert en importeert systemen en componenten voor klimaatbeheersing. Saan Industriële Verhuizingen biedt een oplossing voor logistieke vraagstukken. Samen willen zij klanten volledig ontzorgen en besparing realiseren. OC Verhulst is voor klanten het aanspreekpunt van levering van het klimaatsysteem tot het transport, de plaatsing en aansluiting op de locatie.

De samenwerking betekent volgens beide bedrijven minder organisatie en regelwerk voor de klant, een kortere doorlooptijd van het proces omdat de planning beter op elkaar afgestemd kan worden, geen vertraging meer door wachttijden door aan- en afvoertijden van transporteurs die niet aansluiten, en dus vermindering van risico en kosten. ‘Dit voordeel is bleek al bij verschillende projecten die gezamenlijk zijn opgeleverd afgelopen tijd. Zoals het Prinses Maxima Centrum in Utrecht, het VLTC gebouw in Amsterdam of het Gelders Huis in Arnhem. In alle gevallen is de opdrachtgever ontzorgd door een secure overname van het logistieke traject.’

[related_post themes=”text”]

Speciale installateurs gaan meehelpen woningen levensbestendig te maken

Gepubliceerd op

Uneto-VNI en zorgartikelen-leverancier Vegro gaan samenwerken om ouderen te helpen hun huis levensloopbestendig te maken. Hiervoor hebben beide organisaties een convenant getekend. Klanten van Vegro die langer zelfstandig willen blijven wonen, ontvangen voortaan een vrijblijvend advies van een erkende ComfortInstallateur. Ook schakelt Vegro deze in voor het uitvoeren van woningaanpassingen. Dankzij de samenwerking verwachten de organisaties de komende vijf jaar 5.000 woningen aan te pakken.

Met het convenant willen Uneto-VNI en Vegro vraag en aanbod dichterbij elkaar brengen. Vegro krijgt dagelijks vragen van klanten over de mogelijkheden om langer zelfstandig te blijven wonen. Het bedrijf brengt die klanten vanaf vandaag in contact met een ComfortInstallateur die advies verstrekt én de werkzaamheden vervolgens uitvoert en coördineert. Vicevoorzitter Claudia Reiner van Uneto-VNI: “De vraag naar levensloopbestendige woningen zal de komende jaren fors toenemen. Met dit initiatief willen we het tekort aan aangepaste woningen verminderen en meer ouderen de kans geven om veilig en comfortabel in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen.”

René Kamerbeek, directeur Vegro: “Teveel ouderen of mensen met een beperking kunnen momenteel niet terecht in een levensloopbestendige woning of weten niet welke technische mogelijkheden er beschikbaar zijn om hun huis comfortabel en veilig te maken. Daarom gaan Uneto-VNI en Vegro samen de voorlichting intensiveren. Voor ons is dit een logische stap en een extra dienstverlening naar onze klanten.”

Erkende ComfortInstallateurs hebben een speciale opleiding gevolgd en adviseren ouderen over woningverbeteringen, zoals een traplift, looprouteverlichting, een aangepaste badkamer en toilet, een bredere deur of het verwijderen van drempels. Ze werken samen met andere technische specialisten op het gebied van sanitair, elektra en aannemersbedrijven, om klussen in één hand te kunnen uitvoeren. Waar nodig schakelen ComfortInstallateurs deskundige partners in zoals ergotherapeuten, fysiotherapeuten of gespecialiseerde zorgbedrijven.

Vegro is specialist in hulpmiddelen. Bij meer dan 60 Vegro Thuiszorgwinkels kan men terecht voor het lenen, huren en kopen van hulpmiddelen op het gebied van gezondheid, mobiliteit, welzijn, kraamtijd, slaap- en wooncomfort, sport en revalidatie.

[related_post themes=”text”]

Partnership om installaties beter af te stemmen op gebouwbezetting

Gepubliceerd op

Smart Building specialisten Lone Rooftop en Simaxx gaan een partnership aan. Lone Rooftop heeft met de Position Intelligence Engine (PIE) een platform in handen dat 24/7 inzicht geeft in de bezetting van gebouwen door middel van WiFi en sensoren. Deze data is input voor Simaxx om de installaties te laten functioneren naar de actuele vraag op dat moment. Simaxx en Lone Rooftop willen gezamenlijk gebouwen zuinig, energie-efficiënt, gezond en comfortabel gaan maken.

Zowel Lone Rooftop als Simaxx ontsluiten data uit gebouwen en zetten dit om in relevante informatie. “Door de open softwareplatformen via API’s met elkaar te integreren, krijgen we goed inzicht en kunnen klimaatinstallaties worden aangepast op de bezettingsgraad waardoor de mogelijke efficiëntieslag enorm wordt vergroot. Hierdoor kunnen er prestatiegaranties worden gegeven tot op ruimteniveau”, aldus Eloi Burdorf, CEO van Simaxx.

Uiteindelijk wil Simaxx ook gaan profiteren van de Prediction Engine die Lone Rooftop aan het ontwikkelen is, waarbij een voorspelling wordt gedaan over hoe de bezetting in een gebouw zich gaat ontwikkelen. Hierdoor weet je hoe werkplekken op welke dagen gebruikt gaan worden. Als de bezetting op vrijdag maar 50% is, kunnen er afdelingen of vleugels van het gebouw gesloten worden. 

[related_post themes=”text”]

Ziekenhuis vertrouwt consortium nieuwbouw, verbouw en onderhoud toe

Gepubliceerd op

prestatieovereenkomst-asz-wkc-1Van Wijnen, Kuijpers en Croonwolter&dros zijn de komende 3,5 jaar de exclusieve partners voor alle nieuwbouw-, verbouw- en onderhoudsprojecten binnen het Albert Schweitzer ziekenhuis. Ze zijn als consortium ‘WKC vof’ een meerjarige prestatieovereenkomst zijn aangegaan. “Met de prestatieovereenkomst pakken we projecten op een vernieuwende manier op, we benaderen ze als prestaties”, legt Gert Verspuij uit. Hij is integraal vof manager van het WKC. “Het ziekenhuis benoemt een probleem en geeft ons een budget mee. Op basis van deze input gaat het team samen op zoek naar de beste oplossing.” Door het meten van kritische prestatie indicatoren (KPI’s) wordt de samenwerking nu continu beoordeeld en geëvalueerd. Hierdoor is een zelf verbeterend proces ontstaan.

“Dat we met elkaar dit bijzondere verbond aangaan, betekent dat we het volste vertrouwen hebben in elkaars kwaliteit en expertise”, geeft Max Heijboer, Hoofd Bouwprojecten bij het Albert Schweitzer ziekenhuis, aan. “De samenwerking is niet vrijblijvend, alle partijen verwachten van elkaar topprestaties. Door de beproefde samenwerking binnen complexe bouwprojecten, weten we precies hoe de ander denkt en houden we elkaar scherp. Dat moet ook, want wat wij samen bouwen, raakt direct onze kwaliteit en veiligheid van zorg.”

Om voor patiënten een aantrekkelijk en vertrouwd adres te blijven, zijn vernieuwing en verbouwing constante factoren in het bestaan van het Albert Schweitzer ziekenhuis. Volgens het principe ‘elke dag beter’ wil het ziekenhuis hierop voort blijven bouwen. De integrale aanpak van het team is dan ook gericht op verbetering van het prestatieniveau en verlenging van de levensduur van het gebouw.

hal Dordwijk, boekje welkom januari 2013

Het Albert Schweitzer ziekenhuis werkt sinds april 2011 samen met de partners van het huidige WKC. Het team heeft onder andere werkzaamheden op de afdelingen Geriatrie, Breastclinic, PAAZ, Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA), Oncologie, Dialyse, Verloskunde en de Oogpoli OK uitgevoerd. Tijdens de werkzaamheden liep het primaire proces van het ziekenhuis zonder overlast voor patiënten, bezoekers en medewerkers gewoon door. Eind 2014 is besloten om de samenwerking, met de projectorganisatie van het Albert Schweitzer ziekenhuis en in de vorm van het WKC, verder te ontwikkelen.

