Tag Archives: overheid

Brabantse ‘Green Deal’ om ontwikkeling van geothermie te versnellen

Gepubliceerd op

geothermieOp de Innovation Expo in Amsterdam tekenden 16 Brabantse partners de Green Deal Geothermie Brabant met minister Kamp van Economische Zaken. De partners zijn niet alleen overheden, maar ook bedrijven die concreet met geothermie als duurzame energiebron aan de slag willen, én burgers die er straks gebruik van willen maken. Met de Green Deal zorgen de partners voor een kickstart voor vijf concrete geothermieprojecten in Brabant. Reden voor het sluiten van deze deal is met name het feit dat de ontwikkeling van geothermie te langzaam gaat om de doelstellingen van het Nationaal Energie Akkoord te realiseren. Projecten staan teveel op zichzelf en de ontwikkeling stagneert hierdoor. Bundeling van projecten biedt de beste slagingskans. Die bundeling wordt nu gerealiseerd vanuit een nog op te richten entiteit: Geothermie Brabant BV (aandeelhouders: Hydreco Geomec en Energiefonds Brabant). Naast de realisatie van projecten richt de samenwerking zich ook op ontwikkeling van kennis en de communicatie met gebruikers, bewoners en afnemers.

De warmte uit de aarde wordt in steeds meer landen gebruikt als duurzame energie. Ook in Nederland is  geothermie  bezig aan een opmars. Geothermie wordt  veelal gebruikt voor het oppompen van warm water om kassen te verwarmen of ingezet in een productieomgeving.  Om dit water op te kunnen pompen worden er twee putten geboord. Het warme water komt naar boven via een productieput, verwarmt via bovengrondse verwarmingsbuizen kassen, huizen of fabrieken, en gaat via een put weer terug de ondergrond in, zodat de grondwaterdruk gelijk blijft.

Belangrijkste aspect van de Deal is de realisatie van vijf concrete geothermiebronnen/-projecten. Daarvoor zijn op dit moment de volgende locaties in beeld:

-Tilburg Noord (industrieterrein Vossenberg, specifiek Agristo)

-Helmond (stadsverwarmingsnet en glastuinbouwbedrijf Van Gog)

-Lieshout (bierbrouwerij Bavaria)

-Asten/Someren (meer dan 300 ha glastuinbouw)

-Amernet (Ennatuurlijk ziet geothermie als optie na stoppen afloop warmtelevering  vanuit Amercentrale)

De doelstelling van de vijf projecten is meerledig:

-Duurzame warmte voor in 1e fase 6500 woningen

-Duurzame warmte voor 2 tuinders en 3 grootschalige productiebedrijven

-De 5 projecten leveren minimaal 1,3 PJ op

-Verwachte besparing van ruim twee miljoen ton CO2

-Daarnaast resultaten op het gebied van maatschappelijk draagvlak i.r.t. warmtenetten, ontwikkeling en kennisontwikkeling i.r.t. drinkwatervoorziening.

In totaal is een bedrag van ca. Euro 100 miljoen nodig voor de  totale financiering van de vijf projecten. Om tot een geslaagde bundeling te komen is bij voorbaat gekeken naar een de optimale financieringsstructuur voor de vijf projecten tezamen. Daarvoor is allereerst een startkapitaal (Eigen Vermogen) nodig van Euro 10 miljoen. Hierover is in principe akkoord bereikt  tussen Hydreco en het Energiefonds Brabant (onderdeel van de BOM) . Dit startkapitaal is een sterke basis om de financiering verder in te vullen met een achtergestelde lening van Euro 20 miljoen en  Euro 70 miljoen projectfinanciering. Energiefonds Brabant zal dit proces coördineren.

Tijdens de Innovation Expo in Amsterdam tekende minister Kamp in totaal 5 nieuwe Green Deals en 1 City Deal; de Green Deal Geothermie Brabant was er daar één van. Namens de gezamenlijke Brabantse partijen tekende wethouder Paul Smeulders van de gemeente Helmond de deal met de minister. Na tekening van de deal gaat de uitvoering gecoördineerd worden door de Geothermie Brabant BV, met het Energiefonds Brabant en Hydreco als aandeelhouders.

De Green Deal is ondertekend door Minister Kamp van EZ,  Staatssecretaris Dijksma van I&M,  de gemeenten Helmond, Tilburg, Breda en Someren, de provincie Noord-Brabant, Brabant Water, Energiefonds Brabant, Hydreco Geomec BV, marktpartijen (Agristo, Bavaria, Ennatuurlijk, Vlisco,  Van Gog Kwekerijen, WoonPartners) en bewonersinitiatieven (Burgerinitiatief Helmond en Coöperatie Duurzame Energie Tilburg).

