Tag Archives: keurmerk

Er komt één keurmerk voor NOM

Gepubliceerd op

Stroomversnelling en Stichting Excellent Conceptueel Bouwen (SECB) willen komen tot één borgingssysteem. Nu bestaat de NOM Keur van Stroomversnelling en het Predicaat Excellent Concept met NOM-label. Beide borgen de prestatie van een concept, in het bijzonder op nul-op-de-meter. Eén keurmerk moet meer duidelijkheid geven en zekerheid over NOM- en andere prestaties.

Sinds 2014 toetst de Stichting Excellent Conceptueel Bouwen aanbieders van concepten jaarlijks of zij hun concepten en beloften waarmaken. Bij voldoende resultaat krijgen ze het Predicaat Excellent Concept. Sinds 2016 is het Predicaat uitgebreid met een NOM-label. Alleen wie het predicaat Excellent heeft kan ook het NOM-label ontvangen. De Stichting wil haar NOM-toets meer diepgang geven en zoekt die expertise bij Stroomversnelling.

NOM Keur voor nul-op-de-meterproposities
Het NOM Keur is een initiatief van Stroomversnelling. Het werd in februari 2016 gelanceerd en garandeert kwaliteit in nul-op-de-meterrenovaties. Het keurt naast de energieprestaties, ook op onder andere woongenot en binnenklimaat. Het NOM Keur bestaat uit drie delen; een toets van de propositie, op de toepassing ervan en tijdens de levensduur. Pas wanneer alle drie de onderdelen goed zijn, ontvangt de bouwer een NOM Keur. Stroomversnelling wil haar toets van de renovatieconcepten meer diepgang geven en uitbreiden naar nieuwbouw. Ze zoekt die expertise bij het SECB.

Belangrijke stap
Door gebruik te maken van elkaars expertise en door ieders aanpak op elkaar af te stemmen wordt de herkenbaarheid groter, gaat de kwaliteit omhoog en kunnen de kosten omlaag. Pieter Huijbregts, secretaris SECB zegt hierover: “Dit is een belangrijke stap naar voortdurende verbetering van het aanbod van concepten en van NOM.” Leen van Dijke, voorzitter Stroomversnelling voegt daar aan toe: “Leden van Stroomversnelling drongen eertijds sterk aan op realisatie van de NOM Keur, zodat er eenduidigheid in de markt zou ontstaan over wat nul-op-de-meter nu precies is en bouwers zich kwalitatief zouden kunnen onderscheiden. Deze stap draagt daar aan bij. Eenduidigheid over NOM en één Keurmerk.”

Samen één loket
Vanaf 1 oktober 2017 hoeven aanbieders niet meer bij twee aparte organisaties aan te kloppen. Achter één loket wordt de concepttoets door SECB gedaan en de NOM-toets door de Stroomversnelling. Apart het Predicaat Excellent Concept of het NOM Keur krijgen blijft mogelijk. Wie beide toetsen wenst, bespaart significant op de kosten. Als blijkt dat deze samenwerking een succes is, wordt een volgende stap in de integratie gemaakt.

 

Nieuw Europees keurmerk voor HVAC-R producten

Gepubliceerd op

Eurovent Certita Certification (ECC), de Europese certificatie-instelling voor binnenklimaat, ventilatie, luchtkwaliteit, proceskoeling en koude, heeft op de vakbeurs ISH de lancering van een nieuw keurmerk aangekondigd: ‘NEx Nature of Excellence’. Het keurmerk zal een kwalificatie worden voor hoogwaardig geproduceerde producten bestemd voor verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling (HVAC-R). Gelet zal vooral worden op criteria zoals energieprestatie, duurzaamheid en recyclevermogen. Het certificaat kan uitsluitend worden toegekend aan productseries die al een Eurovent Certified Performance erkenning hebben gekregen en gefabriceerd zijn door fabrikanten met een ISO 9001 en ISO 14001 erkenning.

Eurovent certificeert al ruim 20 jaar HVAC-R producten. Inmiddels is 67% van deze in Europa verkochte producten door dit certificeringsinstituut gecertificeerd. Het ‘Certified Performance’ certificaat garandeert dat producten een onafhankelijke controle hebben ondergaan. De nieuwe ‘NEx Nature of Excellence’ zal gaan gelden voor HVAC-R producten die 10 tot 15% van de markt vertegenwoordigen. Fabrikanten kunnen zich met deze certificering extra onderscheiden.

[related_post themes=”text”]

Gevaarlijk als bouwsector eigen kwaliteit en veiligheid controleert

Gepubliceerd op

bouwkwaliteitUit een proef van de gemeente Den Haag blijkt dat er gevaarlijke situaties ontstaan als de bouwsector zelf de kwaliteit en veiligheid in de bouw gaat controleren, zoals minister Blok (wonen) wil. Dit meldt Dagblad Trouw. Blok wil de verantwoordelijkheid weghalen bij de gemeenten en neerleggen bij de sector zelf. Medio april stuurde hij hiertoe het voorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen naar de Tweede Kamer. De proef startte eind 2014 en loopt nog steeds door.