Gert Verspuij spreekt van een unieke overeenkomst: “De prestatieovereenkomst is een bekroning op de vernieuwde samenwerking van de afgelopen 1,5 jaar. Het goed luisteren en elkaar op deze manier aanspreken op lopende zaken heeft bijgedragen aan de openheid en transparantie van de samenwerking zoals deze nu is. Door continu onze prestaties te meten, blijven we verbeteren.”

[related_post themes=”text”]

 

Eén loket voor communicatiestandaard bouw en installatietechniek

Gepubliceerd op

thumb_rollbanner_ketenstandaard_visualisatieDe stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie heeft de 150 leden van GS1 Nederland overgenomen, die nog een licentie met GS1 Nederland hadden voor het gebruik van de Sales-communicatiestandaard voor bouw en installatietechniek. Ketenstandaard is op 1 juli 2015 ontstaan uit een fusie van de stichtingen ETIM Nederland en S@Les in de Bouw. Zo is een onafhankelijk platform ontstaan met de standaarden ETIM voor artikelclassificatie en Sales voor elektronische datacommunicatie. Naast 110 ETIM-leden telt Ketenstandaard ruim 650 leden met duizenden gebruikers van de Sales-standaard voor de uitwisseling van elektronische artikel- en productgegevens, bestellingen, onderhoudsopdrachten, orderbevestigingen, pakbonnen, facturen en offertes.

Het intellectueel eigendom van de Sales-communicatiestandaard, dat voor 50% bij GS1 Nederland lag, berust nu volledig bij Ketenstandaard, die ook alleen verantwoordelijk is voor beheer, onderhoud en distributie. GS1 Nederland blijft via Ketenstandaard betrokken bij de bouw en installatiesector, maar zal zich primair richten op barcodering en het beschikbaar stellen van haar expertise op het vlak van XML-standaardisatie.

Ketenstandaard heeft haar wortels in de bouw- en installatiesector en beschikt daarom over specifieke sectorkennis en een uitgebreid netwerk. Ketenstandaard is daardoor in staat om op dit punt gerichtere dienstverlening te bieden dan GS1 Nederland.

[related_post themes=”text”]

 

Erkenning voor BreeamNL software

Gepubliceerd op

breeam-softwareDGMR heeft de Batch of Recognition ontvangen voor haar Breeam-NL-software TEAM Live. De software speelt in op de toenemende populariteit van Breeam-NL en daarmee de vraag naar software-oplossingen voor het managen van het certificeringsproces. Om in het bezit te komen van een Breeam-NL Nieuwbouw en Renovatie-certificaat moeten de duurzaamheidsprestaties van gebouwen worden aangetoond en gewaarborgd. Hiervoor is verregaande afstemming nodig tussen de bouwpartners en de begeleidend Breeam-NL Expert tijdens het ontwerp- en bouwproces.

Richard Schmidt, directeur DGMR Software: “Wij hebben veel ervaring met Breeam en het begeleiden van certificeringsprocessen. Tot voor kort gebruikte Experts vooral Excelsheets en Outlook om grip te houden op de voortgang van het proces en te communiceren met de bouwpartners. Dit is natuurlijk niet ideaal en bovendien tijdrovend en foutgevoelig. Daarom hebben we samen met Breeam-NL Experts binnen en buiten DGMR een softwaretool ontwikkeld om deze processen beter te kunnen managen en daarmee tijd en geld te besparen. De eerste resultaten zijn veelbelovend en duiden op een productiviteitswinst tot zeker 20 procent.”

TEAM Live gaat verder dan procesmanagement alleen. De tool sluit ook aan op de Breeam-NL-systematiek voor Nieuwbouw en Renovatie. Daarnaast kunnen de verzamelde bewijslasten voor de duurzaamheidsprestaties rechtstreeks worden ingelezen in de Assessmenttool van de DGBC. Dit is alleen mogelijk als de software is getoetst en goedgekeurd door de DGBC, de beheerder van Breeam-NL.

[related_post themes=”text”]

Unica wil leren denken en handelen als een startup

Gepubliceerd op

patrick-de-zeeuw-links-arjen-leenhouts-rechts-voor-overzicht-deelnTechnisch dienstverlener Unica en Startupbootcamp zijn een partnership aangegaan. Partners van Startupbootcamp voorzien veelbelovende startups onder andere van kennis en toegang tot hun netwerk. Arjen Leenhouts, CEO van Hellemans Consultancy (onderdeel van Unica): “Unica omarmt disruptieve (zich snel tot iets groots ontwikkelende) technologie vol overgave. De weg voorwaarts begint met het open staan voor innovatie die bestaande modellen op z’n kop kan zetten. Deze partnership maakt me dan ook trots. Wij kunnen als organisatie leren denken en handelen als een startup. De ‘can do’ mentaliteit is enorm inspirerend. Veelbelovende organisaties kunnen we verbinden met ons netwerk. Ook is het enorm inspirerend om bovenop de laatste trends en ontwikkelingen te zitten en deze kennis en ideeën te delen met onze partners.”

Patrick de Zeeuw, co-founder van Startupbootcamp: “Duurzaamheid, innovatie en ondernemerschap zijn voor Unica en ons belangrijke waarden. Net als de startups die zijn geselecteerd voor het Startupbootcamp-acceleratorprogramma E-commerce, streeft Unica er naar om mee te bouwen aan een betere toekomst. Hierbij gebruikt Unica innovatieve en technologische oplossingen. Dit partnership is voor Unica een geweldige kans om mee te draaien in het startup ecosysteem, en voor startups is het fantastisch om lessen te leren van een gevestigde marktleider.”

Unica is met 14 vestigingen, 10 gespecialiseerde bedrijven, 3 regionale projectenbedrijven en circa 1.850 medewerkers een grote zelfstandige technisch dienstverlener in Nederland. Startupbootcamp is opgericht in 2010 en is met een mentor- en alumni-netwerk in meer dan zestig landen de nummer 1 accelerator buiten de USA.

[related_post themes=”text”]

Softwareleverancier voor bouw- en installatiebranche start samenwerking met softwarehouse

Gepubliceerd op

acto-next-step-project-en-servicemanagementActo Informatisering en softwarehuis Thinkwise hebben een strategische partnerovereenkomst getekend. Acto gaat het Thinkwise platform inzetten voor de ontwikkeling en beheer van haar branche-specifieke software.  De softwareleverancier voor de bouw- en installatiebranche ziet de behoefte van de markt en ondersteunende ERP-applicaties continu veranderen. “Naast essentiële speerpunten als mobiliteit en weboplossingen, zijn ook flexibiliteit en een korte time-to-market belangrijk. Bedrijven zijn steeds meer op zoek naar een platform waarin naast een best-practice oplossing ook functionele flexibiliteit wordt geboden.”

Acto vindt het een logische volgende stap om te kiezen voor het Low Code Development platform van Thinkwise; een platform waarmee nieuwe applicaties kunnen worden gemodelleerd met een zeer korte realisatietijd. Willem Verhoef, directeur van Acto, legt uit waarom: “Wij geloven in het ERP van morgen. De markt eist een hoge functionele flexibiliteit, waarbij vanuit één standaard, eenvoudig functionele aanvullingen tegen lage (maak- en beheer-)kosten en met een korte doorlooptijd bij de klant kunnen worden geïmplementeerd. Het Thinkwise platform sluit hier op aan en geeft ons deze mogelijkheden.”

“We zijn erg blij met de strategische keuze voor Thinkwise die Acto heeft gemaakt”, aldus Robert van der Linden, CEO bij Thinkwise. “Dit partnership speelt in op de wens van Acto om beter en sneller klanten van dienst te kunnen zijn. Thinkwise neemt de technologiekennis voor haar rekening. Acto kan zich compleet richten op de ontwikkeling van applicaties en focussen op nieuwe oplossingen. Met het Thinkwise platform is Acto technologisch en functioneel op de toekomst voorbereid. De ontwikkelde software wordt gemodelleerd en de applicaties zijn direct beschikbaar voor Windows, web en mobiele toepassingen.”