[related_post themes=”text”]

Zonnepanelen pas na 25 jaar terugverdiend bij versoberen saldering

Gepubliceerd op

Zonnepanelen-dak

Als de plannen van de politiek om de salderingsregeling op zonnepanelen vanaf 2020 te versoberen of af te schaffen worden doorgezet, zal het aantal nieuwe particuliere zonnestroominstallaties drastisch verminderen. Bij het afschaffen of versoberen van de salderingsregeling zijn er nauwelijks tot geen financiële argumenten voor het investeren in dergelijke systemen. In de huidige situatie betalen eigenaren van zonnepanelen geen energiebelasting en BTW over de zelf opgewekte elektriciteit. Hierdoor is het investeren in groene installaties voor het opwekken van stroom aantrekkelijker. Met de plannen van de politiek om de salderingsregeling vanaf 2020 te versoberen, verschuift de terugverdientijd maar liefst van tien naar meer dan vijfentwintig jaar. Dit blijkt uit berekeningen, gebaseerd op een in gebruik zijnde PV-installatie, van Mark Kok van K&R Consultants. “Voor het maken van de berekeningen, ben ik uitgegaan van drie mogelijke scenario’s. De huidige situatie met salderingsregeling, het volledig afschaffen van de salderingsregeling en een tussenvorm waarbij het voordeel van de salderingsregeling gehalveerd is. Hiervan zijn zowel de eenvoudige terugverdientijd (TVT) als de interne rentabiliteit (IR) berekend.” De resultaten zijn te zien in onderstaande tabel.

Aspect Met saldering (huidig) Zonder saldering Tussenvorm
Teruglevertarief €0,21 €0,06 €0,14
Terugverdientijd 10 jaar >25 jaar 17 jaar
Interne rentabiliteit 10 % -2 % 5 %

Uit de resultaten komt naar voren dat de terugverdientijd enorm stijgt en dat het gerealiseerde rendement op de investering flink afneemt. “De huidige terugverdientijd van 10 jaar is voor veel mensen al lang, laat staan dat zij willen investeren in dergelijke systemen bij een afschaffing van de regeling of bij een tussenvorm”, aldus Kok.

De onzekerheid omtrent de toekomst van de salderingsregeling zal de huidige investeringsbereidheid van woningeigenaren volgens de berekeningen van Kok niet ten goede komen. “Ik hoop dat de politiek nog eens goed wil nadenken over het voortzetten van de salderingsregeling en hierover snel duidelijkheid geeft.”

De Rijksoverheid streeft naar 14% duurzame energie in 2020 en een volledig duurzame energievoorziening in 2050 (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie/inhoud/meer-duurzame-energie-in-de-toekomst). Kok: “Nederland heeft zich op Europees niveau gecommitteerd aan de zogenoemde 20-20-20 doelstellingen. Door het afschaffen of versoberen van de salderingsregeling zullen residentiële zonnestroominstallaties geen bijdrage meer leveren aan de gestelde doelen. Ik vind dit een gemiste kans.”

De complete berekeningen met uitgangspunten van K & R Consultants zijn te vinden op http://krcon.nl/voortzetten-salderingsregeling-absolute-voorwaarde-zonnige-toekomst-particuliere-zonnestroominstallaties

[related_post themes="text"]

FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Investeer in technische skills”

Gepubliceerd op

fmeFME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming pleit voor een ambitieuze agenda van sociale partners en de Europese Commissie om arbeidsmarkten te dynamiseren en te investeren in technische skills en competenties. Dezentjé Hamming deed deze oproep tijdens de Europese Social Summit voorafgaande aan de Europese Raad, in aanwezigheid van onder meer de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk, de Eurocommissarissen Dombrovskis en Thyssen, Minister-President Mark Rutte en Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher. Naast een Europees wetgevend kader dat flexibel werken stimuleert, pleitte Ineke Dezentjé Hamming onder meer voor het bevorderen van digitaal leren en open educational resources. Ook onderstreepte zij het belang van het zo vroeg mogelijk aanleren van digitale skills, het ruim baan geven aan leven lang leren en wederzijdse erkenning van skills en kwalificaties tussen EU-landen.

Dezentjé Hamming – sinds 2014 ook president van de Europese werkgeversorganisatie voor 200.000 bedrijven in de metaal en elektrotechnische industrie Ceemet –benadrukte de belangrijke rol die sociale partners hierbij spelen. “We moeten ons voorbereiden op een enorme transitie en onze verantwoordelijkheid nemen om te voorkomen dat mensen aan de kant blijven staan.” Zij verwees naar het Nederlandse initiatief voor een fieldlab sociale innovatie, waarin werkgevers, werknemers en het Ministerie van SZW verkennen wat digitalisering in de industrie betekent voor de manier van werken en wat dat vraagt aan nieuwe vaardigheden van medewerkers.

