Tag Archives: Energiebesparing

Verduurzaming door flexibel te voorzien in energie

Gepubliceerd op

De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op externe prikkels. Een (prijs)prikkel moet ervoor zorgen dat gebouwen extra vermogen vragen als er bijvoorbeeld een te groot aanbod van duurzame energie is of juist de vraag verminderen als er te weinig aanbod is. Dat staat in het TVVL Klimaattechniek (/KT) - 42 rapport ‘Energieflexibiliteit in gebouwen’. Het rapport biedt inzicht in hoe gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening door het flexibiliseren van de energiebehoefte. Voor dit rapport is ook een aanvullend document beschikbaar waarin een projectmatige aanpak wordt beschreven voor het in kaart brengen en ontsluiten van de energieflexibiliteit van een gebouw.

In de traditionele energievoorziening volgt de energieproductie de energiebehoefte. Bij de duurzame energievoorziening is het aanbod van duurzame energie niet stuurbaar. Om zo veel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare duurzame energie is het zinvol als de energiebehoefte de duurzame energieproductie enigszins kan volgen. Dit is het doel van energieflexibiliteit. TVVL Expertgroep Klimaattechniek heeft met medewerking van de expertgroepen Gebouwbeheer en – automatisering en Elektrotechniek een rapport samengesteld dat inzicht biedt in manieren waarop de flexibilisering van de energiebehoefte ertoe leidt dat gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening.

Vorm van energieopslag
Energieflexibiliteit wordt in zijn algemeenheid gerealiseerd door een vorm van energieopslag. Dit kan een batterij zijn, maar ook een voorraadvat met warmwater. Het rapport beschrijft dat de massa van het gebouw zelf een thermische buffer is die gebruikt kan worden om energieflexibiliteit te realiseren. Daarnaast kan door het clusteren van vele gebouwen in combinatie met min of meer flexibel te schakelen apparatuur energieflexibiliteit opleveren. Ook is gekeken naar complexe factoren zoals energieflexibiliteit in samenhang met de andere gebouwsystemen en innovaties op het gebied van voorspellende regelingen.

Zowel het technische rapport als het aanvullende document is beschikbaar via het online platform van TVVL.
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen, aanpak

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...

Vooral jongeren hebben ambitie om hun woning te verduurzamen

Ondanks dat het energielabel verplicht is sinds 2008, weten vier van de tien Nederlanders niet welk energielabel hun woning heeft ...

Uitdaging: energieneutrale ijsbanen

Gepubliceerd op

Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”

Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.

Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…

Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”

Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.

Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.

Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”

Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”

Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.

Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende  sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”

Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”

Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”

Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”

Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”

Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”

Airconditioners kunnen winters gasverbruik aanzienlijk verlagen

Gepubliceerd op

De Europese lidstaten zoeken naar manieren om hun gasvraag de komende winter met 15% te verminderen. Een deel van de oplossing ligt volgens warmtepompfabrikant Daikin bij alternatieve verwarmingsbronnen, waarvan airconditioning er één is die vaak al aanwezig is. In feite is een airconditioningsysteem een lucht/lucht-warmtepomp die gebouwen op een efficiënte en effectieve manier kan verwarmen. In het geval van een gebouw van 600 m2 kan het gebruik van het airconditioningsysteem als een lucht/lucht-warmtepomp om te verwarmen tot 112.880 kWh aan aardgas besparen en de verwarmingskosten met 25% verlagen, rekent de fabrikant voor.

De Europese Commissie heeft het European Gas Demand Reduction Plan opgesteld, waarin de lidstaten wordt aanbevolen om het gasverbruik tussen nu en maart 2023 vrijwillig met 15% te verminderen. Volgens de EU kunnen grote besparingen worden bereikt door de manier waarop we onze gebouwen verwarmen en koelen. Naar schatting wordt bijna 30% van de commerciële gebouwen in de EU nog steeds met gas verwarmd, terwijl sommige ook zijn uitgerust met een airconditioningsysteem. Gebouwen kunnen hun gasvraag aanzienlijk en onmiddellijk verminderen door hun airconditioningsysteem in de verwarmingsmodus te gebruiken en zo tegelijkertijd de totale kosten te verlagen.

Verlaging van de gasrekening
Berekeningen van de warmtepompfabrikant laten zien dat het gebruik van een airconditioningsysteem voor verwarming de vraag naar aardgas aanzienlijk vermindert. In het voorbeeld van een kantoorgebouw van 600 m2 bespaart een VRV lucht/lucht-warmtepomp tot 112.880 kWh aardgasverbruik in vergelijking met traditionele ruimteverwarming. Bovendien kunnen bedrijven hun energiekosten met bijna 30% verlagen dankzij een warmtepomp.

Waarom is een warmtepomp zo efficiënt?
Een lucht/lucht-warmtepomp heeft zowel een binnen- als een buitenunit. Bij gebruik in de koelmodus onttrekt de binnenunit warmte van de binnenuit en geeft hij deze door aan de buitenunit, die de warmte naar buiten afstoot. De werking kan echter worden omgekeerd om binnen te verwarmen met behulp van warmte die door de buitenunit aan de buitenlucht wordt onttrokken. Zelfs bij buitentemperaturen ver onder de 0°C zal een lucht/lucht-warmtepomp nog steeds efficiënt voor verwarming zorgen.
Een warmtepomp is tot vier keer efficiënter dan een gassysteem, aangezien driekwart van de energie die wordt gebruikt voor verwarming gratis uit de buitenlucht komt en slechts een kwart aan elektriciteit verbruikt.

Het energiegebruik verder verminderen
Als in een gebouw al een warmtepomp is geïnstalleerd, kan deze worden geoptimaliseerd door het gebruik van energiebesparende systemen die de energierekening verder verlagen. Intelligente cloudsystemen bieden klanten toegang tot tools die niet alleen overmatig energiegebruik in delen van hun gebouw detecteren, maar ze ook in staat stellen om snel te handelen en in te grijpen waar nodig.

Collectieve hoog temperatuur warmtepomp nu ook te waarderen in BENG

Het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG) heeft de SWP warmtepomp een gelijkwaardigheidsverklaring toegekend voor tapwater en ruimteverwarming. Woningbouwcorporaties en ...

Zuivere waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar voor veldtesten

BDR Thermea Group, een fabrikant van binnenklimaatoplossingen, bereidt zich voor op de eerste real-life proeven van ketels op zuivere waterstof ...

‘Terugverdientijd warmtepomp iets meer dan 5 jaar’

Een op de zes Nederlanders overweegt de aanschaf van een warmtepomp wanneer de terugverdientijd hooguit vijf jaar bedraagt. Een even ...

Voor 500 euro de thermostaat 2 graden lager

Er moet wel wat tegenover staan, wil de gemiddelde Nederlander de thermostaat twee graden lager zetten. Dit blijkt uit onderzoek ...

Nederlandse huishoudens beperken energieverbruik

Gepubliceerd op

Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens in Nederland in maart minder energie hebben verbruikt dan in de voorgaande jaren¹. 58,2% van de Nederlandse tado°-gebruikers zegt dat geld besparen de voornaamste reden is om hun energieverbruik te verminderen. 24,9% wil minder afhankelijk zijn van Russisch gas en 16,9% doet het vanwege het milieu.

Het onderzoek keek naar energiebesparingen en vroeg aan 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers (in totaal aan meer dan 15.000 Europese tado°-gebruikers) of recente gebeurtenissen invloed hebben gehad op hun persoonlijke energieverbruik. Jaarlijks wordt voor grofweg €3,7 miljard aan gas en kolen naar Nederland geïmporteerd vanuit Rusland². Een andere bron spreekt over 5 miljard kuub gas³.

Afhankelijkheid verminderen
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zoeken overheden, bedrijven en huishoudens manieren om hun afhankelijkheid van geïmporteerde energie te verminderen, met name aardgas. De resultaten van het onderzoek laten zien dat Europeanen energie-efficiëntie serieus nemen en actie ondernemen, concludeert tado°. Van alle Europese respondenten die in de poll hebben aangegeven dat ze hun energieverbruik hebben verminderd, wil 65,6% hoge energieprijzen vermijden, 18% wil minder afhankelijk zijn van geïmporteerd gas uit Rusland en 16,4% wil energie besparen vanwege het milieu.
Volgens de EU wordt 79% van het energieverbruik van een huis gebruikt voor verwarming en warm water, wat meestal met gas gebeurt⁴. Deze afhankelijkheid van gas voor verwarming creëert een directe link tussen recente politieke gebeurtenissen en het comfortniveau in Europese huizen. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat Europese huishoudens in actie komen en actief proberen hun impact te verminderen.