De bouwsector in Den Haag huurt momenteel zelf onderzoeksbureaus in om de kwaliteit en de veiligheid te controleren. Maar hun toetsingsrapporten blijken oppervlakkiger te zijn dan de gemeente gewend was. Ook kreeg Den Haag vaak geen opleverdossiers aangeleverd, terwijl dat wel de afspraak was. Daardoor heeft de gemeente nu te maken met bewoonde woningen ‘zonder dat bekend is in hoeverre bewoning van de panden verantwoord is’, aldus het rapport. ‘Het risico bestaat dat nietsvermoedende bewoners, zonder het te weten, ondeugdelijke woningen hebben betrokken.’

[related_post themes=”text”]

Vraag om verplichte erkenningsregeling wordt breed gedragen

Gepubliceerd op

Uit recent onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de installateurs voorstander is van een verplichte en mogelijk zelfs strengere erkenningsregeling. Uneto-VNI en andere branchepartijen sluiten zich hier bij aan. Ook het onafhankelijk nationaal kwaliteitsregister van de (duurzame) bouw- en installatietechniek, QBISnl, maakt zich inmiddels sterk voor erkende of gecertificeerde installatiebedrijven. QBISnl heeft tot taak consumenten bewust te maken van het belang van kwaliteit en vakbekwame installatiebedrijven vindbaar te maken. Het kabinet moet overigens nog een beslissing nemen over zo’n verplichte erkenningsregeling.

Vooral als het gaat over gasinstallaties moet een strengere erkenningsregeling bedrijven uitsluiten die hun zaken niet op orde hebben. Zo ontstaan volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid koolmonoxide ongelukken met name door de onhandigheid van klussers en bedrijven die het niet zo nauw nemen met de voorschriften. Met name is het opvallend dat er steeds meer ongelukken gebeuren met relatief jonge cv-ketels.

[related_post themes=”text”]

Als eigenaar of gebruiker van een airconditioningsysteem ben je sinds 1 december 2013 verplicht om één keer in de vijf jaar een aircokeuring uit te laten voeren. Dit geldt voor alle systemen met een koelvermogen van meer dan 12 kW (op gebouwniveau). De overheid is dit najaar gestart met handhaving hierop.

De aircokeuring is een verplichting uit de EPBD wetgeving die per 1 december 2013 van kracht is. Airconditioningsystemen moeten gekeurd worden door een EPBD deskundige. De aircokeuring is in het leven geroepen om meer energiebesparing te realiseren bij airconditioningsystemen in het kader van de ‘2020’ doelstellingen.

Er is een instroomschema voor bestaande airconditioningsystemen. Systemen ouder dan 2003 moeten al gekeurd zijn volgens dit schema. Alle systemen die voor 30 november 2008 in gebruik zijn genomen moeten per 1 januari aanstaande gekeurd worden. Het onderdeel van het airconditioningsysteem dat als eerste in gebruik is genomen is bepalend voor het keuringsmoment.

De overheid heeft dit najaar de eerste bedrijven aangeschreven om te bekijken of zij aan de verplichting hebben voldaan. Op de website van de NVKL, brancheorganisatie koudetechniek & klimaatbeheersing, zijn alle ins & outs te vinden over de aircokeuring, www.nvkl.nl/aircokeuring. Hier is ook een video over de EPBD aircokeuring te vinden. De NVKL heeft een app ontwikkeld waarmee gecertificeerde NVKL-leden EPBD-keuringen kunnen uitvoeren. Een register van EPBD deskundigen is te vinden op www.nvkl.nl/leden

Het rapport ‘Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid is kritisch over de installatiesector. Met de kritiek gaan diverse organisaties binnen de installatiesector aan de slag. Het rapport onderstreept het grote belang van vakmanschap.

Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV), gepubliceerd op 18 november 2015, stelt dat 46% van de (bijna-) ongevallen wordt veroorzaakt door cv-installaties en niet alleen door verouderde geisers of gebrek aan onderhoud, zoals vaak wordt verondersteld. De helft van de cv-installaties die problemen veroorzaken is minder dan tien jaar oud en daarvan heeft twee derde een onderhoudscontract.

Waarom geven gasinstallaties zoveel ongevallen? Het rapport beschrijft een aantal vaak voorkomende factoren, waaronder:

  • foutieve montage
  • onjuiste uitmonding rookgasafvoer
  • lekken in de rookgasafvoer
  • winddruk en ventilatie
  • foutieve instellingen in de cv-ketel.

Vaak is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Ook wordt in veel gevallen bij onderhoud alleen naar de cv-ketel gekeken terwijl het totale systeem aandacht verlangt.

Behalve naar installatiefouten kijkt het rapport ook naar fabrikanten. Zij behoren toestellen te maken die storingsbestendig en ‘failsafe’ zijn. Daarbij moeten de fabriekshandleidingen duidelijker worden, aldus de OvV. De invloed van de consument wordt eveneens genoemd in het rapport. Twee derde van de installateurs ervaart een spanningsveld tussen veiligheid enerzijds en dienstverlening anderzijds. Consumenten zoeken naar de goedkoopste aanbieder wat ten koste gaat van kwaliteit. Niet alle consumenten hebben er bijvoorbeeld begrip voor als bij ketelvervanging ook de rookgasafvoer moet worden geïnspecteerd en zo nodig vervangen. Met de kritiek van het OvV gaan diverse organisaties binnen de installatiesector aan de slag, waaronder brancheorganisatie Uneto-VNI en Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL) .