 

Oneerlijke concurrentie?

Gepubliceerd op

stadsverwarmingAlklima heeft afgelopen week melding gemaakt bij de Autoriteit Consument & Markt van mogelijke oneerlijke concurrentie. De gemeente Utrecht heeft namelijk stadsverwarming van Eneco geaccepteerd met een beduidend lager rendement dan aanvankelijk was beloofd. Ondertussen zijn leveranciers van andere duurzame alternatieven buitengesloten, waardoor de marktwerking is verstoord, aldus Alklima. Zowel Eneco als de gemeente trekken in een reactie het boetekleed aan. Maar is hiermee de kous af?
Eneco moest vorige jaar al door het stof. In een brief aan de gemeente liet de energiereus weten dat de nieuwe stadsverwarming niet het beloofde opwekrendement van 177% zou gaan halen. De oorzaak: een nieuwe inkoopstrategie van Eneco. Die brief kwam pas na veel omzwervingen terecht op het bureau van de juiste ambtenaar. Toch was dit aanvankelijk geen reden voor de gemeente om stappen te ondernemen. Door een inschattingsfout van de betrokken ambtenaar, aldus de gemeente Utrecht, werden nog 9 maanden lang bouwaanvragen goedgekeurd. In de wijk Leidsche Rijn zijn hier nu 240 woningen de dupe van. De stadsverwarming behaalt namelijk een opwekrendement dat tientallen procenten lager ligt dan oorspronkelijk was afgesproken.

Twee maten
Alklima, exclusief importeur van Mitsubishi Electric klimaatsystemen, meent dat de gemeente deze misstap had kunnen voorkomen door een andere vorm van verwarming te kiezen. Alleen “leveranciers van verwarmingssystemen die wel hun prestatiewaarden op orde hebben, zijn niet eens tot dit speelveld toegelaten.” Volgens Alklima “meet de gemeente met twee maten. Het lijkt wel of ze willens en wetens een oogje toe knijpen.” Vandaar ook dat de leverancier aan de bel heeft getrokken en de Autoriteit Consument & Markt is ingeschakeld.

Open voor alternatieven
In een reactie aan de redactie van installatienet.nl laat de gemeente Utrecht weten inmiddels “het beloofde rendement waar mee dient te worden gewerkt bij nieuw te bouwen woningen op 110% te stellen. Hoewel het milieurendement van stadsverwarming hiermee concurrerend blijft ten opzichte van conventionele opties, zoals Cv-ketels is dit dus lager dan verwacht. Daardoor komen ook andere gelijkwaardige, meer duurzame alternatieven in beeld. Bijvoorbeeld warmtepompen. De gemeente is van oordeel dat deze alternatieven in plaats van stadsverwarming moeten kunnen worden toegepast. We gaan met Eneco in gesprek om de intentieovereenkomst op dit punt aan te passen waardoor de verplichte aansluiting op stadsverwarming die geldt voor ontwikkellocaties in Leidsche Rijn komt te vervallen.”

Rendement opkrikken
Eneco lijkt nu te kiezen voor een nieuwe aanpak. De energieleverancier wil best moeite doen om het opwekkingsrendement van de stadsverwarming te verhogen. “Bijvoorbeeld door bioketels in te zetten.” De benodigde financiën daarvoor, zou Eneco dan zelf ophoesten.  Voor de rest wil de energieleverancier weinig kwijt over de kwestie en wordt er voortdurend doorverwezen naar de gemeente Utrecht.

Vervolg
Zowel de gemeente Utrecht als Eneco zijn op hun schreden zijn teruggekeerd. Toch wil Alklima het hier niet bij laten zitten. “Het feit dat er door de gemeente Utrecht, op zeer korte termijn, wordt beaamd dat het tot stand komen van de overeenkomst op deze manier niet juist is, sterkt ons doorzettingsvermogen op dit vlak. Tevens bevestigt het onze zorgen en sterkt het ons in onze visie op een gelijk speelveld voor iedereen en duurzame ontwikkeling van de stedelijke gebieden. Wij hebben dit nog in onderzoek en verdere berichtgeving zal volgen.”

Meerdere ondernemers- en overheidsorganisaties slaan de handen ineen om het contact tussen opdrachtgevers (gemeenten, provincie, waterschappen, scholen en woningcorporaties) en opdrachtnemers in de bouw en andere sectoren tot stand te brengen. Op diverse onderwerpen rondom aanbesteden is dit contact niet alleen gewenst maar broodnodig. Belangrijk daarbij is dat meer begrip en vertrouwen leidt tot betere samenwerking. Betere samenwerking leidt tot een hogere klantwaarde en een goed rendement. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn tenslotte beide ‘Partner van de Markt’. Daarom wordt op 5 november 2015 wederom de Marktdag Aanbesteden Utrecht georganiseerd.