¹ 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers ondervraagd in april 2022
² Hoeveel gas Nederland jaarlijks uit Rusland haalt, is voor de buitenwereld geheim
³ Nederlanders willen massaal van het gas vanwege oorlog in Oekraïne | Energiecrisis | AD.nl
Heating and cooling

 

Gebouwen koelen met waterdruppels

Adiabatische koeling, het koelen door het effect van verdampend water, is geen onbekende technologie. Maar om het ook in gebouwen ...

Onverantwoordelijke verkoop verwarmingsapparatuur

Tijdens inspecties van verwarmingsapparatuur constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat sommige aanbieders zoals technische groothandels en webwinkels, verwarmingsapparatuur ...

Kentallen energiegebruik en -besparing compleet herzien

ISSO heeft het Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen (versie 2021) uitgebracht. Dit Praktijkboek bevat kentallen over energiegebruik en de energiebesparing van ...

Energiebeheer en -facturering inéén

Belimo, fabrikant van klepaandrijvingen, regelkleppen en sensoren voor verwarmings-, ventilatie-, en luchtbereidingstechnologie, introduceert een assortiment Belimo Energy Valves™ en energiemeters, ...

Interpretatie ‘Energieprestatie van Gebouwen’

Gepubliceerd op

Op de site van NEN is een interpretatiedocument te downloaden bij NTA 8800:2022 ‘Energieprestatie van Gebouwen’. Het document sorteert voor op de inwerkingtreding van het Besluit bouwwerken leefomgeving en is de basis van het Stelsel EPG.

In plaats van ‘Bouwbesluit 2012’ moet vanaf het moment van inwerkingtreding worden gelezen: ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’. In sommige gevallen wordt in NTA 8800:2022 verwezen naar specifieke artikelen in het Bouwbesluit. Welke dat zijn, en welke dit worden in het Bbl, staat in het interpretatiedocument. Daarnaast bevat het interpretatiedocument enkele redactionele aanpassingen voor NTA 8800:2022.

Gevolgen
De redactionele aanpassingen in het interpretatiedocument bij NTA 8800:2022 hebben geen effect op de andere documenten en onderdelen van het EPG-stelsel zoals de opnameprotocollen en de software. De definitieve versies van de Wijzigingsbladen voor BRL9500-W, U en de BRL9501, zullen verwijzen naar het interpretatiedocument van NEN. Deze Wijzigingsbladen liggen momenteel bij de Raad voor Accreditatie ter beoordeling, en de definitieve versies zijn derhalve nog niet gepubliceerd.
Op de website van Energieprestatie van gebouwen staat meer informatie over het Stelsel EPG. Hier is ook het interpretatiedocument te downloaden.

Diverse onderdelen stelsel EPG geactualiseerd

Gepubliceerd op

Vanaf begin 2022 worden verschillende geactualiseerde onderdelen van het Stelsel Energieprestatie van gebouwen (EPG) beschikbaar gesteld aan de markt. Na een gewenningsperiode van vijf maanden is het voornemen om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden.

Sinds het Stelsel EPG op 1 januari 2021 van kracht werd, zijn kleine aanpassingen en verduidelijkingen verwerkt in bepalingsmethode NTA 8800, opnameprotocollen en BRL-en. In samenwerking met het ministerie van BZK worden begin 2022 nieuwe versies of wijzigings- en interpretatiedocumenten gepubliceerd bij NTA 8800, de opnameprotocollen en de BRL’en van het stelsel.

Gewenningsperiode
Voor een soepele overgang voor marktpartijen en adviseurs, is er een gewenningsperiode van vijf maanden. Het voornemen is om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden, waarna gewerkt moet worden op basis van de nieuwste wijzigingen en interpretaties.

Actualisatie van de verschillende onderdelen
Vanaf 1 januari 2022 zijn de volgende geactualiseerde onderdelen beschikbaar:

  • Een nieuwe versie van de bepalingsmethode, NTA 8800:2022, waarin interpretaties, omissies en aanvullende inhoudelijke wijzigingen zijn geïntegreerd. Om inzichtelijk te maken welke wijzigingen zijn aangebracht, wordt een informele versie van de NTA gepubliceerd op gebouwenergieprestatie.nl. Hierin zijn de aanpassingen met track changes bijgehouden.
    • Interpretatie- en wijzigingsbladen bij de opnameprotocollen, te weten ISSO-publicatie 75.1 voor utiliteitsbouw en ISSO-publicatie 82.1 voor woningen en woongebouwen. In januari komen de geïntegreerde versies van de opnameprotocollen beschikbaar voor de markt.
    •             Wijzigingsbladen bij de beoordelingsrichtlijnen BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw.
    Vanaf 15 februari 2022 is geattesteerde software op de markt:
    •             Deze software is geattesteerd volgens BRL 9501 en het meest actuele wijzigingsblad, dat aansluit bij NTA 8800:2022, is geschikt voor het berekenen van de energieprestatie van een gebouw volgens NTA 8800.
    •             Tussen 15 februari 2022 en 1 juni 2022 zijn twee versies van de software voor de markt beschikbaar. De nieuwe geattesteerde versie is beschikbaar om voor te bereiden op de voorgenomen regelgeving.

Opfriscursus EP-adviseurs
Beoogd wordt dat vanaf 1 juni 2022 de geactualiseerde versies van NTA:8800, BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw en BRL 9501 wettelijk in werking treden. Begin april kunnen adviseurs een opfriscursus volgen, te vinden op de websites van de verschillende opleiders. Hierin worden zij geïnformeerd over de wijzigingen en veelgemaakte fouten. Het is voor de markt van belang dat de wijzigingen zo snel mogelijk worden toegepast, daarom kunnen adviseurs hier al voor 1 juni mee aan de slag. Adviseurs dienen deze opfriscursus uiterlijk op 1 oktober gevolgd te hebben.

Voor 2023 werken de betrokken partijen aan een jaarlijkse cyclus voor het verwerken van aanpassingen in NTA 8800, de opnameprotocollen, software en BRL’en.

Onderdelen Stelsel Energieprestatie gebouwen geactualiseerd

Per 1 januari 2021 treedt het nieuwe Stelsel EPG in werking waarmee de energieprestatie van gebouwen wordt bepaald en de ...

Wat is de rol van de techniek over 20 jaar?

Aanstaande woensdag 24 juni verschijnt Scenario2040, een studie waarmee Techniek Nederland in beeld brengt hoe de samenleving er over twintig ...

Garantie op duurzame nieuwbouw

Bewoners van nieuwbouwwoningen kunnen een garantie krijgen op de energiezuinigheid ervan als deze worden gebouwd volgens het House Energy Optimum ...

Online een eigen PvE samenstellen

Gepubliceerd op

Na het uitbrengen van het rapport Programma van Eisen (PvE) Gezonde Kantoren kan nu ook online een eigen PvE worden samengesteld. De nieuwe tool biedt de mogelijkheid van een maatwerk PvE op basis van de eisen uit de publicatie. Per deelaspect kan het gewenste ambitieniveau worden gekozen. Zo ontstaat er een PvE, specifiek gericht een gebouw.

Met het PvE, ontwikkeld door Binnenklimaat Nederland, Platform Duurzame Huisvesting, RVO en TVVL, krijgt de gebouweigenaar handvatten om een gezond, comfortabel en productiviteit-bevorderend binnenklimaat te waarborgen. Regels en eisen voor kantoorgebouwen waren er altijd al, maar niet overzichtelijk bij elkaar gebracht in een document. Met deze reden werd in 2018 het Programma van Eisen Gezonde Kantoren opgesteld. Inmiddels is het PvE Gezonde kantoren door veel installateurs, adviseurs en opdrachtgevers toegepast.

Vooraf eisen formuleren
Uitgangspunt is dat bij nieuwbouw en renovaties van kantoren vooraf eisen worden geformuleerd waarop ontwerpers, installateurs en aannemers hun plannen kunnen baseren. Het PvE bestaat uit vier onderdelen: lucht, klimaat (thermisch binnenklimaat), licht en geluid, waarbij voor elk onderdeel wordt gewerkt met drie ambitieniveaus (A t/m C).

Kijk voor meer informatie op de website van Platform Binnenklimaattechniek https://www.binnenklimaattechniek.nl/kwaliteit/pve-gezonde-kantoren/

Kantoor DWA Gouda voorzien van eerste Binnenklimaat Label

Het verduurzaamde kantoorgebouw van DWA aan de Harderwijkweg in Gouda is als eerste in Nederland voorzien van een gecertificeerd Binnenklimaat ...