[related_post themes=”text”]

Integraal ontwerpen tijdens de Dutch Green Building Week

Gepubliceerd op

integratedDinsdag 27 september vindt op het verenigingsbureau van TVVL de bijeenkomst: ‘Integraal ontwerpen; Energie & Binnenluchtkwaliteit’ plaats in het kader van de Dutch Green Building Week. De dag begint met een workshop over het lopende TVVL onderzoek: ‘Hoe een écht energieneutraal gebouw op basis van werkelijke energiegebruiken beoordeeld kan en moet worden’. Daarna komen de succesfactoren aan de orde voor een noodzakelijke intensieve samenwerking om tot BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) te komen. Er wordt ingegaan op integraal samenwerken, specifiek op de uitdagingen voor ziekenhuizen.

In het middagprogramma komen naast energieneutraliteit ook gezondheidsaspecten aan bod. Welke invloed heeft adequaat ventileren en een optimale binnenluchtkwaliteit op comfort en gezondheid in slaapruimten? Verder hoort u de laatste ontwikkelingen over microklimatisering en de meest actuele (wetenschappelijke) ontwikkelingen rondom gezondheid, comfort en energiegebruik.

Inschrijven

Groothandels openen pop-up installatiecafé tijdens vakbeurs Hardenberg

Gepubliceerd op

InstallatiecaféTechnische groothandels Rensa, GévierDales en Verholt openen op 13 september op Installatie Vakbeurs Hardenberg hun installatiecafé. Het pop-up café zal 15 september zijn deuren weer sluiten. Het idee voor een pop-up installatiecafé ontstond bij Rensa omdat bezoekers van beurzen deze gelegenheid voornamelijk gebruiken om te netwerken. Rensa heeft vervolgens twee van haar zusterbedrijven, GévierDales en Verholt, benaderd om samen invulling te geven aan dit concept. Zij laten op de Installatie Vakbeurs Hardenberg een compleet café bouwen, inclusief bar met twee speciaalbieren op de tap.

In het installatiecafé zijn ervaren medewerkers van de drie gespecialiseerde groothandels aanwezig voor het beantwoorden van vragen en het geven van advies. Daarnaast leent de setting zich uitstekend om tips en ervaringen uit te wisselen met collega installateurs. Installateurs en fabrikanten zijn van 13 tot en met 15 september welkom om een bezoek te komen brengen en de lokaal gebrouwen bieren te komen proeven. U vindt het installatiecafé in hal 4 (standnummer 432, 432A en 450).

Technische groothandels Rensa, GévierDales en Verholt behoren tot de Rensa Groep; een moedermaatschappij met diverse nationale en internationale dochterondernemingen in de installatiebranche. De visie van de Rensa Groep is dat de klant maximaal wordt bediend wanneer zij door vakspecialisten te woord wordt gestaan. Daarom heeft de Rensa Groep in Nederland verschillende bedrijven met ieder hun eigen specialisme binnen de installatiebranche. Technisch Handelsbureau Rensa BV in verwarming en ventilatie, GévierDales Sanitair BV in watertechniek en sanitair en Verholt BV in meetinstrumenten en pompen.

[related_post themes=”text”]

Distributeur organiseert kennisplatform voor adviseurs en installateurs

Gepubliceerd op

IMG_0208 Kennis Platform GallettiOnlangs heeft Airconair, distributeur van Galletti producten, het eerste Galletti Kennis Platform georganiseerd. In een ochtendsessie hebben enkele adviseurs en installateurs hun mening gegeven over een aantal ontwikkelingen in de Nederlandse markt. Allereerst heeft de groep zich gebogen over het vraagstuk: CO2, het koudemiddel van de toekomst? Daarna is gesproken over de behoefte aan een softwarepakket, dat een conventioneel verwarmingssysteem vergelijkt met een warmtepompsysteem op zowel energetisch als economisch gebied. Als laatste item is Erp 2016 en 2018 besproken. Airconair zal dit kennisplatform in de toekomst vaker gaan organiseren.

Tijdens de ochtend zijn de voor- en nadelen van CO2 besproken en is de eerste seriematig geproduceerde warmtepomp met het koudemiddel CO2 geïntroduceerd door de Galletti Group. Deze warmtepomp kan 80°C tapwater maken.

Daarna evalueerden de deelnemers de online software (Seneca), die door Galletti is ontwikkeld i.s.m. de universiteit van Bologna. De software werd als een werkzame en efficiënte tool ervaren.

Het laatste onderwerp, de Erp, betreft EC-richtlijnen waar de producten op de Europese markt aan moeten voldoen m.b.t. het ecologisch ontwerp van energie gerelateerde producten. Het platform kwam tot de conclusie dat er nog te weinig aandacht voor dit fenomeen is in Nederland, veroorzaakt door een gebrekkig voorlichting.

Het Kennis Platform werd afgesloten met een evaluatie tijdens de gezamenlijke lunch.

[related_post themes=”text”]

 

FNV richt meldpunt op voor misstanden op bouwplaatsen

Gepubliceerd op

Misstand bouwplaatsFNV Bouw roept een meldpunt in het leven voor bouwvakkers om gevaarlijke situaties aan te kaarten op bouwplaatsen. De FNV krijgt zoveel signalen binnen van onregelmatigheden dat de vakbond besloten heeft om het meldpunt op te richten. Dat zegt FNV-bestuurder Willem Dijkhuizen zaterdag in De Telegraaf.

Dijkhuizen hoopt vooral Poolse en Roemeense bouwvakkers te bereiken. Buitenlandse uitzendkrachten zouden vaak niets durven te zeggen, omdat ze bang zijn om hun baan te verliezen. Op bouwplaatsen ontstaan misverstanden, onder meer doordat er Nederlands, Pools, Roemeens en Engels wordt gesproken. Volgens Dijkhuizen leidt dit soms tot “levensgevaarlijke situaties”.

[related_post themes=”text”]

Stap richting totale ontzorging

Gepubliceerd op

Merford-Belgie-05_HeaderMerford Special Doors, gevestigd in Gorinchem en producent van speciale deuren, neemt het Tilburgse Alrema, fabrikant van onder meer deuren voor transformatorruimten, over. Merford zegt met de producten van Alrema architecten en aannemers een compleet aanbod te kunnen doen. “Complete projectontzorging voor hoofdstuk 30”, vat algemeen directeur Arjan Ros van Merford Special Doors de voordelen samen.

“Ontzorging van het projectmanagement neemt architecten en aannemers al het werk in ‘hoofdstuk 30’ van de Stabu besteksystematiek uit handen”, zeggen Ros en directeur René Ossenblok van Alrema. In dat specifieke hoofdstuk van de bestekomschrijving staat alles wat verband houdt met kozijnen, ramen en deuren. Dat zijn onder meer de brand-, kogel- en geluidwerende deuren van Merford Special Doors en de deuren voor transformatorruimten, roostergevels en Janssen profielsystemen van Alrema. “Opdrachtgevers kunnen die nu allemaal bij één partij bestellen. We blijven doen wat we al deden, maar dan completer”, zegt Ros.

Merford komt zo tegemoet aan een groeiende behoefte. Aannemers hebben steeds minder mensen in dienst voor projectmanagement. “Bij een gevel met verschillende elementen kost het erg veel tijd om die allemaal bij afzonderlijke leveranciers te bestellen”, zegt Ossenblok. “Tijd die er eigenlijk niet is. Dat is de reden dat bijvoorbeeld aannemers tegen ons zeggen: jullie hebben verstand van deuren; regel het maar zodat wij er geen omkijken naar hebben”, vult Ros aan.

Met de producten van Alrema kan Merford een complete gevel leveren. Architecten ontwerpen steeds vaker een ventilerende gevel waarin de deur van een transformatorruimte onzichtbaar is weggewerkt. Alrema levert deze deuren én de roostergevel waarin ze geplaatst worden. Merford zorgt voor de andere benodigdheden. Zo wordt vanaf één adres een complete opdracht uitgevoerd.