Het begint een traditie te worden. De ‘Marktdag Aanbesteden Utrecht: Partner van de Markt’  waar op 5 november 2015 in het provinciehuis Utrecht ruim 150 deelnemers uit de bouwkolom elkaar ontmoeten, netwerken en vooral in gesprek gaan over de nieuwste ontwikkelingen en vormen van samenwerken tussen markt en overheid. Diverse workshops geven de deelnemers inzicht in de nieuwste ontwikkelingen en inspiratie voor nieuwe samenwerkingsvormen met betrekking tot aanbesteden.

Om aan huidige en toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen te blijven voldoen, wil het bedrijfsleven op regionaal niveau met opdrachtgevers in contact komen c.q. blijven Zeker nu de economie lijkt aan te trekken is het noodzakelijk om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Weten wat er speelt is noodzakelijk om te weten wat bedrijven vandaag kunnen leveren en om te weten wat opdrachtgevers morgen gaan vragen. Belangrijk voor opdrachtgevers is dat (regionale) innovatie en duurzaamheid in combinatie met het beste resultaat en de beste prijs worden gewaarborgd. Het ontzorgen voor een langere periode en het stimuleren van de regionale werkgelegenheid kunnen hierin ook mogelijke pluspunten zijn. Opdrachtgevers worden uitgedaagd te komen tot een meer ondernemende vorm van aanbesteden.

VNO-NCW Utrecht, MKB-Nederland Midden, Bouwend Nederland, Provincie Utrecht, gemeente Utrecht, Inkoopbureau Midden Nederland en Stadswerk hebben zich om bovengenoemde redenen ten doel gesteld om opdrachtgevers en opdrachtnemers nader tot elkaar te brengen om wederzijds contact en kennisdeling te bevorderen.

Naast het contact van opdrachtgevers met ondernemers is het contact tussen de mensen van de werkvloer van de opdrachtgevers en de opdrachtnemers ook belangrijk. Hiertoe zal de Marktdag Aanbesteden Utrecht tevens een bijdrage leveren. Alle opdrachtgevers (gemeenten, provincie, waterschappen, scholen en woningcorporaties) en opdrachtnemers in de bouw en andere sectoren in de provincie Utrecht zijn van harte welkom op deze Marktdag.

Klik hier voor meer informatie en aanmelden

Het huidige 6 procent btw-tarief op arbeidskosten binnen de bouwsector heeft geleid tot een sterke toename in opdrachten. Uit onderzoek van Werkspot.nl blijkt dat 70 procent van de Nederlanders bewust zijn klus laat uitvoeren vóór 1 juli 2015 om het btw-tarief van 21 procent te omzeilen. Werkspot.nl vindt de afschaffing van de regeling niet verstandig vanwege het prille herstel van de bouwsector. Een verhoging van het btw-tarief leidt tot een daling in het aantal klussen. Werkspot.nl heeft onderzoek gedaan onder zowel vakmannen (N = 710) als consumenten (N = 850).

Ook Werkspot.nl herkent de flinke toename in het aantal opdrachten. In de desbetreffende vakgebieden is het aantal klussen met 40 procent gestegen. Met name in de categorieën Timmerwerken, Sloopwerkzaamheden en Dakrenovatie is er sprake van een forse toename. Vakmannen geven aan dat er meer opdrachten binnenkomen dan een jaar geleden.

Veel Nederlanders hebben nog een klus liggen die binnen renovatie en herstelwerkzaamheden valt. Bij een verhoging van het btw-tarief zou nog slechts 40 procent van de ondervraagden deze opdracht laten uitvoeren door een vakman. Een btw-tarief van 21 procent voor renovatie en herstelwerkzaamheden zal dus leiden tot een sterke daling in het aantal opdrachten voor vakmannen.

Ronald Egas, CEO van Werkspot.nl, zegt hierover: “In het prille herstel van de economie vinden wij het niet verstandig om de 6 procent btw-regeling af te schaffen. Bij continuering van de regeling zullen consumenten geld blijven investeren in hun huis en dat is goed voor de bouwsector en het verdere herstel van de economie.”

Meer dan 70 procent van de vakmannen is bang dat Nederlanders minder opdrachten gaan plaatsen als het btw-tarief verhoogd wordt naar 21 procent. Aannemer Frank van der Linden merkt de daling nu al in zijn agenda: “Tot 1 juli heb ik het heel druk, maar daarna heb ik weinig opdrachten.” De helft van de vakmannen denkt zijn huidige uurloon te kunnen behouden met het 21 procent btw-tarief. De rest zal zijn uurloon gaan verlagen of verhogen.

Voor meer informatie: https://www.werkspot.nl/media/307/onderzoek-naar-btw-regeling