Juiste keuze en ontwerp hybride warmtepompen

ISSO heeft een nieuw kennisproduct uitgegeven: het ISSO-kleintje Hybride warmtepompen. De kennis richt zich op de keuze, het ontwerp, de ...

PvE Gezonde Kantoren geactualiseerd

Er is een geactualiseerde versie beschikbaar van het Programma van Eisen Gezonde Kantoren. Dit PvE is ontwikkeld door Binnenklimaat Nederland, ...

Platform voor het realiseren van een gezond binnenklimaat vernieuwd

Omdat technische kennis en informatie voor het realiseren van een gezond binnenklimaat erg gefragmenteerd beschikbaar zijn, lanceren TVVL en Binnenklimaat ...

Kentallen energiegebruik en -besparing compleet herzien

Gepubliceerd op

ISSO heeft het Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen (versie 2021) uitgebracht. Dit Praktijkboek bevat kentallen over energiegebruik en de energiebesparing van diverse maatregelen. De online versie was al beschikbaar via ect.isso.nl.

Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen is interessant voor adviseurs op het gebied van energie, milieu, techniek en innovaties, voor installateurs en energiebedrijven, en voor beleidsmakers bij milieudiensten en gemeenten die aan de gang gaan met energiemaatregelen. De gegevens helpen ook bij de keuze voor maatregelen die tot een duurzamere gebouwde omgeving leiden.

Duurzame energieopwekking
De onderwerpen in deze vernieuwde Energiecijfers en -tabellen zijn hetzelfde als in de vorige editie [2007]. In dit nieuwste werk komen alle kentallen aan bod: van ‘elektriciteitsprijzen’ tot ‘milieubelastingen’, van ‘warmte’ tot ‘hernieuwbare energie’ en alles ertussenin. Wel zijn wat feiten weggelaten of juist toegevoegd. Zo is het aandeel energieverbruiksgetallen en kentallen over beweegbare brugdelen kleiner geworden. Het thema duurzame energieopwekking is daarentegen uitgebreid. Om die reden is de naam gewijzigd in Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen.

ECT online
Dit naslagwerk werd oorspronkelijk uitgegeven door SenterNovem (RVO) onder de naam Cijfers & Tabellen. In 2018 zijn RvO en ISSO begonnen aan de herziening van deze uitgave. Eerst verscheen de online versie, te raadplegen via ect.isso.nl. Op ect.isso.nl is de data eenvoudig te doorzoeken en bijvoorbeeld te gebruiken in rapporten. De online versie van Energiecijfers en -tabellen is gratis beschikbaar.

Bestellen Praktijkboek
De papieren editie van Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen is te bestellen via ISSO Open.

Ook dynamisch inregelen nu opgenomen in ISSO-publicatie 65

De kennis in ISSO-publicatie 65 ‘Inregelen van ontwerpvolumestromen in klimaatinstallaties’ is herzien. De inregelmethoden die de publicatie beschrijft, zijn een ...

ISSO komt met vernieuwde publicatie voor leidingisolatie

ISSO-publicatie 64 ‘Kwaliteitseisen isoleren voor de utiliteitsbouw' is herzien. De publicatie is een referentie voor materiaalkeuze en montage van leidingisolatie ...

ISSO-publicatie 30 ‘Leidingwater-installaties in woningen’ geactualiseerd

Aan de hand van de nieuwste inzichten helpt ISSO-publicatie 30 bij het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en beheren van leidingwaterinstallaties in ...

ISSO lanceert kennisplatform ISSO Open

ISSO heeft haar kennis ondergebracht in een nieuwe online omgeving: ISSO Open. Professionals kunnen hier een antwoord vinden op vragen ...

Twee jaar om oude verklaringen voor kwaliteit en gelijkwaardigheid over te zetten

Gepubliceerd op

De stelselwijziging voor het berekenen van de energieprestatie, die op 1 januari 2021 in werking trad, heeft ook gevolgen voor gecontroleerde kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen. Nu de energieprestatieberekeningen volgens de NTA 8800 worden gemaakt, moeten ook de toegepaste producten en systemen aan die eisen voldoen. Desondanks hanteert Bureau CRG, de beheerder van de database met gecontroleerde kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen, in samenspraak met het ministerie van Binnenlandse Zaken voor specifieke situaties een overgangsperiode van twee jaar.

De verklaringen van producten en systemen die BCRG tot 31 december controleerde en in haar database opnam, moesten aan de NEN 7120 voldoen. Nu de berekening van de nieuwe energie-eis, de BENG, volgens de NTA 8800 gebeurt, moeten ook de kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen van producten in die berekening aan de NTA 8800 voldoen. Dat betekent dat veel van de ‘oude’ verklaringen moeten worden omgezet.

Overgangsperiode
“Voor het overzetten van die verklaringen hanteren we een overgangsperiode”, vertelt Kees Arkesteijn, secretaris van BCRG. “Deze is bedoeld om bedrijven de tijd te geven om die omzetting in orde te maken. De overgangsregeling is van toepassing op producten en systemen waarvoor is aangetoond dat de energieprestatie via de NEN 7120-verklaring van het systeem of product gelijk of conservatiever is dan energieprestatie conform de methoden in de NTA 8800.”

Ingrijpend
Volgens Arkesteijn was het zonder de overgangsregeling voor veel leveranciers met producten in de database erg ingrijpend om overal nieuwe kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen voor aan te leveren. “Nu zie je dat voor warmtepompen en combiketels, zo toonde een studie aan, de energieprestatie conform de NTA 8800 nagenoeg gelijk is aan die van NEN 7120. In een aantal gevallen zijn de methode voor het bepalen van de energieprestatie van het product of systeem in de NTA 8800 gelijk aan de methode in de NEN 7120. Dit geldt onder meer voor douche-wtw’s en pv-panelen. Voor zonneboilersystemen of ventilatie-wtw is het weer anders; daar zijn er wel aanzienlijke verschillen tussen de methode in NEN 7120 en NTA 8800, en zullen de leveranciers dus echt wel wat moeite moeten doen voor nieuwe verklaringen.”

Nog twee jaar in de databank
“Daarnaast speelt ook nog dat de verklaringen, die zijn opgesteld voor het Nader Voorschrift (NEN 7120), ook de komende twee jaar nog in de databank blijven staan. Dit doen we voor woningbouwcorporaties die voor 1 januari 2021 een nulmeting van woningen hebben laten uitvoeren voor de aanvraag van een subsidie. De eindmeting van deze woningen met specifieke energiebesparende maatregelen moet namelijk ook worden uitgevoerd met het Nader Voorschrift dat zij voor de nulmeting gebruikten. De NEN 7120 verklaringen spelen dus nog een belangrijke rol bij deze eindmeting. De eindmeting kan de komende twee jaar nog plaatsvinden.”

Speciale filters
In de database van BCRG kunnen de gebruikers snel en eenvoudig de verschillende verklaringen opzoeken. Om het verschil tussen ‘oude’ en nieuwe verklaringen te kunnen zien, heeft BCRG speciale filters ingebouwd. Zoals je ook kunt zoeken op gelijkwaardigheid, kwaliteit of EMG-verklaring, kun je nu ook op richtlijn filteren, dus op NEN 7120 of NTA 8800. De afgelopen maanden was het meteen al erg druk bij BCRG, omdat veel leveranciers hun verklaringen zo snel mogelijk up-to-date in de database willen krijgen. Arkesteijn schat dat inmiddels 70% van de verklaringen is omgezet of in de overgangsregeling zit, en daarmee dus aan de NTA 8800 voldoet.

Meten en sturen op werkelijk energiegebruik

Er is een uniforme rekenmethode ontwikkeld die is het mogelijk maakt gebouwen snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik. staat ...

NEN-norm

Met de verduurzaming van onze energievoorziening lijkt het erop dat we ook afscheid gaan nemen van de traditionele meterkast of ...

NEN test norm voor installaties leidingwater in digitale vorm

NEN wil haar normen in een digitale vorm aanleveren, zodat de gebruiker deze makkelijker kan toepassen. Als experiment wordt de ...

Digitale versie kwaliteitshandboek luchtkanalen is geactualiseerd

Het kwaliteitshandboek voor de luchtkanalenbranche is geactualiseerd. Dit Luka Kwaliteitshandboek is sinds 2018 in digitale versie verkrijgbaar. De belangrijkste wijzigingen ...

Cijfers en tabellen over energiegebruik en -besparing nu online

Gepubliceerd op

Kennisinstituut ISSO heeft een nieuwe versie ontwikkeld van het nu online te raadplegen ‘Energiecijfers en -tabellen’. Voorheen was dit werk in boekvorm bekend onder de naam Cijfers & Tabellen. In Energiecijfers en -tabellen staan kentallen over energiegebruik en de energiebesparing van diverse maatregelen.