Ruim een half jaar geleden raakten Merford en Alrema met elkaar in gesprek. Beide bedrijven constateerden dat een samenwerkingsverband de efficiëntie zeer ten goede zou komen. Van het een kwam het ander en zo werd de overname van Alrema door Merford een feit. Merford neemt de medewerkers van Alrema over. De divisie Special Doors van de Merford Groep heeft na de overname veertig mensen in dienst in Gorinchem.

Merford Special Doors levert totaaloplossingen voor situaties waar speciale eisen worden gesteld aan deuren of roosters. Bijvoorbeeld op het gebied van geluidwerendheid, brandwerendheid, inbraakwerendheid, explosiewerendheid, kogelwerendheid en ventilatie. Het bedrijf verzorgt het complete traject van advies en ontwerp tot levering en montage. De gecertificeerde producten worden naar klantwens ontworpen en geproduceerd en toegepast in de bouw en industrie, bijvoorbeeld in tunnels, energiecentrales, theaters, bioscopen en discotheken.

[related_post themes=”text”]

Windcongres op Vakbeurs Energie

Gepubliceerd op

windmolens1Nederland wil klimaatneutraal zijn in 2050, waarbij windenergie een belangrijk onderdeel is. Ontwikkelen van nieuwe windenergieprojecten op land is complex. Er lijkt sprake te zijn van een kloof tussen ontwikkelaar, burger en overheid, met enkele projecten in Noord-Nederland als voorbeeld. Draagvlak is niet vanzelfsprekend maar wel noodzakelijk. Veel overheden worstelen daardoor met het halen van hun taakstelling. Deze situatie vraagt om een nieuwe aanpak. Tijdens het windcongres, op 4 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch  staat de dialoog met overheden, markt en omgeving centraal.

Doel is om samen de aanzet te geven tot een nieuwe, frisse aanpak die de realisatie van Wind op Land dichter bij de marktpraktijk brengt. Het windcongres is onderdeel van  Vakbeurs Energie 2016 en wordt georganiseerd in samenwerking met adviesbureaus Antea Group en Econnetic. Maurits Groen (nummer 1 van de duurzame 100) zal het congres aftrappen als keynote speaker, waarna topsprekers als Harm Reitsma (Windcentrale), Teus Baars (Zeeuwind) en Kevin Dijkers (Yard Energy), met verschillende overheden in dialoog zullen gaan over de uitdagingen waar we voor staan. De dag wordt geleid door dagvoorzitter Olof van der Gaag (directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, NVDE). Ook een uitgebreide lunch en netwerkborrel ontbreken niet.

Inschrijven voor het windcongres kan vanaf 1 augustus, reserveren kan door een e-mail met  contactgegevens te sturen naar Lisa Leeuwestein lisa@54events.nl .

Aanpak van agressie bij woningcorporaties

Gepubliceerd op

001_RBIAdam-image-ZVS13018I01Werknemers bij woningcorporaties, zoals medewerkers van afdelingen ‘Beheer & Onderhoud’ kunnen tijdens hun werk worden geconfronteerd met agressie en geweld. Daarom is het van belang dat deze organisaties hun medewerkers voldoende beschermen. Dat doen zij steeds beter, constateert de Inspectie SZW, die eind 2015-begin 2016 inspecties uitvoerde bij deze sectoren. Organisaties hebben vorm gegeven aan het agressie- en geweldbeleid, het opgenomen in het opleidingsprogramma en werk gemaakt van bewustwording. Daarnaast hebben werkgevers actie ondernomen bij ongewenste incidenten. Blijvende aandacht en bewustwording is echter belangrijk.

De Inspectie SZW controleerde of overtredingen die in 2013 en 2014 werden geconstateerd, waren opgeheven. In totaal bezocht de Inspectie SZW 49 locaties van grote en kleine woningcorporaties. Daar werden geen overtredingen meer geconstateerd. De Inspectie SZW voerde verder 71 inspecties uit bij gerechtsdeurwaarders. Daarvan waren tien locaties niet in orde. In de meeste gevallen was de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie niet in orde en een enkele keer waren voorlichting en training aan medewerkers onvoldoende.

Bij woningcorporaties was er wel verschil in de mate waarin de maatregelen tot op de werkvloer waren ingevoerd en geborgd. Dat kan ertoe leiden dat de aanpak van agressie en geweld niet overal structureel onderdeel blijft uitmaken van het dagelijks werk en de procedures. De Inspectie ziet bijvoorbeeld dat woningcorporaties de gevolgen voor hun medewerkers van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd onderkennen. Denk aan het langer thuis wonen van ouderen, meer GGZ-cliënten in reguliere huisvesting en de toestroom van vluchtelingen. Zo dienen trainingen gericht op de-escalerend gedrag en agressie te worden aangepast aan de huidige maatschappelijke ontwikkelingen.

Agressie- en geweldsincidenten zijn incidenten waarbij derden (bijvoorbeeld bezoekers of cliënten) een werknemer psychisch of fysiek lastig vallen, aanvallen of bedreigen. In de publieke sector komen regelmatig dit soort incidenten voor. Agressie is geen ‘ongemak dat nu eenmaal bij het werk hoort’, maar kan leiden tot langdurige uitval. Volgens de Arbeidsomstandighedenwetgeving moet de werkgever beleid hebben en maatregelen nemen om agressie en geweld te voorkomen, te beheersen en de gevolgen ervan te beperken.

Met de nieuwe Zelfinspectietool Werkdruk en Ongewenst gedrag kunnen werkgevers zelf checken of zij voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van werkdruk, ongewenste omgangsvormen en agressie en geweld.

[related_post themes=”text”]

Softwarespecialist verbetert marktpositie

Gepubliceerd op

Clipboard25Acto is software- en organisatiespecialist voor de installatie, bouw- en infrabranche. Sinds kort mag het bedrijf zich officieel Microsoft Enterprise Cloud Alliance Partner noemen. Daarmee verstevigt Acto de jarenlange samenwerking met Microsoft. Dit partnership is een logische vervolgstap in de productstrategie van Acto. “De oplossingen die wij voor onze klanten maken, moeten we snel en flexibel kunnen ontwikkelen en implementeren. Door gebruik te maken van de kennis van Microsoft en de Microsoft cloud-oplossingen, kunnen we dit realiseren,” aldus William Zegers, algemeen directeur van Acto. Flexibiliteit, mobiliteit en een snelle time-to-market zijn drie van de speerpunten van Acto, dat sinds 2014 na een managementbuy-out als onafhankelijk softwarebedrijf opereert. Om toe te treden tot deze cloud alliance, heeft Acto zijn oplossingen door Microsoft laten certificeren voor onder andere Azure en SQL Server. “Dit is voor ons en onze klanten een logische belangrijke volgende stap in flexibiliteit, openheid en integreerbaarheid van onze ERP-oplossingen. Een voorbeeld hiervan is de integratie van Microsoft Power BI,” aldus Zegers. “De diverse apps waarmee wij de ERP ontsluiten voor een zeer grote groep gebruikers, zijn dankzij het Azure-platform op een veilige, snelle en flexibele manier te benaderen. Het maakt niet uit of het nu een Apple, Android, Windows telefoon, tablet of pc is.”

Acto biedt, samen met zijn partners, zijn klanten een breed scala aan moderne oplossingen voor het managen van hun projecten, en ook voor het stroomlijnen van de processen op gebied van service en onderhoud. Met een groep van circa 100 professionals staat Acto elk dag klaar om de klanten te adviseren en te ondersteunen bij procesoptimalisaties en het implementeren van nieuwe software. En dat al zeker 35 jaar.

[related_post themes=”text”]

GasNed tranformeert naar Abel&co

Gepubliceerd op

GasNed, een coöperatie met ruim 240 aangesloten installatiebedrijven, gaat vanaf juli 2016 verder als Abel&co. Door verdere uitbreiding van het producten- en dienstenpakket en de evolutie binnen de branche dekte ‘GasNed’ de lading al enige tijd niet meer. Abel&co toont met het nieuwe online platform een bredere ambitie dan alleen gasgerelateerde producten. Het vernieuwde platform wordt een interactief podium waar extra aandacht wordt besteed aan lokale totaalinstallateurs op het gebied van aangenaam wonen en werken.