Alle kennis die nodig is voor veilige installatie en voor het onderhoud is beschikbaar in wet- en regelgeving. Die kennis moet in de regel vertaald worden naar praktijkgerichte documenten, de taak van ISSO, kennisinstituut voor de installatiesector. OvV stelt in haar rapport dat het ISSO-kleintje ‘Gas, richtlijnen voor veilige en zuinige gasinstallaties tot 130 kw’, de meest relevante informatie bevat voor vaak voorkomende situaties. Naleving van de regelgeving, uitgelegd in ISSO-kleintje ‘Gas’ en de bijbehorende instructiebijeenkomst, kunnen fouten en daarmee ongevallen voorkomen. In het compacte zakboekje wordt per hoofdstuk verwezen naar de wet- en regelgeving. Zo heeft de gebruiker zo nodig direct de achterliggende documenten bij de hand. Over gasinstallaties is een gratis informatief en praktijkgericht webinar terug te zien op het YouTube-kanaal van ISSO.

Voor meer informatie: www.isso.nl

rookgasHet zal u niet ontgaan zijn, er hebben zich nare ongevallen met koolmonoxide voorgedaan. De cv-ketel is in opspraak. Of eigenlijk: de installateur. De verschillende kwaliteitslabels zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud, zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Inmiddels hebben verschillende installateurs gereageerd op onze facebookpagina. “Ik ben als installateur benieuwd waar nu precies de problemen liggen”, zegt Eddy Weber, “Volgens mij ligt het niet direct aan de ‘nieuwe’ ketel. In een voorbeeld op de radio werd één geval besproken. Hiervan heeft de rookgasaansluiting op de ketel losgelaten. Het ligt dus niet aan de ketel zelf, maar de aansluitingen op/aan de ketel en aan de onbekwaamheid van degene die het heeft gemonteerd. In mijn omgeving zie ik veel misstanden bij installaties die zijn aangebracht door klusbedrijven, kleine aannemers, enz.
De overheid pleit nu voor ‘aanvullende’ maatregelen, maar was het niet de overheid die heeft toegestaan dat een groenteboer nu een ketel kan en mag installeren? Ook denk ik dat de crisis hier een bijdrage aan heeft geleverd. Bij een markt onder spanning moet alles goedkoper, sneller en wordt er minder aan scholing gedaan, waardoor bij veel mensen/bedrijven de kwaliteit toch achteruit gaat.”

“Vandaag het hele rapport gelezen”, laat Bert Bos Sr. ons weten. “Een en ander wordt door de media helaas weer niet correct naar buiten gebracht. Het rapport is erg zorgvuldig samengesteld en wat voor mij telt, is dat de aanbeveling aan de minister luidt: ‘Terug naar een gefundeerde erkenningsregeling, net als het vroeger was, en gelijk aan de andere Europese landen.”

Komt u in de dagelijkse praktijk ook misstanden tegen, slecht uitgevoerd werk, lekkende ketels of niet aangesloten rookgasafvoeren? Laat het ons weten via onze sociale mediakanalen: @installatienet.nlFacebook of via mail. En laat uw mening horen!

Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar koolmonoxideongevallen blijkt dat 46% van de ongevallen gebeurt met een cv-installatie; het merendeel modern en goed onderhouden. Dit wijkt af van het beeld dat vooral oude geisers of slecht onderhouden toestellen te veel koolmonoxide zouden produceren. Verder constateert de Onderzoeksraad in het op 18 november gepubliceerde rapport dat periodiek onderhoud aan installaties geen afdoende bescherming vormt tegen koolmonoxideongevallen. De verschillende kwaliteitslabels zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud. Ook koolmonoxidemelders vervullen hun waarschuwende functie niet vlekkeloos.

Tot nu toe wordt aangenomen dat jaarlijks ten minste vijf à tien dodelijke slachtoffers vallen door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide en enkele honderden gewonden. Naar inschatting van de Raad is de omvang van het probleem met koolmonoxide drie tot vijf keer zo groot. De symptomen van koolmonoxidevergiftiging worden echter vaak niet herkend zodat een juiste diagnose uitblijft.

Komt u in de dagelijkse praktijk ook misstanden tegen, slecht uitgevoerd werk, lekkende ketels of niet aangesloten rookgasafvoeren? Laat het ons weten via onze sociale mediakanalen: @installatienet.nlFacebook of via mail. En laat uw mening horen!

 

In juni liet de Stichting Register Montage Expert Brandveiligheid voor het eerst van zich horen. Na vele oriënterende en afstemmende gesprekken opent de stichting nu haar eerste register, dat voor monteurs van brandwerende doorvoeringen.

De stichting is opgericht om met registers bij te dragen aan een betere kwaliteit van montage van met name bouwkundige brandpreventie. Uit de periode na introductie blijkt dat het initiatief voldoet aan een behoefte van zowel aanbieders als afnemers. De stichting is tot een curriculum voor opleidingen en gewenste toelatingscriteria voor deelname aan het register gekomen. Voorafgaand hieraan zijn er gesprekken gevoerd met fabrikanten, installatiebedrijven, monteurs, opleidingsorganisaties, (semi) overheden, gebouwconsumenten en brandveiligheidsadviseurs en – inspecteurs. Deze gesprekken hebben ertoe geleid dat de toelatingseisen voor het register nu zijn vastgesteld. Een belangrijk onderdeel daarvan is de opleiding. Een aantal opleiders voldoen inmiddels aan de eisen. Een actuele lijst is opvraagbaar bij de stichting.