De laatste versie van ‘Cijfers & Tabellen’ verscheen in 2007. Omdat veel mensen de data nog altijd toepassen, was het nodig de data te actualiseren. Uit enquêteonderzoek ontdekte ISSO dat men, naast een gedrukte versie, veel belangstelling had voor een online versie. Daarom is de online tool van Energiecijfers en -tabellen ontwikkeld. In de online tool is het onder meer veel eenvoudiger om de data te doorzoeken en het te gebruiken in rapporten. Bovendien is digitale kennis veel gemakkelijker up to date te houden.

Meer duurzame energieopwekking
Energiecijfers en -tabellen is interessant voor adviseurs op het gebied van energie, milieu, techniek en innovaties, voor installateurs en energiebedrijven, en beleidsmakers bij milieudiensten en gemeenten die aan de gang gaan met energiemaatregelen. De gegevens helpen ook bij de keuze voor maatregelen die tot een duurzamere gebouwde omgeving leiden.
De onderwerpen in de vernieuwde Energiecijfers en -tabellen zijn hetzelfde gebleven als in de versie van 2007, maar er is een aantal feiten weggelaten en bijgekomen. “Bij de vorige editie werkte Rijkswaterstaat nog mee”, vertelt André Derksen, projectcoördinator bij ISSO. “In die editie stonden daardoor relatief veel energiegebruiksgetallen en kentallen over bijvoorbeeld beweegbare brugdelen. Dat aandeel is wat kleiner geworden. Aan de andere kant is het thema duurzame energieopwekking juist uitgebreid. In 2007 was dat nog iets minder een hot item dan nu.”

Webinar
Interessant voor wie inhoudelijk meer wil weten over de applicatie is het webinar van TVVL op donderdag 3 december van 11.00 tot 12.00 uur. Dat gaat specifiek over de applicatie Energiecijfers en -tabellen. Deelname is gratis. Aanmelden is mogelijk via de site van TVVL.

Beschikbaar
De online versie van Energiecijfers en -tabellen is gratis beschikbaar via de website ect.isso.nl.

Tapwaterbereiding steeds dominanter in energiegebruik

De vraag naar water wordt steeds groter, terwijl het tegelijkertijd steeds schaarser wordt. Voor warm tapwater geldt: hoe groter de ...

Onderzoek naar algoritme dat nauwkeurig energiegebruik van gebouwen voorspelt

Twee studenten onderzoeken de toepassing van ‘machine learning’ om het energiegebruik van gebouwen te voorspellen. Met deze techniek kunnen data ...

Minder energiegebruik bij vraaggestuurd ventileren

Systemair introduceert AIAS, een voorgeprogrammeerd, eenvoudig te configureren en te bedienen regelsysteem. Het optimaliseert, maar bovenal reduceert het energiegebruik met ...

Verplicht energielabel C voor kantoren leidt tot 25% minder energiegebruik in 2023

Een verplicht energielabel C voor kantoren per 2023 leidt tot een besparing van het gebouwgebonden energiegebruik van 8,6 petajoule (PJ) ...

‘Digitaal energielabel is geldverspilling en schiet doel voorbij’

Gepubliceerd op

De Tweede Kamer moet het amendement dat voorstelt om de aanvraag voor het energielabel digitaal te doen, niet aannemen. Gebeurt dit toch dan kost dit de belastingbetaler veel geld terwijl de woningbezitter een waardeloos stuk papier ontvangt. De FedEC, de branchevertegenwoordiging van de energieprestatieadviseurs, roept Kamerleden op het amendement niet aan te nemen. Woningkopers en -huurders hebben het recht te weten wat ze kopen of huren. Daarnaast helpt een betrouwbaar energielabel bij de verduurzaming van woningen.

Op 3 december zal de Kamer stemmen over amendement 37 van Kamerleden Koerhuis en Terpstra. De indieners willen daarmee bereiken dat woningbezitters de aanvraag van een energielabel toch weer digitaal kunnen doen, zonder tussenkomst van een “dure energie-expert”. De FedEC heeft echter de indruk dat de initiatiefnemers voor het amendement onvoldoende geïnformeerd zijn. In eerste aanleg, in amendement 36, verwezen ze zelfs naar een verkeerde Europese richtlijn. Er is in elk geval volop reden om te twijfelen aan een correcte onderbouwing. De FedEC trekt zich dit overigens zelf ook aan, omdat ook zij de initiatiefnemers blijkbaar beter hadden moeten informeren.

‘Onbetrouwbare overheid’
De FedEC wil dat een professionele beoordeling ten grondslag ligt aan het energielabel. Alleen zo kunnen kopers en huurders op de uitkomst vertrouwen en kan het label bijdragen aan duurzaamheid en een beter klimaat. De leden van FedEC investeren daarvoor in kennis en kunde om deze professionaliteit te kunnen waarmaken. ‘De branche heeft fors geïnvesteerd in de nieuwe rekenmethodiek. Energieadviseurs volgen omscholing, gaan op examen en ontwerpen platforms om de klanten zo goed en voordelig mogelijk te kunnen helpen. Het getuigt van een zeer onbetrouwbare overheid als nu, enkele weken voor invoering op 1 januari 2021, de plannen, investeringen, omscholingen en examens voor niets blijken te zijn’, stelt de FedEC. ‘Want dat zal het gevolg zijn als het amendement wordt aangenomen. Dit verdraagt zich niet met het algemene beginsel van behoorlijk bestuur. Ook richting haar inwoners heeft de overheid de taak om betrouwbaar te zijn. Als een energielabel is vastgesteld volgens een wettelijk aangewezen methodiek, hebben de inwoners van Nederland het recht op een betrouwbaar energielabel. Zo krijgt een potentiële woningkoper of huurder betrouwbare informatie over de energetische prestatie van de woning.’

‘Appels met peren’
Het nieuwe digitaal aan te vragen energielabel moet volgens het amendement wel worden uitgedrukt in kWh/m2/jaar. ‘Alleen is dat niet mogelijk via de werkwijze en kosten van het huidige digitaal energielabel’, stelt de FedEC. Het nieuwe digitale energielabel wordt duurder voor zowel de burgers als de overheid. Daarom is het onterecht de kosten van het huidige digitaal energielabel af te zetten tegenover het nieuwe volwaardige energielabel, gebaseerd op de NTA8800. Daarnaast is het digitale energielabel onbetrouwbaar. De aanvrager ontvangt dan een briefje waarbij iemand bureaucratisch een label vaststelt, alleen maar omdat je daarmee (mogelijk) voldoet aan de Europese richtlijn. Het algemene beginsel van behoorlijk bestuur bevat niet voor niets het ‘zorgvuldigheidsbeginsel’.’

‘Goedkoop is duurkoop’
Het argument dat de overheid met een digitaal energielabel de woningbezitter niet op kosten jaagt, is verkiezingsretoriek. Iedereen die vindt dat een koper of huurder recht heeft op waar voor zijn geld en dus recht heeft om te weten wat hij koopt of huurt, zou tegenstander moeten zijn van dit nieuwe digitale energielabel. Zou de overheid een digitaal energielabel op basis van NTA8800 moeten invoeren - onder druk van het amendement - dan moet zij fors investeren in nieuwe online software. Deze kosten komen uit de schatkist en worden door de belastingbetaler opgebracht. Zo betaalt de woningverkoper indirect toch meer. Als de wet op 1 januari 2021 daarentegen ongewijzigd van kracht gaat, betaalt de woningverkoper of -verhuurder direct aan de energieadviseur en krijgt daarvoor wel een inhoudelijk goed energielabel. Bovendien is het energielabel alleen nodig bij verkoop of verhuur. Dus iedereen die al voor 31 december een energielabel heeft aangevraagd (dat 10 jaar geldig is) of die niet van plan is een woning te verkopen of verhuren hoeft helemaal geen energielabel aan te vragen. En als je toch een woning verkoopt, dan vallen de kosten voor het waardevolle energielabel in het niet bij de kosten voor de notaris, makelaar en hypotheekadviseur en de duizenden euro’s waarmee de vraagprijs van woningen in de oververhitte woningmarkt momenteel worden overboden.’

‘Neem ook systemen voor vloerverwarming mee in het Energielabel voor woningen’

Tegelzettersorganisatie Bovatin heeft een open brief gestuurd aan de Tweede Kamer, waarin gevraagd wordt om ook vloerverwarmingssystemen mee te wegen ...

Publicaties energieprestatie aangepast aan nieuwe rekenmethodiek energielabel

De ISSO-publicaties 75.1 Handleiding Energieprestatie utiliteitsgebouwen en 82.1 Handleiding Energieprestatie woningen en woongebouwen zijn aangepast en gepubliceerd in de ISSO-KennisBank ...