Al ruim 18 jaar staat GasNed synoniem voor vakkundige installateurs op het gebied van verwarming, sanitair, airconditioning, elektra, dakbedekking en loodgieterswerkzaamheden, aldus de coöperatie. Het servicecentrum dat is opgericht voor het contractbeheer, de financiële administratie, conceptontwikkeling en marketingondersteuning heeft ervoor gezorgd dat GasNed-installateurs zich volledig kunnen focussen op de uitvoerende werkzaamheden.

De integratie van de online kennisbanken en de website Bespaarinstallateur in het vernieuwde platform verkleinen het gat tussen de consumenten en de lokale installateurs. Iedereen die een vraag heeft over de verwarming, ventilatie, zonnepanelen en alle andere installatietechniek in hun woning of bedrijfspand vindt hier een antwoord. Consumenten die op zoek zijn naar het totale traject van advies, installatie en onderhoud zijn bij Abel&co aan het juiste adres.

Met de naam Abel&co worden de coöperatieve, klantgerichte kernwaarden van de organisatie benadrukt. De nieuwe naam is bovendien breed toepasbaar, zonder dat een directe associatie wordt opgeroepen met de producten die Abel&co levert. De transformatie gaat stapsgewijs. Het GasNed-logo verdwijnt pas volledig wanneer de consument volledig vertrouwd is met de nieuwe naam.

[related_post themes=”text”]

Vereniging van luchtkanalen brengt BIM- bibliotheek uit

Gepubliceerd op

persbericht_beeldDe Nederlandse vereniging van luchtkanalen Luka heeft een BIM-bibliotheek ontwikkeld. De bibliotheek is geschikt voor Revit en biedt Lukaleden de mogelijkheid om een basismodel op te zetten voor luchtkanalen. De bibliotheek is alleen voor Lukaleden te kopiëren naar eigen maatvoering en productieproces. Erin zijn alle specificaties opgenomen, zoals leverancier, materiaal, dikte, normen, die vermeld staan in het Luka Kwaliteitshandboek, volgens de Luka kwaliteitsnorm van luchtheidsklasse C. In deze speciale BIM-editie komen ook de specificaties en voordelen van de Luka BIM-bibliotheek aan de orde. Hiermee hoopt de Luka het gebruik van BIM en de BIM bibliotheek verder te stimuleren.

De belangrijkste doelstelling om met BIM te gaan werken is het beter afstemmen van elkaars werkzaamheden in de voorbereiding van een bouwproject. En zodoende tijd en geld besparen bij de realisatie. Sommige bedrijven in bouwwereld zijn er al mee bezig.

Als de belangrijkste bouwpartners elkaars modellen gebruiken, dan resulteert dit in een veel betere afstemming, aldus de vereniging. Zaken zoals elektriciteitsleidingen, waterleidingen en riolering, kabelgoten en dergelijke zijn immers allemaal terug te vinden in de modellen. Iedere bouwpartner kan zo zijn eigen deel van het project invullen en bij het ontwikkelen en modelleren van zijn installaties direct rekening houden met de ander. Dit betekent dat in de ontwikkel- en tekenfase al veel problemen opgelost worden.

Om te bekijken hoe BIM in de praktijk werkt met betrekking tot de ontwikkeling, productie en installatie van een luchtkanalensysteem, heeft de Luka aan haar leden gevraagd artikelen te sturen van recente projecten waarin met BIM gewerkt is. Deze zijn in haar laatste Kanaaljournaal verwerkt. Dit heeft geresulteerd in een extra dikke editie van deze halfjaarlijkse nieuwsbrief met informatie over hoe BIM in praktijk gebracht wordt en dan met name de rol daarin van de diverse Luka-leden.

[related_post themes=”text”]

Stabu en KOMO combineren krachten voor bouw- en installatiesector

Gepubliceerd op

Stabu-bestekStichting Stabu en Stichting KOMO bundelen hun krachten met het oog op de stelselwijziging in het kader van de Wet Kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb). Beide instanties willen zo meerwaarde bieden aan de sector. De BRL-en van KOMO worden zo snel mogelijk gelinkt aan de Stabu-specificatiesystematiek Bouwbreed. KOMO en Stabu hebben hun gecombineerde kracht nader vorm en inhoud gegeven middels een intentieverklaring.
Nu minister Blok de WkB naar de Tweede Kamer heeft gestuurd en het wetsontwerp naar verwachting zal worden aangenomen, is een overgang naar particuliere in plaats van publieke kwaliteitsborging aanstaande. KOMO en Stabu verwachten daarbij een toonaangevende rol te spelen door bestek voorbereiders, architecten, bouwers en particuliere kwaliteitsborgers te faciliteren met een specificatiesystematiek en kwaliteitsborgings­instrumentarium dat op brede marktacceptatie kan rekenen.

Om de samenwerking tussen Stabu en KOMO en de dienstverlening aan de markt in het nieuwe stelsel nader te concretiseren, is inmiddels een stuurgroep gestart. Deze stuurgroep zorgt ook voor een zorgvuldige afstemming met markt en gebruikerss. Naast KOMO en Stabu nemen daarin deel Bouwend Nederland, de vereniging Bond Nederlandse Bestekdeskundigen (BNB) en de vereniging Fabrikanten Bestek Service (FBS). Hiermee is een marktbrede coalitie ontstaan, met als missie ontzorging van bouwpartijen en de borging van bouwkwaliteit.
De samenwerking zal in een aantal fase ten uitvoer worden gebracht: op korte termijn zal de KOMO catalogus d.m.v. het zogenaamde ‘referentiebestek’ worden gekoppeld aan Bouwbreed. In een tweede fase zal er intelligentie aan worden toegevoegd. Dit is een softwarematige aanpassing, die vooral bij de softwarehuizen moet worden uitgevoerd.

[related_post themes=”text”]

Masteropleiding organiseert symposium over circulaire economie

Gepubliceerd op

Onder de titel ‘Circulaire Economie! Masterproof?’ organiseert de tweejarige deeltijd Master of Engineering voor de 15e keer op rij het jaarlijks Bovenhoud Symposium. Het programma staat in het teken van de circulaire economie en 10 jaar Master of Engineeringopleiding. De toekomst is circulair, zo betoogt de organisatie. ‘We zijn toe aan nieuwe modellen. We moeten efficiënter omspringen met bedrijfsmiddelen. Assets dienen zo ontworpen te worden dat zij aan het eind van de levensduur opnieuw, hoogwaardig ingezet kunnen worden. Als Master of Engineering willen wij daar aan bijdragen. De sprekers laten vanuit verschillende perspectieven zien wat wij daarvoor nodig hebben.’

De opleiding Master of Engineering is gebaseerd op de uitgangspunten van Integraal Ontwerpen. Dat wil zeggen slim samenwerken van alle stakeholders op basis van gelijkwaardigheid aan het totale proces van (product)realisatie over de gehele levensduur. Waarde creatie over de levensduur staat hierbij voorop. De Master of Engineering heeft de afgelopen 10 jaar handvatten geboden en richting gegeven aan het oplossen van complexe en urgente vraagstukken. Het heeft organisaties een aantrekkelijk perspectief geboden.

Het symposium vindt plaats op woensdag 8 juni 2016 van 13.00 tot 17.00 uur, aan de Koningsbergerstraat 9 te Utrecht. Meer informatie en aanmelding: www.BovenhoudSymposium.hu.nl

[related_post themes=”text”]

Samenwerkings-overeenkomst Uniforme Objecten Bibliotheek ondertekend

Gepubliceerd op

Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME, Titia Siertsema, voorzitter Uneto-VNI, Martin Kreijenbroek, directeur 2BA, en Rien Wabeke, directeur Ketenstandaard Bouw en Installatie, hebben tijdens de bijeenkomst ‘Digitalisering in bouw: Fabrikanten aan zet’ een overeenkomst ondertekend om samenwerking en digitalisering in de bouwketen gezamenlijk vorm te geven. Dankzij een nauwe samenwerking tussen alle ketenpartners verwacht men de efficiency sterk te kunnen verbeteren en  forse kostenbesparingen te kunnen realiseren. Basis hiervoor is de Uniforme Objecten Bibliotheek die het mogelijk moet maken om uniforme en uitwisselbare objecten te genereren in CAD-systemen van installatiebedrijven. De toeleveranciers van de installatiebranche gaan nu de productdata aanleveren die hiervoor nodig zijn.