De opleiding die een monteur gevolgd moet hebben om zich aan te sluiten bij het MEB register valt uiteen in een theoretisch- en praktisch deel. In het theoretische deel is nu sprake van generieke en specifieke onderwerpen. Bij generieke (algemene) onderwerpen moet u denken aan onderwerpen als wetgeving, normering, het kunnen lezen van bouwtekeningen, de verschillende soorten afdichtingen en de wijze waarop dat moet gebeuren, hoe om te gaan met verschillende isolatietypen, het kunnen maken van een logboek etc.

Het specifieke deel van de theoretische opleiding is productgebonden theorie. Het werken met product X is immers anders dan het werken met product Y. Hoe dik moet een coating of verf bijvoorbeeld zijn, wat is de afwerklengte, mag een manchet groter zijn dan de leidingdiameter en is deze u/u of u/c getest? Allemaal product specifieke kennis dus. Dit gaat ook op voor het praktijkdeel. Ook deze is product gebonden en dit deel van de opleiding zal dus gegeven moeten worden door een producent al of niet in samenwerking met een opleidingsinstituut.

De stichting wil niet alleen de kwaliteit van montage verbeteren, maar ook stimuleren dat haar deelnemers (monteurs) melden dat er afwijkingen zijn. MEB-geregistreerde monteurs zullen namelijk niet meer onbewust onbekwaam zijn, maar voortaan bewust bekwaam. Dit brengt consequenties met zich mee. Een opdrachtgever mag nu immers van de monteur verwachten dat hij, (op een subtiele manier) melding doet van afwijkingen die de brandwerendheid in gevaar brengen. De stichting is er van overtuigd dat hiermee ook ‘van onder naar boven’ een constructieve beweging op gang komt.

Nu vaststaat wat de opleidings- en toelatingseisen zijn, zoals bijvoorbeeld het feit dat een monteur structureel werkzaam moet zijn als monteur brandwerende afdichtingen, opent de stichting nu formeel haar eerste register : ‘monteur brandwerende doorvoeringen’. Monteurs die zich aan willen sluiten, worden uitgenodigd te kijken op de website van de stichting: www.meb-register.nl. Daarop is een aanmeldingsformulier te vinden. De Stichting zal mede gezien de reacties uit de markt per omgaande doorpakken met een tweede register. Kijk op de website welk register dit zou kunnen worden.

firefightingMonteurs, eindgebruikers, installatiebedrijven, en producenten worden regelmatig geconfronteerd met ondeugdelijke toepassing van materialen en systemen. Hierdoor ontstaat een schijnveiligheid waarvan de opdrachtgever in letterlijk en figuurlijke zin de rekening gepresenteerd krijgt. Brandveiligheid is alleen dán effectief als met kennis van zaken wordt gewerkt en betrokkenen verantwoording nemen voor wat ze doen. Monteurs met vakkennis zijn tot nu toe onherkenbaar. Producenten investeren veel in de ontwikkeling van producten, maar als deze onjuist worden gemonteerd zijn ze waardeloos. Installatiebedrijven met deelnemende monteurs en deskundige zelfstandige monteurs kunnen zich onderscheiden van partijen die ondeugdelijke afdichtingen monteren.

Om aan deze ongewenste situatie aan einde te maken, is Stichting Register Montage Expert Brandveiligheid (MEB-register) opgericht. MEB-register wil zich inzetten voor een brandveiliger Nederland. Het doel is de kwaliteit en deskundigheid van montage van brandwerende producten te bevorderen en beschermen. Om zich te kunnen registreren, moeten monteurs aan de criteria van de stichting voldoen. Ze zullen onder meer aan moeten kunnen tonen dat ze een goede praktische en theoretische opleiding hebben gehad en dat ze één jaar minimaal 50% werkzaam zijn in dit vakgebied. Daarnaast moeten ze bereid zijn werk te laten zien aan onafhankelijke controleurs.

Geregistreerden die voldoen aan de criteria zijn daarna gekwalificeerd monteur en herkenbaar als MEB-geregistreerd. Zij mogen dan de titel ‘MEB’ dan achter hun naam voeren. Deelnemers zijn monteurs die zelfstandig of in loondienst werken.

De stichting zal speciaal voor de deelnemers activiteiten organiseren, zoals opfrisavonden bijscholingen, begeleiding en bijeenkomsten. In de door de stichting goedgekeurde opleidingen, die zowel door producenten als onafhankelijke opleidingsinstituten gegeven kunnen worden, zullen praktijk en theorie aan bod moeten komen met onderwerpen als regelgeving, normering, en het kunnen lezen van testrapporten en bouwtekeningen.

Zo hebben en houden deelnemers vakkundigheid op het gebied van de brandveiligheid, vergroten ze de kwaliteit van hun kennis en vaardigheden en houden dit in stand. Daarnaast onderzoekt de stichting de kwaliteit van opleidingen, cursussen en overige zaken op het gebied van (bouwkundige) brandveiligheid en geeft daar regelmatig voorlichting over.