Nieuwe woningen krijgen tot vier plusjes achter het energielabel A

In de slipstream van de nieuwe BENG-regelgeving krijgen woningen per 1 juli 2020 een nieuwe indeling van energielabels. De indeling ...

Woningbezit gemiddeld naar energielabel A

Woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten wil haar totale woningbezit gemiddeld naar energielabel A brengen. Een nieuwe stap is de geplande modernisering ...

‘Neem ook systemen voor vloerverwarming mee in het Energielabel voor woningen’

Gepubliceerd op

Tegelzettersorganisatie Bovatin heeft een open brief gestuurd aan de Tweede Kamer, waarin gevraagd wordt om ook vloerverwarmingssystemen mee te wegen in het Energielabel voor woningen. De organisatie beveelt de ‘klimaatregelende tegelvloersystemen’ aan. Daarbij worden Duitse metingen aangehaald, die laten zien dat er tot 50% bezuinigd kan worden op energiekosten.

‘Het Energielabel voor woningen houdt rekening met typen hr‐ketels, (drie)dubbel glas en andere vormen van woningisolatie, maar niet met een verantwoord afgiftesysteem van warmte en koeling in woningen, zoals de klimaatregelende tegelvloer’, betoogt Bovatin in de brief. ‘Voor de andere onderwerpen is bovendien een waaier aan subsidie‐ en belastingregelingen. ‘De brancheorganisatie vraagt daarom aandacht voor het onderwerp ‘afgiftesysteem vloerverwarming en ‐koeling’ en wil dat dit onderwerp wordt meegenomen in de herijking van het Energielabel en in de criteria van de subsidie‐ en belastingregelingen wordt opgenomen.

‘Volgens Duits onderzoek* kan de klimaatregelende tegelvloer tot 50% energiebesparing opleveren’, legt Bovatin uit. ‘Hierbij moet wel opgelet worden dat vloerverwarming/vloerkoeling niet gecombineerd wordt met een isolerende vloerafwerking, zoals tapijt, laminaat of hout. Dat staat namelijk min of meer gelijk aan het inpakken van je radiatoren met isolatiemateriaal. Ook bij vloerkoeling zijn de verschillen tussen de watertemperatuur en de gewenste kamertemperatuur slechts een paar graden, waardoor met een isolerende vloerafwerking er van koeling geen sprake zal zijn.’

*) De vermogenstests overeenkomstig DIN EN 1264 zijn uitgevoerd door de Universität Stuttgart, IGE, testrapportnummer L.1210.P.957.SCH, en zijn opgenomen in http://www.bekotectherm. nl/downloads/555271_BT_Handbuch_NL.pdf , pagina 75 e.v.

Op de website www.MeerwaardeVanTegels.nl informeert Bovatin over de klimaatregelende tegelvloer.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Publicaties energieprestatie aangepast aan nieuwe rekenmethodiek energielabel

Gepubliceerd op

De ISSO-publicaties 75.1 Handleiding Energieprestatie utiliteitsgebouwen en 82.1 Handleiding Energieprestatie woningen en woongebouwen zijn aangepast en gepubliceerd in de ISSO-KennisBank. Deze nieuwe versies zijn aangeduid met methode 2020.

Voor utiliteitsgebouwen en woningen moet een energielabel zijn opgesteld met als doel om energiebesparende maatregelen te stimuleren. De rekenmethodiek voor het bepalen van het energielabel verandert per 1 januari 2021. De nieuwe bepalingsmethode NTA 8800 treedt dan in werking en geldt zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw.

Gedetailleerd rekenen is het uitgangspunt
Een energierapportage opstellen gebeurt aan de hand van de basis- of de detailopname. In de nieuwe versie van deze ISSO-publicaties is de detailopname het uitgangspunt. Voor die opname is niet altijd voldoende informatie beschikbaar, bijvoorbeeld bij bestaande bouw. Daarom is er onderscheid gemaakt wanneer de basisopname verplicht is en wanneer de detailopname.

Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning of bij oplevering van nieuwbouw, moet na 1 januari 2021 altijd de detailopname worden toegepast.

Nog niet compleet
Vanwege het ontbreken van de laatste informatie vanuit de overheid omtrent het definitieve energielabel zijn de algemene hoofdstukken 1 t/m 4 nog niet opgenomen in deze uitgaven. Lees meer hierover op de website van ISSO.

Op onze nieuwsbrief abonneren

“Maak klant duidelijk dat hij mee moet in de transitie”

Gepubliceerd op

Het zal menig installateur bekend in de oren klinken. Een zakelijke klant wil zijn bedrijfspand laten  verduurzamen, maar schrikt terug als hij het kostenplaatje krijgt voorgeschoteld. Hoe krijg je hem dan toch zover dat hij de stap wil wagen? Installatienet sprak met Jeroen Peels, die recentelijk zijn kapsalon energieneutraal liet maken. Als ‘early adapter’ weet de Eindhovense ondernemer als geen ander met welke vragen zijn collega’s worstelen.

“Ik snap dat veel concullega’s en collega’s uit andere sectoren nog huiverig zijn om de overstap te maken. Je moet als installateur met een goed verhaal komen om een ondernemer te overtuigen. Vandaar dat ik ze op het hart zou willen drukken om goed voorbereid het gesprek aan te gaan.

Onvermijdelijk
Maak duidelijk aan je klant dat hij sowieso mee moet in de energietransitie. Er komt een hele bups aan regelgeving aan, de tarieven voor gas stijgen; uiteindelijk biedt het alleen maar voordelen om je pand te verduurzamen.

Prijsdalingen
collega’s zeggen dan ‘ik wacht liever nog even, totdat de prijzen voor warmtepompen, zonnepanelen, vloerverwarmingssystemen etcetera verder gaan dalen.’ De vraag is echter of dat gaat gebeuren. Volgens een aantal deskundigen zullen we zelfs eerder meer dan minder gaan betalen voor een warmtepomp in de toekomst, om maar een voorbeeld te noemen. Bovendien zijn er nu nog subsidies beschikbaar om duurzame oplossingen aan te schaffen. Je kan jezelf afvragen ‘hoe lang nog? Wil ik wel als ondernemer het risico nemen dat ik misschien uiteindelijk duurder uit ben, omdat ik te lang heb gewacht?’.

Kinderziektes
Daarnaast zijn mensen bang voor de hick-ups van ‘al die nieuwe duurzame systemen’. Maar dan maken ze een gedachtefout.  Warmtepompen, pv-panelen, zonneboilers en dergelijke zijn niet van gisteren. Je hebt te maken met Proven Technology, die zijn waarde al lang in de praktijk heeft bewezen. Wat dat betreft is er dus geen enkele reden ‘om nog even te wachten totdat de technologie verder is doorontwikkeld’.”

In de februari-uitgave van ons vakblad InstallateursZaken verschijnt een uitgebreid interview met Jeroen Peels.

 Afbeelding: In het vernieuwde pand van Peels Haarmode levert een warmtepomp met boilervat de benodigde warmte voor verwarming en de productie van warm tapwater.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

“Den Haag had waterzijdig inregelen al lang verplicht moeten stellen”

Gepubliceerd op

Minister Wiebes maakte afgelopen week bekend dat waterzijdig inregelen niet geplaatst wordt op de lijst met erkende maatregelen. Volgens de bewindsman zijn de terugverdientijden te lang. Hij baseert zich daarbij op een onderzoek van KIWA. Installateurs zijn verbolgen over het besluit van de Minister. “Zeer slecht” en “een beetje dom”, klinkt er op de werkvloer.

Waterzijdig inregelen stond op het punt om toegelaten te worden tot de lijst erkende energiebesparende maatregelen, die verplicht zijn voor bedrijven en instellingen met een verbruik van meer dan 25.000 m³ gas of 50.000 kWh stroom. Uit onderzoek van KIWA bleek echter dat de maatregel niet lonend zou zijn. De terugverdientijden variëren van 9 tot 84 jaar, aldus het onderzoeksinstituut.

“Zeer slecht”
Wilfred de Regt, eigenaar van Rekon Installatietechniek is niet te spreken over het onderzoek van KIWA en het daaruit voortvloeiende besluit van Wiebes. Hij vindt de stap van de bewindsman “zeer slecht”. De Regt heeft zelf al jarenlang ervaring met waterzijdig inregelen en verzorgt zelf ook trainingen over dit onderwerp voor installateurs.