Installatiebedrijven kunnen dankzij de overeenkomst binnenkort gebruikmaken van één uniform informatiemodel waarmee zij probleemloos data kunnen uitwisselen in elke fase van het bouw- en BIM-proces. Tijdens de bijeenkomst werden fabrikanten geïnformeerd over de kansen die de Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB) oplevert en de acties die zij kunnen ondernemen om optimaal te profiteren van deze digitaliseringsslag. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Voor een sterkere Nederlandse industrie in de toekomst moeten meer bedrijven haast maken om processen aan te passen op kansen die Smart Industry biedt. Het opzetten van de Uniforme Objecten Bibliotheek is een goed voorbeeld van hoe dit wordt opgepakt vanuit de installatiesector.”  Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI vult aan: “Het project UOB is een goede uitwerking van een slimme samenwerking tussen partijen uit de industrie en de installatiebranche met als doel elkaar te versterken.”

De bouw digitaliseert in snel tempo. Dat levert productiviteitswinst op en een forse reductie van de faalkosten. Daarnaast kunnen fabrikanten efficiënter produceren, doordat de digitale (ge)bouwontwerpen direct toegepast kunnen worden in het productieproces. Hierdoor neemt de industrialisatie van de bouw significant toe en gaan de bouwkosten omlaag.

Dankzij de Uniforme Objecten Bibliotheek zijn fabrikanten straks bij BIM-aanbestedingen niet meer afhankelijk zijn van één software leverancier om al dan niet betrokken te kunnen worden bij BIM-aanbestedingen. Als zij één keer hun productgegevens op een standaardmanier invoeren, kunnen alle betrokken bouwpartners deze data vervolgens gebruiken.

[related_post themes=”text”]

Nieuwe ISSO-Kennispartner

Gepubliceerd op

IMI Aero-Dynamiek is toegetreden als nieuwe ISSO-Kennispartner. “De geloofwaardigheid van de installatiesector staat of valt met kennis”, stelt Gerrit Hofman, technisch directeur bij IMI Aero-Dynamiek. “Onze organisatie heeft veel kennis en ervaringen om over te dragen en we staan altijd open voor die van anderen. Kernactiviteiten van deze organisatie zijn het meten, valideren en optimaliseren van klimaatinstallaties in de gebouwgebonden omgeving. Voor ons is kennis een product. En dat pr­oduct maak je alleen maar beter door samen te werken, ervaringen met elkaar te delen en kennis te bundelen. Dan krijg je een product op niveau en meer kwaliteit. Het platform ISSO-Kennispartners is hiervoor een mooi podium.”

“De ISSO-Kennispartners hebben allemaal hun eigen expertise”, vervolgt Hofman. “Het kan technische informatie opleveren voor onze medewerkers of voor de leerlingen van onze interne opleiding. Daarbij kan het platform inspiratie geven voor nieuwe ontwikkelingen. Om die reden is IMI Aero-Dynamiek ook aangesloten bij verenigingen, zoals TVVL en NVTG. Organisaties of podia die beroepsgroepen of de sector vertegenwoordigen, bieden je als bedrijf de mogelijkheid om kennis breed uit te zetten. Omdat je via die kanalen veel hoort, kun je beter anticiperen op toekomstige veranderingen binnen een vakgebied en vaak ook voorloper zijn.”

De doelstelling van ISSO is de kennis en de kwaliteit van de installatieprofessional structureel op een hoger niveau te brengen. Daar draagt het platform ISSO-Kennispartners aan bij. De deelnemende bedrijven staan voor het motto: samen bereik je meer. Met IMI Aero-Dynamiek heeft het platform inmiddels veertien deelnemende bedrijven. Meer informatie over het platform ISSO-Kennispartners staat op www.isso.nl.

[related_post themes=”text”]

Tendermanagement wordt steeds belangrijker

Gepubliceerd op

tendermanagementDoordat projecten in de bouw, techniek en offshore steeds complexer worden, krijgen tendermanagement en de kwalificatie van nieuwe aanvragen steeds meer aandacht en prioriteit. Dit blijkt uit onderzoek van CTB xRM, onder ruim 140 bedrijven in deze branches. 51 procent van de respondenten is al volop bezig met tendermanagement en 21 procent is bezig om het in te voeren. Bedrijven passen dit toe om relatiebeheer te optimaliseren, betere marktanalyse te kunnen doen en meer grip op de pijplijn te krijgen.
Yuri Ramdhani van CTB xRM: “Tendermanagement is een proces dat voortdurend aandacht behoeft. Als een opdrachtgever een aanbesteding uitzet, doen opdrachtnemers hun uiterste best om een goed beeld te krijgen van de opdracht en de bijbehorende risico’s. Daarbij spelen enorm veel omstandigheden een rol. Welke partners worden betrokken? Vraagt de opdracht om een specifiek specialisme? Hoe is de cashflowprognose? Naast deze belangrijke vragen zijn er ook talloze minder voor de hand liggende factoren van invloed. Organisaties doen hun best om dit volledig in kaart te brengen, maar het is ontzettend moeilijk om met alles rekening te houden. De kleinste details kunnen enorme gevolgen hebben voor de pricing en haalbaarheid van een project.”
Het verbeteren van het acquisitieproces kreeg in de afgelopen jaren veel aandacht van bedrijven in de bouw, techniek en offshore. Toch staat de meerderheid van de respondenten (56%) achter de stelling dat het optimaliseren van dit proces ook het belangrijkste thema is voor de aankomende jaren. Deze prioritering is gebaseerd op de grote gevolgen wanneer bedrijven opdrachten aannemen die niet optimaal passen bij hun profiel. Praktijkvoorbeelden laten zien dat zowel kleine als grote bedrijven hierdoor in hun voortbestaan bedreigd kunnen worden.
De offshore-sector blijkt op het gebied van tendermanagement voor te lopen op bedrijven in de bouw en techniek. De overgrote meerderheid van respondenten uit de offshore (89%) heeft een strategie ontwikkeld, het overige deel (11%) is volgens de benchmark daar volop mee bezig. Yuri Ramdhani: “Dit is te verklaren door de vaak grote projecten in deze sector. Bedrijven in de offshore realiseren vaak grote complexe projecten, nog extremer dan hun tegenhangers in de bouw en techniek. Voor deze bedrijven is het dus belangrijk om niets aan het toeval over te laten. Een gecentraliseerd CRM-systeem dat dynamisch inzicht geeft in alle aspecten die bij een aanbesteding van invloed zijn, is in het tenderproces van onschatbare waarde.”
De onderzoeksresultaten zijn opgetekend in het trendrapport ‘Ondernemen in het teken van transitie. Het rapport is te downloaden via www.ctbxrm.nl/transitie/

Breed gedragen basisafspraken BIM

Gepubliceerd op

bim1_big_picVeertien partijen uit de bouw hebben op uitnodiging van BuildingSMART basisafspraken gemaakt over de levering van informatie en de structuur van informatiemodellen, gebaseerd op praktijkervaringen. Door dezelfde taal te spreken, kan de Nederlandse bouwsector snel BIM laten renderen. Het doel van deze breed gedragen basisafspraken is dan ook: consistente en betrouwbare informatie op een efficiënte en effectieve wijze uitwisselen in de keten. Geen nieuw initiatief, maar een collectieve onderstreping van bestaande afspraken. De initiatiefnemers nodigen alle partijen in de Nederlandse bouwsector uit om zich aan te sluiten.