Voor meer informatie: www.meb-register.nl

Eerste OK CV-accreditatie een feit

Gepubliceerd op

Installatieleverancier Vaillant Group Netherlands is de eerste partij in de installatiesector met een opleidings- en examenaccreditatie voor Energie Service Specialist. Hiermee zijn de opleiding en het examen van Vaillant voor OK CV-installateur officieel erkend.
Om de kwaliteit van Vaillant-installaties te borgen, ondersteunt Vaillant installatiebedrijven met diverse opleidingen en begeleiding in de praktijk. Sinds 28 april 2015 is het Vaillant-scholingsprogramma aangevuld met een opleiding en een examen voor Energie Service Specialist. De opleiding is gebaseerd op ISSO-kleintje ‘Gas, richtlijnen voor veilige en energiezuinige gasinstallaties’. De accreditaties voor de opleiding en het examen zijn toegekend door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL), de officiële accreditatieinstelling voor onderwijsinstituten in duurzame energie.
Bedrijven met Energie Service Specialisten in dienst en met de juiste erkenning (SEI of Sterkin), mogen het OK CV-keurmerk voeren. Het keurmerk staat voor een veilige en zuinige werking van cv-installaties. De installateur werkt volgens de voorschriften van de fabrikant, in dit geval Vaillant. De opleiding en het examen van Vaillant zijn onder meer te vinden op www.Qbisnl.nl, kwaliteitsregister van de bouw.
Voor meer informatie: www.KvINL.nl

01 Frans van OchInstallateur Frans van Och neemt in de maart uitgave van InstallateursZaken geen blad voor de mond. De ervaren vakman is razend. “Als je geen erkend installateur bent, moet je met je fikken van de ketel afblijven!” En zijn statement wordt niet alleen door hem gedragen. Zo belde Eimie Rook direct na het verschijnen van de maartuitgave naar de redactie. “Van Och is een man naar mijn hart”, zo meldde hij. “Het moet eens afgelopen zijn met al die beunhazen. In een overzicht van de consumentengids, staan er zelfs monteurs die voor 23€ per uur op komen draven. Als ik dat zou doen ben ik eind december failliet.”

Ook Peter Vink uit Haarlem van het gelijknamige installatiebedrijf was één van de mensen die reageerde:

“Ik denk dat de hoofdoorzaak zit bij de aanbesteding bij de particulier. Elk jaar kom ik meer verkeerd aangesloten gastoestellen tegen. Bij doorvragen aan de particulier zijn het bijna nooit installateurs (met diploma). Wat volgens mij een uitstekende oplossing zal zijn, is dat verzekeringen geen schade meer dekken als de particulier niet kan aantonen dat de gas installatie is geplaatst door een erkend installateur. Hierdoor kunnen de polissen goedkoper worden. Dit is een leuke taak voor de branche-organisatie om hiervoor reclame te maken. Dit geldt ook voor water en elektra”

De redactie is ook benieuwd naar uw mening. Laat het weten via redactie@merlijnplus.nl of @redactie_IZ.

Technisch dienstverlener Unica heeft deze maand als één van de eerste bedrijven in Nederland het nieuwe kwaliteitslabel OK CV behaald. Dit keurmerk voor veilig en zuinig stoken werd begin 2015 ingevoerd. OK CV moet het aantal storingen terugbrengen en  bedrijven en particulieren helpen om veiliger te stoken en zuiniger om te gaan met energie.

Het keurmerk OK CV werd begin 2015 ingevoerd door Uneto-VNI (ondernemersorganisatie voor technische installatiebedrijven), VFK (vereniging van ketelfabrikanten) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL). OK CV wordt ondersteund door een groot aantal maatschappelijke organisaties, waaronder Brandweer NL, Milieu Centraal, Vastgoed Belang en Vereniging Eigen Huis.

Installateurs mogen onder het OK CV label cv-ketels inspecteren en particulieren adviseren over energiezuinig stoken. Bedrijven kunnen het OK CV keurmerk verkrijgen door aan een aantal strenge eisen te voldoen en door te werken met de gediplomeerde monteurs, de zogenaamde Energie Service Specialisten. Deze inspecteren en onderhouden de ketel volgens de voorschriften, voeren metingen uit, controleren of de ketel goed is afgestemd en geven een schriftelijk advies over het energiezuinig gebruik van de installatie. Tot slot wordt de onderhoudsbeurt geregistreerd in een landelijke databank.

Unica vindt het belangrijk dat dit keurmerk in het leven is geroepen. “Cv-ketels die regelmatig worden onderhouden werken veiliger”, zegt Eric van der Koog, Energie Service Specialist van Unica Oosterhout. “De kans op brand of het vrijkomen van schadelijke gassen als koolstofmonoxide is minimaal. Regelmatig onderhouden ketels zijn bovendien energiezuiniger. Oftewel, je slaat hiermee twee vliegen in één klap. Dat is dan ook precies de reden dat Unica als één van de eerste bedrijven dit keurmerk wil voeren.”