Aanpakken huidige installaties
“Als samenleving willen we energie besparen en minder CO2 uitstoten. Kijk, een schone cv-installatie is natuurlijk de basis. Regel je die vervolgens waterzijdig in, dan kan je zo al 10 tot 30% besparen op je energiegebruik. Het is toch van de gekke als je zo’n kans laat liggen?”

Gebrek aan kennis
Daarnaast maakt De Regt zich zorgen over de toekomst. “Ik weet uit ervaring hoe weinig installateurs waterzijdig inregelen echt onder de knie hebben. Als ik 10 mensen train, onthouden er 2 hoe ze het moeten doen. Als er nu al te weinig kennis en ervaring met waterzijdig inregelen is, hoe wil je dan al die warmtepompen goed gaan inregelen de komende jaren?”

Blindstaren
“Den Haag heeft geen feeling met de praktijk”, vervolgt de installateur. “Ze staren zich blind op cijfertjes, terwijl ze de situatie op de werkvloer niet kennen. Eigenlijk hadden ze al lang waterzijdig inregelen verplicht moeten stellen.”

Beter voor installatie
Martin Duitscher van Martin Duitscher Installatietechniek is het eens met De Regt. “Met waterzijdig inregelen bespaar je niet alleen energie, de installatie gaat ook veel langer mee, plus het comfortniveau is hoger door de meer gelijkmatige warmteafgifte.”

“Beetje dom”
De installateur vindt het verhaal over de lange terugverdientijden “een beetje dom. Je moet je niet blindstaren op de korte termijn. Veel maatregelen die we nu nemen in het kader van verduurzaming zijn juist gericht op de lange termijn; denk maar aan isoleren en de aanschaf van warmtepompen en dergelijke. Het gaat om prijzige ingrepen, maar ze hebben wel een positief effect op onze energiehuishouding en het milieu. En daar draait het uiteindelijk om toch?”

Beeld: IMI Hydronic Engineering B.V.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Nieuwe woningen krijgen tot vier plusjes achter het energielabel A

Gepubliceerd op

In de slipstream van de nieuwe BENG-regelgeving krijgen woningen per 1 juli 2020 een nieuwe indeling van energielabels. De indeling is in concept gepubliceerd en staat open voor internetconsultatie. Nieuwbouwwoningen kunnen zich onderscheiden met één tot vier plusjes achter het A-label.

Een langlopende wens van de Lente-akkoord partijen gaat met de nieuwe energielabel indeling in vervulling. Nieuwbouwwoningen kunnen zich eindelijk onderscheiden met één of meer plusjes achter de A.

Energieprestatie in kWh/m2 jaar
De nieuwe meetmethode vervangt de Energie-Index (EI) door BENG 2, het primair fossiel energiegebruik. Dit is de basis voor de verschillende klassegrenzen van energielabels. Dit houdt in dat de energieprestatie-indicator voortaan wordt uitgedrukt in kWh/m2 jaar.
Ook de puntenwaardering in WWS is aangepast. Met de NTA 8800 ‘Energieprestatie van gebouwen – Bepalingsmethode’ is de rekenwijze voor netto warmtevraag veranderd, waardoor ook de klasse-grenzen voor de EPV zijn gewijzigd. De oude rekenwijze is zo zuiver mogelijk omgezet naar een nieuwe.

Bron: NEN

Op onze nieuwsbrief abonneren

Tien jaar garantie op de beoogde energieprestatie van een woning

Gepubliceerd op

De in mei 2019 aangenomen Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) verplicht de aannemer om de kwaliteit van het opgeleverde werk onomstotelijk aan te tonen richting de opdrachtgever. De energieprestatie van de woning valt hier ook onder. House Energy Optimum (HEO) introduceert daarom een nieuwbouwsysteem dat dit risico met een verzekerbare energieprestatiegarantie afdekt.

Een groot deel van de huidige nieuwbouwwoningen voldoet bij oplevering niet aan de wettelijke bouwbesluiteisen en/of aan de contractuele afspraken. Volgens analyse van PlanGarant en Develop inc. komt dit vaak door wijzigingen achteraf, zonder deze wijzigingen op prestaties te beoordelen. Er wordt namelijk tijdens de ontwerpfase onvoldoende gekeken naar de samenhang tussen bouwkundige, bouwfysische en installatietechnische maatregelen. In het licht van de Wkb leiden deze wijzigingen tot prestatierisico’s voor de aannemer omdat er mogelijk tot dure herstelmaatregelen moet worden overgegaan. Dit betekent dat er nog meer nadruk komt te liggen op de ontwerpkwaliteit, zodat aanpassingen tijdens het proces worden voorkomen of worden beperkt.

Aansprakelijkheid wordt kans
House Energy Optimum (HEO) is een nieuwbouwsysteem voor ontwikkelaars, aannemers, woningbouwcorporaties en architecten om BENG en NOM te bereiken. De geïntegreerde pre-engineering van het systeem hoeft in de praktijk alleen nog maar projectspecifiek te worden toegepast. 85% van het voorwerk is al verricht. Deze integrale benadering zorgt voor een betere ontwerp- en bouwkwaliteit, aldus de initiatiefnemers. HEO stemt tijdens het ontwerp- en bouwproces de bouwkundige, bouwfysische en installatietechnische maatregelen integraal op elkaar af. Daarmee worden risico’s geminimaliseerd en kan een verzekerbare energieprestatiegarantie worden afgegeven. De kwaliteit van de woning wordt in het kader van de Wkb door een onafhankelijke kwaliteitsborger gecontroleerd. Door de integrale afstemming bespaart HEO bovendien op ontwerp- en bouwkosten.

Gecombineerde oplossingen
Het HEO-systeem bestaat uit oplossingen van ATAG Verwarming, Duco Ventilation & Sun Control, Jaga, Kingspan Insulation, Kingspan Unidek en Ubbink. Uitgangspunt is een optimale balans tussen betaalbaarheid en prestaties van de woning door bouwkundige en installatietechnische maatregelen naadloos op elkaar af te stemmen. Door gebruik te maken van HEO weten woningcorporaties, ontwikkelaars en bouwers al in de ontwerpfase dat hun koop- of huurwoningen gegarandeerd energiezuinig, comfortabel en gezond worden. Deelnemers van SWK kunnen aan hun opdrachtgevers de verzekerde garantie bieden dat de beoogde energieprestatie voor de duur van minstens 10 jaar in de praktijk wordt waargemaakt.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Hulp bij besparen op energie

Gepubliceerd op

Vattenfall en CFP Green Buildings breiden hun samenwerking uit. Beide partijen werken sinds 2017 samen om zakelijke klanten van Vattenfall beter inzicht te geven in energiebesparingsmogelijkheden voor hun gebouwen. Zo ontwikkelde CFP voor Vattenfall de DuurzaamheidsScan, waarmee energielabels en energiebesparingsmogelijkheden inzichtelijk worden gemaakt. Ook is het nu mogelijk om rapportages in het kader van de informatieplicht op te stellen en te beheren. Dit helpt bedrijven eenvoudig te voldoen aan de verplichting die vanaf dit jaar geldt.

Alle grootzakelijke klanten van Vattenfall krijgen toegang tot de DuurzaamheidsScan, een aanvulling op het continue inzicht in het werkelijke energieverbruik voor ieder gebouw. Zo kunnen klanten eenvoudig zien welke maatregelen zij kunnen treffen om te verduurzamen, welke impact dat heeft en hoe de business case eruit ziet. Consultants van CFP gaan klanten van Vattenfall advies geven over verdere verduurzaming van gebouwen en het treffen van energiebesparende maatregelen.

Cindy Kroon, directeur Klanten van Vattenfall: “Dankzij deze samenwerking kunnen wij al onze klanten beter helpen hun gebouwen te verduurzamen. Dat zal bijdragen aan de ambitie om gebouwen versneld Paris proof te maken en draagt bij aan Vattenfall’s doel om een fossielvrij leven binnen één generatie mogelijk te maken.”

Sportclubs moeten energiebesparing aantonen

Gepubliceerd op

Vanaf 1 juli dit jaar moeten de grootverbruikers onder de buitensportverenigingen aantonen wat zij aan energiebesparing doen. Kunnen ze dit niet dan kan een dwangsom opgelegd worden. De overheid roept de sportclubs al een paar jaar op meer aan energiebesparing te doen door bijvoorbeeld betere isolatie van kleedkamers, minder gebruik van verwarming en het vervangen van de reguliere verlichting door ledlampen. Het gaat de overheid echter niet snel genoeg.

Vooral grote sportclubs – ongeveer 1 op de 3 buitensportverenigingen – gebruiken veel energie. Wie meer dan 50.000 kWh elektriciteit op jaarbasis verbruikt, moet aantoonbare maatregelen nemen. De gemiddelde sportclub zit daar ver boven.