Het effectiever uitwisselen van informatie is nodig om de gefragmenteerde bouwsector efficiënter te maken en verspillende taken uit te bannen, zo is het idee achter dit initiatief. Iedere opdrachtgever, iedere opdrachtnemer en elk project heeft nu vaak eigen, specifieke afspraken over hoe te communiceren met informatiemodellen. In de afspraken die nu gemaakt zijn, is de basis al afgestemd, wat processen direct aanzienlijk vereenvoudigt.

Door met veertien partijen kennis en ervaringen uit de praktijk vast te leggen in een structuur waar alle partijen het over eens zijn, zetten de initiatiefnemers een eerste stap. De basisafspraken dragen eraan bij dat iedere betrokken partij altijd informatie op een eenduidige manier kan vinden en aanleveren, waarmee de uitgewisselde modellen direct bruikbaar worden voor een ander.

De groep initiatiefnemers bestaat uit: buildingSMART, Dura Vermeer, VolkerWessels, De Nijs, Heijmans, KlokGroep, Hurks, Waal, Trebbe, J.P. van Eesteren, TBI, Van Wijnen, Hendriks Bouw en Ontwikkeling, Smit’s Bouwbedrijf en de BAM. Zij benadrukken dat zij niets nieuws hebben ontwikkeld, maar juist gebruik maken van wat er al is. Er zijn afspraken gemaakt over het uitwisselformaat, de te hanteren basisstructuur en over het borgen van objectinformatie (zie afbeelding).

Ook voor onderaannemers en leveranciers wordt informatiebeheer met deze basisafspraken een stuk overzichtelijker. Dit voordeel wordt groter naarmate er steeds meer opdrachtgevers en bouwbedrijven op dezelfde manier en in dezelfde structuur werken. Als onderaannemer of leverancier verlies je geen kostbare tijd meer met uitzoeken wat er wordt bedoeld en heb je sneller en beter zicht op de concrete vraag. Het loont dus veel meer om je digitale productcatalogus hierop in te richten. Hoe eerder je als onderaannemer of leverancier aansluit bij deze manier van werken, hoe eerder BIM in de keten rendeert, zo is de gedachte.

Klik hier voor meer info

[related_post themes="text"]

 

SUEZ – specialist in duurzaam afvalmanagement – en Cofely – technisch dienstverlener – hebben samen het startsein gegeven voor ‘ReCharge’, een project waarbij onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden om auto-accu’s aan het einde van hun automotive levensduur te hergebruiken door ze in te zetten in de energieketen. Het unieke aspect hierbij is de integratie tussen twee ketens. Enerzijds de afvalketen – het ophalen en verwerken van de batterij – en anderzijds de energieketen, waarbij gebruikte accu’s in een ‘power tower’ worden geplaatst met als doel om energieoverschotten uit zonne- en windenergie tijdelijk op te slaan of om spanningspieken mee af te vlakken. Het onderzoek heeft een landelijke reikwijdte en brengt voor het eerst in kaart of ook ev-accu’s hiervan onderdeel kunnen zijn. Naar verwachting zijn de uitkomsten van de haalbaarheidsstudie aan het einde van het jaar bekend.

Is het technologisch, juridisch, organisatorisch en bovendien economisch haalbaar om de recycle-cyclus van auto- accu’s naar een hoger niveau te tillen door deze in de energieketen te integreren? Deze vraag staat aan de basis van het haalbaarheidsonderzoek dat SUEZ – voorheen SITA Nederland – en Cofely gaan verrichten. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ondersteunt het onderzoek met een subsidie. Bijzonder is dat de studie zich niet alleen richt op accu’s uit traditionele auto’s, maar vooral op zogenoemde ev-accu’s. Hoewel er steeds meer elektrische voertuigen op de weg zijn, is er nog geen sprake van recycling van zulke accu’s. Hier is volgens SUEZ en Cofely nog een wereld te winnen. Zo waren er in 2015 ongeveer 90.000 hybride en full electrical voertuigen in Nederland op de weg. Aan vermogen is dit ruim 750 MegaWatt, wat overeenkomt met een grote energiecentrale.

De markt voor elektrische voertuigen groeit gestaag door, zeker nu er door gunstige fiscale regelgeving in 2015 veel hybride en elektrische auto’s zijn bijgekomen.
Bij het recyclen van de accu’s worden de afvalketen – de inzameling en verwerking van auto-accu’s – en de energieketen met elkaar verbonden. Tussen beide ketens wordt een knooppunt gecreëerd in de vorm van een ‘power tower’. Hier kunnen de accu’s worden gebruikt om tijdelijke elektriciteitsoverschotten uit hernieuwbare energiebronnen op te slaan die later aan energienetwerken worden teruggegeven, zodra de behoefte aan stroom stijgt. Dit maakt het mogelijk vraag en aanbod naar energie optimaal op elkaar af te stemmen.

“ReCharge moet in kaart brengen of auto-accu’s met het oog op technische en economische aspecten kunnen worden ingezet voor hergebruik in de energieketen. Zo kunnen accu’s als ‘reservoir’ fungeren waarbij overtollige energie wordt opgeslagen en later weer wordt ingezet zodra de behoefte hieraan toeneemt”, vertelt Mascha van Vuuren-Sanders, algemeen directeur Cofely Energy & Infra. “Cofely wil blijven vooroplopen in de ontwikkeling van slimme energieoplossingen. We verwachten dat dit onderzoek waardevolle inzichten zal bieden in mogelijkheden die hieraan een bijdrage kunnen leveren.”

Voor meer informatie: www.sita.nl en www.cofely-gdfsuez.nl

Warmtepomp aanbieders in Nederland gaan samen verder

Gepubliceerd op

In Nederland behartigt DHPA de belangen van de aanbieders van warmtepompen voor de woningbouw. Verac behartigt daarnaast de belangen van de aanbieders van warmtepompen, airconditioning systemen en koelmachines voor de utiliteit en de industrie.

Eind 2015 hebben de twee brancheorganisaties besloten om de handen ineen te slaan en onder de vlag van DHPA verder te gaan. Zo ontstaat één sterke organisatie waarin vrijwel alle aanbieders van warmtepompen, airconditioning systemen en koelmachines bijeen komen. Daardoor zullen ze beter in staat zijn om de verdergaande verduurzaming in de Nederlandse gebouwde omgeving vorm te geven.

Het jaar 2016 wordt gebruikt om de éénwording vorm te geven, zodat de twee brancheorganisaties per 1 januari 2017 als één entiteit verder kunnen gaan. De huidige voorzitter van de DHPA, de heer Peter Wagener, zal als gezamenlijk voorzitter optreden. De heer Henk Kranenberg, voorheen voorzitter van de Verac, zal in 2016 aanblijven als vicevoorzitter om het proces mede vorm te geven.

In de utiliteit is de toepassing van de warmtepomptechnologie in de nieuwbouw al ver doorgevoerd. En veel nieuw gerealiseerde kantoorpanden hebben vandaag de dag al geen gasaansluiting meer.

Echter de woningbouw en het gehele park aan bestaande gebouwen, staan aan de vooravond van een verdergaande verduurzaming, waarbij de toepassing van warmtepomptechnologie een onmisbare schakel vormt. Warmtepomptechnologie maakt gebruik van hernieuwbare energie uit de lucht, water of bodem. Het biedt oplossingen in de vorm van duurzaam verwarmen, koelen en tapwater bereiding, voor wonen, werken en recreëren.

“Het is in het belang van investeerders, gebouw beheerders, eindgebruikers (particuliere woningeigenaren, huurders als ook woningcorporaties) dat de aanbieders van warmtepomptechnologie sterker naar buiten treden. Ze kunnen nog beter laten zien hoe deze technologie vandaag al op kosteneffectieve wijze oplossingen biedt voor vele energie vraagstukken waar wij nu als maatschappij mee worden geconfronteerd”, zegt Peter Wagener, voorzitter van de DHPA in de nieuwe samenstelling.