Voor meer informatie: www.unica.nl

CV-OKOp woensdag 25  februari plakt minister Stef Blok in Den Haag voor het eerst de sticker OK CV op een verwarmingsketel. Hij doet dat samen met Rob Trouwborst, directeur van het eerste installatiebedrijf in Nederland dat het nieuwe kwaliteitslabel mag voeren. OK CV moet het aantal ongevallen met verwarmingsketels verminderen en cv-installaties tegelijkertijd zuiniger maken. Installatiebedrijven mogen het label alléén voeren als ze aan strenge eisen voldoen. Zo moeten zij de cv-ketels van hun klanten laten inspecteren en onderhouden door een gediplomeerd Energie Service Specialist.

De Energie Service Specialist staat centraal in het kwaliteitslabel OK CV. Hij heeft een intensieve opleiding gevolgd en kan daardoor het onderhoud exact uitvoeren volgens de voorschriften van de fabrikant. Voor maximale veiligheid meet hij bovendien de CO- en CO2-waarden. Tenslotte krijgt de eigenaar van de cv-ketel van de Energie Service Specialist ook een schriftelijk advies over het energiezuinig gebruik van de cv-ketel. Woningeigenaren en woningcorporaties die kiezen voor een installatiebedrijf met het label OK CV kunnen erop vertrouwen dat hun cv-ketel goed, veilig en energiezuinig werkt.

De Energie Service Specialist wordt zelf ook gecontroleerd. Niet alleen moet hij over een speciaal diploma beschikken, de Stichting OK voor Installaties gaat met steekproeven ook na of het onderhoud van de cv-installatie volgens de regels plaatsvindt. Dat gebeurt met behulp van een landelijke databank waarin alle onderhoudsbeurten worden geregistreerd.

OK CV is een initiatief van branchevereniging Uneto-VNI, de gezamenlijke cv-ketelfabrikanten en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt financieel bij aan het project. CV OK heeft daarnaast de steun van Aedes, Brandweer NL, de Consumentenbond, Milieu Centraal, VACpunt Wonen, Vastgoed Belang, Verbond van Verzekeraars, Vereniging Eigen Huis, VvE Belang en de Woonbond.

Voor meer informatie: http://www.ok-cv.nl/pages/25/installateurs/Home.html

 

 

Dekra is met ingang van 8 januari 2015 geaccrediteerd voor het uitvoeren van certificeringen voor de CO2 Prestatieladder. Dekra is de eerste certificerende instelling die de ladderbeoordelingen onder accreditatie kan uitvoeren in combinatie met een volledige KAM-audit (ISO 9001 voor Kwaliteit, OHSAS 18001 voor Arbo en ISO 14001 voor Milieu). Ook andere combinaties zijn mogelijk, die bij DEKRA door één auditor onder accreditatie uitgevoerd kunnen worden.

De CO2 Prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij de reductie van CO2. Binnen de bedrijfsvoering, in projecten én in de keten kan nog veel winst worden behaald; zowel wat betreft energiebesparing als het efficiënt gebruik van materialen en duurzame energie. De CO2 Prestatieladder is het aangewezen instrument om dat proces in goede banen te leiden en te versnellen.

Bij de ontwikkeling van de CO2 Prestatieladder is gekozen voor twee belangrijke uitgangspunten: maximale gerichtheid op het eigen initiatief, praktische resultaten en innovatie, maar ook op minimale belasting en belemmering van de onderneming door regels en voorschriften.

De ladder werkt daarom niet met regelgeving voor productiemethoden of productvoorschriften, maar biedt ruimte voor creativiteit en vernieuwing van bedrijfsvoering en producten. Het is de bedoeling dat bedrijven die zich volgens de ladder laten certificeren, het proces ervaren als een nuttige investering die zich snel terugverdient dankzij lagere energiekosten, materiaalbesparing en innovatiewinst.

De CO2 Prestatieladder van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) werd medio 2012 officieel door de Raad voor Accreditatie (RvA) als schema geaccepteerd. Dankzij deze acceptatie heeft de CO2 Prestatieladder in ons land een nieuwe impuls gekregen.

Alle gebruikers – zowel gecertificeerde organisaties als opdrachtgevers en andere stakeholders – hebben nog meer zekerheid over de kwaliteit van de geleverde diensten en de CO2 Prestatieladder als zij door een geaccrediteerde certificerende instelling beoordeeld zijn. De al door Dekra gecertificeerde organisaties ontvangen na de eerstvolgende audit een geaccrediteerd certificaat.

Voor meer informatie: www.co2-prestatieladder.nl

 

Specificaties warmtepompsysteem bevestigd door Eurovent

Gepubliceerd op

Eurovent LogoEind 2013 lanceerde LG haar nieuwe Multi V IV systeem in de Benelux. Na uitgebreide tests door onafhankelijke laboratoria zijn de specificaties nu officieel bevestigd door Eurovent. Hieruit blijkt wederom dat de prestaties van de LG Multi V IV VRF-Systemen bij de top van de markt behoren.

LG is een van de eerste fabrikanten die het onafhankelijke Eurovent-certificaat voor VRF-airconditioning heeft gekregen. LG hecht groot belang aan duurzaamheid. In de AE-divisie (airconditioning en energy solutions) draait het bij alle apparatuur, zoals HVAC , ledverlichting en zonnepanelen om energiebesparing, om zo bij te dragen aan een schonere en groenere wereld.