Sportclubs kunnen overigens per 1 januari 2019 gebruik maken van de subsidieregeling ‘Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties’, een voortzetting van de subsidieregeling ‘Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties’ (EDS), die  in december eindigde. Het subsidiebudget bedraagt 87 miljoen euro.

Aanvragen voor stimulering energieprestatie in de huursector in juni fors toegenomen

Gepubliceerd op

Newly build houses with solar panels attached on the roof against a sunny sky

In juni 2018 zijn 710 aanvragen binnengekomen voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP). Het gemiddelde in de maanden ervoor lag een stuk lager, namelijk rond de 175 aanvragen per maand. Hierdoor is, eerder dan verwacht, het subsidieplafond bereikt. Voor deze regeling is een totaalbedrag van €395 miljoen aan subsidie beschikbaar. Aanvragen worden nu op een wachtlijst geplaatst. Mogelijk kan een deel van de aanvragen op de wachtlijst later alsnog worden toegekend.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wil met de STEP een extra impuls geven aan investeringen in energiebesparing in bestaande woningen binnen de gereguleerde huursector. De stimuleringsregeling komt voort uit het Energieakkoord. In het Regeerakkoord wordt gesproken over een vervolg op de STEP. Hiervoor zou de Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV) een heffingsvermindering verduurzaming krijgen.

Onderzoek naar algoritme dat nauwkeurig energiegebruik van gebouwen voorspelt

Gepubliceerd op

Twee studenten onderzoeken de toepassing van ‘machine learning’ om het energiegebruik van gebouwen te voorspellen. Met deze techniek kunnen data over energie, installaties en gebouwen efficiënt en effectief geanalyseerd worden. Bijvoorbeeld om energiebesparing aan te dragen of verklaringen te vinden voor voorspeld en daadwerkelijk energiegebruik. De studenten focussen zich op de verwarming en koeling van een gebouw, waarvoor ze een algoritme ontwikkelen.

De voordelen van een algoritme (ten opzichte van een fysisch model) is dat het minder rekenkracht/rekencapaciteit vereist en dat er minder gedetailleerde en specifieke bouwinformatie noodzakelijk is. Door zo’n algoritme kunnen in de ontwerpfase keuzes nauwkeuriger en doelgerichter worden bepaald, en daarbij ook de invloed op het energiegebruik.

Adviesbureau DWA ziet machine learning als één van haar innovatiegebieden. Kees Wisse, senior adviseur bij DWA: “In de praktijk is gebleken dat algoritmes nauwkeuriger energieprestaties kunnen bewaken dan fysische modellen. De stappen die we nu zetten zijn bouwstenen om ervoor te zorgen dat algoritmes het energiegebruik van gebouwen niet alleen kunnen bewaken, maar ook kunnen voorspellen. Dat is belangrijk om de impact van verduurzaming snel te kunnen beoordelen.”

De twee studenten die bij dit onderzoek zijn betrokken, zijn Danique Rook en Loïc Roldán Waals van de Rotterdam School of Management. Laatstgenoemde: “Een voorspelling is nooit helemaal 100 procent sluitend, maar toch kunnen we daar heel dichtbij komen. Ik loop met een tevreden gevoel de deur uit als we door middel van het algoritme binnen een hele kleine marge het energiegebruik kunnen voorspellen.”

Bron: website DWA

 

Woning- en utiliteitsbouw besparen steeds meer op energie

Gepubliceerd op

Uit een jaarlijkse onderzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) blijkt dat in de woning- en utiliteitsbouw steeds meer energie wordt bespaard. In 2016 zijn in 825.000 huishoudens één of meer energiebesparende maatregelen getroffen. Woningeigenaren bespaarden vooral energie door te investeren in een zuinigere ketel of in HR-glas. Ook de populariteit van spouwmuurisolatie en warmtepompen groeit sinds 2013. Het aantal geregistreerde energielabels van woningen steeg in 2016 naar 3,2 miljoen. Ongeveer 60% van de woningen heeft een energielabel C of beter.

De gebouwde omgeving is een grote eindverbruiker van energie in Nederland. De huishoudens en de dienstensector zijn samen verantwoordelijk voor 37% van het finale energieverbruik. Dit energiegebruik is ten opzichte van 2010 met ruim 11% gedaald naar 662 PJ in 2016.

Besparingsmogelijkheden
Uit de gegevens van het Kadaster blijkt dat 3 miljoen woningen in 2016 nog geen groen energielabel hadden (C of beter). Daar ligt dan ook het grootste potentieel voor verbetering. Er is vooral nog veel besparing mogelijk in de schil van woningen. In bijna een kwart van de woningen is nog enkel glas aanwezig. In 70% van de woningen kan gewoon dubbel glas vervangen worden door HR++ glas, dat dubbel zo goed isoleert. Ook hebben miljoenen woningen baat bij extra dak-, vloer- en spouwmuurisolatie.

Zonne-energie in utiliteitsbouw
De Monitor geeft ook zicht in de energiebesparing bij utiliteitsgebouwen. In 2016 zijn bij gemiddeld 15% daarvan energiebesparende maatregelen getroffen. Zorg- en onderwijsgebouwen zijn hierin de koplopers. Gebouweigenaren wisten over het algemeen vooral energie te besparen door te investeren in nieuwe installaties.

Ook in de utiliteitsbouw liggen nog veel kansen voor energiebesparing en opwekking. Zo blijkt dat slechts 9% van de onderzochte gebouwen zonnepanelen gebruikt. Dat zou betekenen dat er op 91% van de daken nog ruimte is om zonne-energie op te wekken.

Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving
RVO.nl laat jaarlijks een onderzoek uitvoeren naar energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het resulteert dit jaar in de Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving 2016, gemaakt in samenwerking met ECN.

Dit jaar 147 miljoen beschikbaar voor energiezuinige technieken

Gepubliceerd op

Ondernemers die investeren in energiezuinige technieken kunnen in 2018 weer rekenen op fiscaal voordeel via de Energie-investeringsaftrek (EIA). De investeringskosten van op de Energielijst 2018 genoemde technieken kunnen tot 54,5 procent worden afgetrokken. Het budget voor de EIA bedraagt dit jaar 147 miljoen euro. Een grote wijziging op de energielijst 2018 betreft de toevoeging van een nieuw hoofdstuk gericht op energiebalancering. Deze systemen brengen vraag en aanbod van duurzame energie met elkaar in balans om zo een bijdrage te leveren aan de energietransitie in Nederland.

Door opslagcapaciteit te combineren met optimalisatie-software kan duurzame energie tijdens pieken in de productie worden opgeslagen om later te worden benut. Dit kan bijvoorbeeld door het slim opslaan van elektrische energie, het omzetten van elektrische energie naar waterstof (Power to Gas) of het omzetten van elektrische energie naar warmte (Power to Heat).Ook kan duurzaam opgewekte energie lokaal worden benut door het inzetten van een slim energienetwerk. 

De ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën passen de Energielijst jaarlijks, na overleg met ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, aan. Door actualisering van de Energielijst wordt een impuls gegeven om energie te besparen en aan duurzame economische groei. Tevens levert de EIA een bijdrage aan de doelstelling uit het Energieakkoord om energie te besparen.

Toolbox voor slimme meter

Gepubliceerd op

Vanaf nu kunnen installatie- en bouwbedrijven en aanbieders van duurzame energieopwekking, zoals zonnepanelen en warmtepompen, gebruik maken van de toolbox ‘Slim energie besparen’.  Deze bevat communicatiemiddelen die hen helpen om aan te haken bij de uitrol van de slimme meter. De toolbox is ontwikkeld door de Werkgroep ‘lokale marktplaats’ van het Convenant Energiebesparing gebouwde omgeving.

Alle Nederlanders krijgen uiterlijk in 2020 een slimme meter aangeboden. Dit is een mooie aanleiding voor bedrijven om hen extra aanbod te doen voor energiebesparing. De slimme meter biedt, in combinatie met een energieverbruiksmanager, woningeigenaren inzicht in hun verbruik. Ze hebben daardoor meer interesse in energiebesparing door isolatie of door duurzame opwekking van stroom of warmte.

De toolbox bevat onder andere informatie over de slimme meter en energieverbruiksmanagers, filmpjes, beeldmateriaal en voorbeeldbrieven voor klanten. Er zijn ook verwijzingen naar onder andere www.energiebesparendoejenu.nl en www.energieverbruiksmanagers.nl.