Voor meer informatie: www.dhpa.nl

LOG_PumpenPartner_V_de_121211JD Techniek BV in Emmen, aanbieder van technische service aan onder meer pompen en afsluiters, en KSB Nederland BV, de in Zwanenburg gevestigde Nederlandse vestiging van de pomp- en afsluiterfabrikant KSB, hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is de benoeming van JD Techniek tot KSB Authorized Service Partner. Het partnership is een voortzetting en uitbreiding van de jarenlange samenwerking tussen JD Techniek en KSB.

Het doel van de samenwerking is het verder verbeteren van de dienstverlening aan klanten in de noordelijke provincies. Door de vestigingen van JD Techniek in Emmen en Farmsum heeft KSB nu twee service-steunpunten in het noorden van Nederland, waardoor klanten in die regio sneller en beter kunnen worden geholpen.

Voor meer informatie: www.ksb.nl en www.jdtechniek.nl

Itho Daalderop volgt belangrijke markttrends als energieprestatiegarantie en Nul‐op‐de‐Meter op de voet en deze vormen onder andere de basis voor al haar innovaties. In de nieuwbouwmarkt wordt al geruime tijd samengewerkt met Klimaatgarant, die zich volledig richt op prestatiegaranties. Deze samenwerking is steeds intensiever geworden om producten en diensten aan te laten sluiten op de veranderende marktvraag. Het management van beide bedrijven heeft dan ook besloten tot de vorming van een nieuwe groep, financieel ondersteund door investeringsmaatschappij Gimv. In deze groep opereren de twee bedrijven als afzonderlijke entiteiten. Wim van den Bogerd gaat leiding geven aan de nieuwe groep, maar verder zijn er geen wijzigingen in het directie‐ en managementteam van Itho Daalderop.

Aangezien duurzaamheid en ‘Smart Cities’ twee belangrijke pijlers in de investeringsstrategie van Gimv zijn, was het voor deze investeerder een uitgelezen mogelijkheid om een belang te nemen in deze twee vooraanstaande bedrijven op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Voor zowel Klimaatgarant als Itho Daalderop biedt de samenwerking met Gimv een stabiele en ook langdurige basis voor toekomstige groei en investeringen. Juist nu de markt voor verduurzaming sterk aantrekt, was de wens groot om een investeerder te vinden die volop groeimogelijkheden biedt en de visie richting all electric/Nul‐op‐de‐meter binnenklimaatoplossingen deelt.

De ontwikkeling van nieuwe concepten en producten zal door de vele samenwerkingsverbanden in de renovatiesector en door de vooruitgeschoven positie van Klimaatgarant in de nieuwbouw een sterke impuls krijgen. Dit zal leiden tot meer innovaties die volgens Itho Daalderop nodig zijn om ook in de toekomst een toonaangevende rol te vervullen in duurzame totaaloplossingen.

Voor meer informatie: www.ithodaalderop.nl

Het opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek en het opleidingsbedrijf InstallatieWerk voor de installatietechniek gaan hun opleidingen beter op elkaar laten aansluiten. Deze samenwerking brengt voor individuele werknemers en bedrijven in de sectoren meer ontwikkelkansen en flexibiliteit.

Beide opleiders richten zich op technische beroepsopleidingen op mbo-niveau. Als gevolg van vergrijzing en aantrekkende economie hebben deze sectoren behoefte aan instroom van nieuw vakbekwaam personeel. Daarbij mikken ze op zowel starters op de arbeidsmarkt (schoolverlaters van het vmbo en de havo) als op ‘zij-instromers’: mensen die vanuit andere technische beroepen een carrière ambiëren in de koudetechniek of in de installatietechniek.

Ofschoon koudetechniek en installatietechniek elkaar op heel veel terreinen raken, opereerden GOº en InstallatieWerk tot voor kort ieder apart. GOº is het opleidingscentrum verbonden aan de branchevereniging Nederlandse Vereniging van ondernemers in de Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL). InstallatieWerk Nederland is een organisatie met zeven regionale opleidingsbedrijven verspreid over het land; bedrijven zijn hun participanten. De opleiders nemen leerling-werknemers in dienst, om die vervolgens te plaatsen in een bedrijf. De leerling-werknemer werkt vier dagen en gaat één dag naar school (BBL). Na het behalen van het diploma neemt het bedrijf doorgaans het dienstverband over.

GOº en InstallatieWerk hebben besloten om samen vmbo-schoolverlaters te gaan werven en hen te interesseren in een loopbaan in de technische beroepen. InstallatieWerk zet zijn landelijk dekkend netwerk in om tijdens open dagen bij onderwijsinstellingen ook de loopbaankansen in de koudetechniek onder de aandacht te brengen. “We gaan samen reclame maken voor onze opleidingen. Daar hebben we allemaal baat bij: er is immers geen koelmonteur die zonder kennis van installatietechniek zijn vak kan uitoefenen”, zegt directeur Jan Willem van Bruggen van InstallatieWerk Nederland.

Directeur Jenny van den Bovenkamp van Opleidingscentrum GOº wijst op de uitstekende toekomstperspectieven van jonge mensen die kiezen voor een loopbaan in de koudetechniek: “Koel- en klimaatinstallaties worden steeds geavanceerder en aangestuurd met elektronica en regeltechniek. Lassen en solderen zijn basisvaardigheden. Logischer kan ik onze samenwerking eigenlijk niet verklaren.”

In het voorjaar gaan InstallatieWerk Nederland en GOº de loopbaanperspectieven en opleidingen vertalen naar nieuwe of aangepaste opleidingstrajecten, niet alleen voor de BBL maar ook voor contractonderwijs. Veel trainingen zullen plaatsvinden in de 40 werkplaatsen van InstallatieWerk verspreid over het land. Specifieke trainingen koudetechniek vinden plaats in het Expertisecentrum Koudetechniek van PTC+ in Ede, waar installaties zijn gebouwd die speciaal geschikt zijn voor trainingsdoeleinden.

Voor meer informatie: www.iwnederland.nl en www.opleidingscentrum-go.nl

De Nieman Groep, onder andere bestaand uit Nieman Raadgevende Ingenieurs, Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies, Nieman-Valk Technisch Adviesbureau en Nieman Consultancy, is per 1 januari kennispartner geworden van TVVL.

De Nieman Groep is al lange tijd intensief betrokken bij de vereniging als actief lid. Met het toezeggen van het kennispartnerschap is nu gekozen voor een nieuwe richting in deze samenwerking. De Nieman Groep draagt daarmee bij aan de ontwikkeling en het delen van kennis en biedt daarmee TVVL ondersteuning in haar missie. TVVL zet zich krachtig in als kennisknooppunt van technologische innovatie in de sector van gebouwgebonden installaties en voorzieningen.

John Lens, directeur bij TVVL: “Wij zijn verheugd met de keuze van de Nieman Groep om kennispartner van TVVL te worden. De Nieman Groep wil actueel zijn, is betrokken bij ontwikkelingen, focust op samenwerken en kennis verzamelen en overdragen. Precies waar het om gaat bij TVVL. Nieman is verder ook betrokken bij het ontwikkelen en het organiseren van branche gerelateerde cursussen. Ook hierin staat het delen van kennis centraal. Voor ons is Nieman dus ook een waardevolle aanvulling op de al aanwezige Kennispartners.

Marc van Bommel, Directeur bij de Nieman Groep: Kennisdelen zit Nieman in de genen, in ons bijna 30-jarig bestaan is het een vast onderdeel van de bedrijfsstrategie geworden. We merken dat de markt waarin wij opereren steeds kennisintensiever wordt en de kennis steeds specialistischer. Om die vraag in de toekomst goed te kunnen invullen is samenwerking met partijen die kennisdeling faciliteren ‘een must’. Zo’n partij is TVVL. TVVL vergaart en deelt kennis in haar netwerk via cursussen, tijdschriften, het net en bijeenkomsten. We hebben daar als bedrijf veel gebruik van kunnen maken en willen hier ook graag een actieve bijdrage aan leveren. Kennispartner van TVVL worden is voor ons dan ook een logische keuze.”

Voor meer informatie: www.tvvl.nl