De Eurovent-certificering op VRF-systemen maakt het voor adviseurs en installateurs gemakkelijker en transparanter om de energieprestaties van de verschillende systemen te vergelijken. Eurovent is de onafhankelijke Europese belangenorganisatie voor de HVAC-branche. De organisatie streeft eerlijke concurrentie binnen de klimaatbranche na en heeft daartoe een certificeringsprogramma ontwikkeld. Eurovent controleert hiermee de door de producent gepubliceerde specificaties en toetst deze aan de geldende Europese normen.

De LG Multi V IV is een van de meest energie-efficiënte systemen van alle conventionele VRF-systemen in de markt. In vergelijking met een voorgaande generatie is het 30% efficiënter bij vollast en 17% efficiënter bij deellast. “De afgelopen jaren heeft LG fors geïnvesteerd in de techniek, maar ook in onze service zijn we gegroeid. Het zit in ons DNA om te blijven ontwikkelen, daarom zijn wij ook trots op het Eurovent-certificaat,” zegt Richard de Waal, AE-divisiedirecteur.

Voor meer informatie: www.lgklimaat.nl

Overhandiging-MVO-certificaat-LRUbbink streeft ernaar alle bedrijfsprocessen te optimaliseren, zodat de ecologische footprint zoveel mogelijk wordt beperkt. Ubbink heeft de certificering van de MVO Prestatieladder op niveau 4 bereikt. Op 3 december 2014 ontving Henk-Jan Wegman, algemeen directeur Ubbink, officieel het certificaat van Ton Wessels, Business Development & Sales van certificeerder Lloyds. Met deze certificering maakt Ubbink haar MVO-beleid en -prestaties transparant.

Volgens de certificeerder heeft Ubbink het niveau 4 van de MVO Prestatieladder, scope ‘Ontwikkeling, verkoop en productie van kunststof producten voor de bouw- en installatieindustrie’ aangetoond op basis van ontplooide activiteiten binnen en buiten de branche. Daarnaast wordt de pro-actieve houding en uitstraling van de organisatie, en de ketenverantwoordelijkheid die wordt genomen (zoals stakeholder-management klanten en leveranciers) genoemd. Stakeholders binnen en buiten de branche hebben aantoonbaar invloed op de beleidsbepaling. Het volledig gedocumenteerde en transparante systeem voor alle 33 indicatoren en de brede en diepe benadering van de stakeholders en indicatoren zijn zeer positief beoordeeld.

De MVO Prestatieladder maakt vanuit maatschappelijke betrokkenheid duurzame ontwikkeling concreet, objectief en aantoonbaar. De MVO Prestatieladder bestaat uit vijf niveaus. Op niveau 1 tot 3 ontwikkelt de betrokkenheid van stakeholders zich van direct belanghebbenden tot indirect betrokkenen en branche. Op niveau 4 en 5 zijn ook de keten en de samenleving stakeholders en kijkt Ubbink dus ver over de grenzen van de eigen organisatie heen. De MVO prestatieladder is gebaseerd op internationaal geaccepteerde documenten, zoals ISO 26000, ISO 9001, AA1000 en de Global Reporting Initiative.

Ubbink het 17e bedrijf in Nederland en het 2e in de Bouw met een MVO 4 certificaat. Niveau 4 toont aan dat je je als organisatie in de volledige keten beweegt en je partners betrekt bij de doorlopende zoektocht naar verduurzaming van je dienstverlening. Slechts 16 organisaties in Nederland, waarvan 1 in de bouw, behaalden dit niveau en Ubbink is de 17e, respectievelijk 2e. Ubbink is trots op deze erkenning voor haar duurzame inspanningen en ambities op zowel menselijk, maatschappelijk en milieuvlak.

Foto: Ton Wessels, Business Development & Sales van certificeerder Lloyds (links) en Henk-Jan Wegman, algemeen directeur Ubbink (rechts)

Voor meer informatie: www.ubbink.nl

image001Maandag 3 november jl.  heeft het EO televisieprogramma ‘Dit is de Dag Onderzoek’ het bericht naar buiten gebracht dat cv-ketels de grootste veroorzakers zijn van ongelukken met koolmonoxide. De Onderzoekraad voor Veiligheid heeft, bij monde van de voorzitter de heer Tjibbe Joustra, aangegeven dat er behoorlijk wat slachtoffers vallen door het installatiewerk uitgevoerd door personen zonder papieren.  Hij onderstreept het belang dat installaties door vakbekwame mensen moeten worden onderhouden.

KvINL (Kwaliteit voor Installaties Nederland), opgericht ten behoeve van de kwaliteitsborging binnen de installatiesector, ziet in de berichtgeving een bevestiging van de noodzaak om werkzaamheden aan installaties door een erkende of een daartoe gecertificeerde installateur te laten uitvoeren.
Dick Tommel, voorzitter van KvINL, geeft aan dat: ‘KvINL voorstander is van het verplicht invoeren van vakbekwaamheidseisen.  KvINL heeft om de kwaliteitseisen te borgen zowel een erkenningsregeling als een beoordelingsrichtlijn (BRL) ontwikkeld. De erkenningsregeling vormt sinds kort de basis van het keurmerk OK-CV . Een keurmerk dat een halt moet toeroepen aan de geconstateerde gebreken bij service en onderhoud aan cv-toestellen en nadrukkelijk bijdraagt aan  een veilige situatie in de woonomgeving’.

OK-CV biedt consumenten en andere opdrachtgevers (zoals woningbouwcorporaties) de garantie dat het onderhoud volgens de voorschriften wordt verricht. De onderhoudsbeurt wordt uitgevoerd door een Energie Service Specialist. Deze Energie Service Specialist moet voldoen aan kwaliteitseisen en wordt hierop gecontroleerd.

Alle informatie over de te verkrijgen kwaliteitslabels (erkennings- en certificatieregelingen) zijn te vinden op www.kvinl.nl

IMG_0628.JPGUneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, wil dat de overheid vakbekwaamheidseisen gaat stellen aan installatiebedrijven. Ook pleit de installateurskoepel voor de invoering van een verplichte APK voor cv-ketels. Uneto-VNI reageert hiermee op berichtgeving die het EO-televisieprogramma ‘Dit is de Dag Onderzoek’ gisteren naar buiten bracht.
Sinds het afschaffen van de Vestigingswetgeving in 2007 stelt de overheid geen vakbekwaamheidseisen meer aan installateurs en kan iedereen een installatiebedrijf beginnen. Dat is de installatiebranche een doorn in het oog. Voorzitter Titia Siertsema: “Wij vinden dat alleen vakbekwame, gediplomeerde installateurs cv-ketels mogen plaatsen en onderhouden. Helaas komen onze leden in de praktijk maar al te vaak de gevolgen van ondeskundig installatiewerk tegen. Dat levert gevaar op voor bewoners én voor omwonenden. Uit de cijfers van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid blijkt hoe alarmerend de situatie is.”
Uneto-VNI roept de overheid op om de vestigingseisen opnieuw in te voeren. Siertsema: “Laten we een voorbeeld nemen aan België en Duitsland. Daar worden wél vakbekwaamheidseisen gesteld aan installateurs. Het is onbegrijpelijk dat de overheid dit laat gebeuren. De veiligheid van burgers is in het geding.”
Sinds de afschaffing van de Vestigingswet stelt Uneto-VNI zelf wel vakbekwaamheidseisen aan de aangesloten leden. Siertsema: “Helaas kunnen wij niet voorkomen dat niet-leden van Uneto-VNI die niet beschikken over de juiste vakkennis, in de installatiebranche actief zijn. Hier ligt een taak voor de overheid.”
Uneto-VNI pleit ook voor de invoering van een verplichte APK voor cv-ketels, uitgevoerd door erkende installateurs. Siertsema: “Bijna de helft van de huizenbezitters laat de cv-ketel niet regelmatig controleren. De kans op ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van koolmonoxidevergiftiging, is dan groot. Onze leden komen stokoude cv-ketels tegen die nooit zijn onderhouden. Dat zou niet mogelijk moeten zijn.”

Voor meer informatie: www.uneto-vni.nl

 

ketel‘De afgelopen jaren zijn er steeds meer slachtoffers van koolmonoxidevergiftiging als gevolg van problemen met cv-ketels’, zo meldt Ditisdedag op haar website. Een en ander blijkt uit onderzoek dat dit radioprogramma liet uitvoeren. De site meldt: ‘In 2013 waren er voor het eerst beduidend meer slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels dan met geisers. Tjibbe Joustra, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, stelt in Dit is de Dag Onderzoek dat er behoorlijk wat slachtoffers vallen door het installatiewerk van installateurs zonder papieren.

Jaarlijks zijn er gemiddeld 100 gewonden en tien doden als gevolg van koolmonoxidevergiftiging. De overheid zet al jaren in op het terugdringen van oude open geisers, vanwege de verhoogde risico’s ervan op koolmonoxide ongelukken.

Uit onderzoek van Dit is de Dag Onderzoek blijkt dat koolmonoxide ongelukken met cv-ketels de afgelopen jaren zijn toegenomen. Hiervoor analyseerde Dit is de Dag meer dan 200 door Kiwa geregistreerde incidenten met koolmonoxide in de afgelopen zeven jaar. In 2013 waren er zelfs beduidend meer slachtoffers door koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels dan met geisers. 83 slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels versus 30 slachtoffers met geisers.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) is een onderzoek gestart naar ongevallen met koolmonoxide. Voorzitter Tjibbe Joustra in Dit is de Dag Onderzoek: “Koolmonoxide is een onderschat probleem.” Joustra stelt dat hij signalen heeft ontvangen dat er slachtoffers vallen door het installatiewerk door vakonbekwame installateurs. Joustra: “Wij vinden het van belang dat vakbekwame mensen langskomen om iets te installeren. Daar hebben mensen gewoon recht op.”

Volgens Charles Meijer van Brandweer Nederland zijn er meer koolmonoxide incidenten met cv-ketels door de toename van onbekwame installateurs op de markt. Meijer: “Er moeten eisen worden gesteld aan de kwaliteit van installateurs. Het is nodig dat dit vanuit de rijksoverheid wordt geregeld.” Daarnaast pleit Meijer voor een acuut verbod op open geisers omdat de afbouw ervan te traag gaat.’

Voor meer informatie: http://www.eo.nl/ditisdedag/onderzoek/