De toolbox ‘ Slim energie besparen’ wordt de komende maanden steeds verder aangevuld. Zo komt er onder andere een gebruiksvriendelijke ICT-tool, die de plannings- en plaatsingsdata van de uitrol van de slimme meter ontsluit. Voor regio’s, gemeenten en energieloketten komt er binnenkort een Menukaart, een specifieke set communicatiemiddelen waarmee zij bewoners kunnen aanmoedigen om extra maatregelen te nemen om energie te besparen, juist op het moment dat ze een slimme meter krijgen.

De werkgroep ‘lokale marktplaats’ bestaat uit vertegenwoordigers van de Nvde (voorzitter), Uneto-VNI (vice-voorzitter), Energie-Nederland, Netbeheer Nederland, ministerie EZK, ministerie BZK en RVO. VNG en Bouwend Nederland ondersteunen het convenant en dragen bij aan de werkgroep ‘lokale marktplaats’.

De toolbox ‘Slim energie besparen’ is te vinden op de website van Uneto-VNI en is openbaar toegankelijk via: https://uneto-vni.info/toolbox-slim-energie-besparen.

Ruim 20 eigenaren utiliteitsgebouwen zonder energielabel krijgen boete

Gepubliceerd op

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) beboet 23 eigenaren van utiliteitsgebouwen wegens de verkoop van een gebouw zonder het verplichte energielabel. De hoogste boete bedraagt ruim 10.000 euro. Op basis van de Woningwet is de maximale boete die kan worden opgelegd aan bedrijven per gebouw 20.250 euro. Voor particulieren is dit 410 euro.

De ILT heeft in voorjaar 2016 aan de sector brieven gestuurd waarin inspecties werden aangekondigd en vervolgens in juli en augustus 2016 de verkopen tegen het licht gehouden. Van de zonder label verkochte gebouwen met gebruiksfuncties horeca, kantoorgebouwen, gezondheidszorg en winkels (hoog energiegebruik) krijgen verkopers die minimaal vijf gebouwen hebben verkocht, een boete voor het grootste gebouw.

Gebouwen moeten volgens het Besluit energieprestatie gebouwen, een doorvertaling van de Europese Energy Performance of Buildings Directive, bij oplevering, verkoop en verhuur een geldig energielabel hebben. Hiertoe moet de eigenaar een gecertificeerd bureau inschakelen dat een energielabel kan opstellen voor een utiliteitsgebouw.

Toezicht inspectie
De inspectie ziet erop toe dat diverse in Europa afgesproken energiebesparende maatregelen worden nageleefd. Het toezicht betreft fabrikanten, importeurs, distributeurs van bouwproducten, auto’s of autobanden, elektronica en beheerders, verhuurders en eigenaren van gebouwen (woningen en utiliteitsgebouwen). Doelen zijn: beperken van klimaatverandering door een lagere CO2-uitstoot, energiebesparing voor de consument en eerlijke concurrentie tussen bedrijven.

Kennisproducten voor warmteverliesberekening vernieuwd

Gepubliceerd op

ISSO heeft al haar kennisproducten over warmteverlies vernieuwd. Een warmteverliesberekening voor moderne, hedendaagse woningen en gebouwen vraagt vandaag de dag wezenlijk andere input dan ongeveer vijf à tien jaar geleden. De moderne gebouwen zijn inmiddels zo goed geïsoleerd dat ze niet of nauwelijks nog afkoelen. Ook de strengere energienormen maakten een herziening van de Nederlandse kennisproducten onvermijdelijk. De vernieuwde ISSO-publicaties zijn gebaseerd op de nieuw vastgestelde norm NEN-EN12831, Deel 1.

De veranderingen zijn deze zomer doorgevoerd in drie verschillende ISSO-publicaties. ISSO-publicatie 51 bevat de berekeningsmethode voor woningen en woongebouwen, ISSO-publicatie 53 is bedoeld voor utiliteitsgebouwen met ruimtes tot maximaal 4 meter hoog en ISSO-publicatie 57 (verschijnt in september) gaat over industriële gebouwen en hoge ruimtes in de utiliteit, zoals entreepartijen, atria, conferentiezalen, enzovoorts. Ook het ‘Kleintje Warmteverlies voor woningen’ wordt aangepast. Dit compacte naslagwerk is vooral handig voor monteurs en installateurs zodra zij praktische informatie tijdens de uitvoering van hun werk willen opzoeken.

Zelf aan de slag gaan
In oktober en november organiseert ISSO drie instructiebijeenkomsten over het maken van een warmteverliesberekening op basis van de nieuwe uitgangspunten. Daarbij komen relevante onderwerpen, zoals het bepalen van en werken met de oppervlakten, U-waarden, Rc-waarden en de infiltratiewaarden aan de orde. Deelnemers maken ook zelf een warmteverliesberekening op basis van een gebouwtekening. Verder krijgt iedereen een uitgewerkt voorbeeld mee van een warmteverliesberekening.

Gericht op de utiliteit
Het doel van deze instructie is vooral het onder de knie krijgen van ontwerpberekeningsmethoden voor verwarmingsinstallaties voor utiliteitsbouw en bedrijfsgebouwen. Dat betekent dat de training uitgaat van de vernieuwde ISSO-publicaties 53 ‘Warmteverliesberekening in Utiliteitsgebouwen’ en ISSO-publicatie 57 ‘Warmteverliesberekening voor industriegebouwen’.

Drie data en locaties
Deelname aan deze bijeenkomst kost € 325,- excl. BTW.

De data van de bijeenkomsten zijn:
26 oktober 2017 in Eindhoven
9 november 2017 in Drachten
30 november 2017 in Bunnik

De instructie start om 15.00 uur en eindigt om 19.30 uur (incl. warm/koud buffet). Docent is ir. A.M. (Harry) van Weele. Voor meer informatie of aanmelding kunnen geïnteresseerden terecht op de website van ISSO, www.isso.nl.

Energieleverancier neemt isolatie-expert over

Gepubliceerd op

Essent heeft isolatie-expert Isoprofs overgenomen. Isoprofs is een isolatiebedrijf met ruime ervaring in zowel de zakelijke als particuliere markt. De energieleverancier voegt hiermee een nieuw bedrijf toe aan het landelijk dekkend netwerk van Essent Servicepartners, die actief zijn in onder andere installatie en service van energiebesparende maatregelen in en rond het huis. De overname past in de ambitie van Essent om koploper te worden op het gebied van betaalbare en slimme producten en diensten die bijdragen aan verduurzaming en energiebesparing. De naam Isoprofs blijft gehandhaafd en alle medewerkers van de vier Isoprofs vestigingen in Nederland en België behouden hun baan.

Zoektocht naar partners
Essent verwacht dat de vraag naar totaaloplossingen voor energiebesparende maatregelen in woningen en gebouwen in de komende jaren verder zal toenemen. Met de overname van Isoprofs neemt Essent een isolatiebedrijf over met ruime ervaring in zowel de particuliere als zakelijke markt.
Gemeenten, woningcorporaties en inkoopcollectieven zijn op zoek naar partijen die grootschalig oplossingen kunnen bieden voor energiebesparing en verduurzaming. Essent Servicepartners zijn bijvoorbeeld al betrokken bij projecten in Parkstad Limburg, waar 100.000 zonnepanelen worden geplaatst en in Maastricht en omgeving waar 60.000 woningen worden verduurzaamd. Leenders:

Groei in Nederland en België
Isoprofs, dat per direct volledig is overgenomen, werkte al enkele jaren samen met Essent en haar Servicepartners. Alle medewerkers in de vestigingen Meijel, Almere, Hasselt en Lokeren in Nederland en België behouden hun baan. Elo Dhaene, de huidige directeur van Isoprofs, blijft actief in zijn functie. Dhaene: “Isolatie is vaak de eerste stap in het proces van verduurzaming en energiebesparing. Door de overname kunnen we nog intensiever profiteren van elkaars netwerk. Hierdoor zien wij verdere groeimogelijkheden in Nederland en België.”

Alle ins and outs over de energiewereld

Gepubliceerd op

De energiewereld verandert in razendsnel tempo: energieopslag, verduurzaming van woningen en energie, voorschriften rondom vlamboogdetectie, woonhuisintelligentie, conceptueel bouwen en ga zo maar door. Eaton wil installateurs en fabrikanten op het gebied van energieverdeling en energieopslag up-to-date houden over de laatste trends én de toekomst. Daarom rijdt Eaton de hele maand september met een demotruck naar 16 Van der Valk locaties in het hele land.

Inhoud programma
In een korte presentatie brengt Eaton de bezoekers op de hoogte van actuele thema’s. Daarna is er een rondleiding in de truck met productnoviteiten en concepten voor de woningbouw. Het totale programma neemt ongeveer 1,5 uur in beslag, maar uiteraard kun je ook korter langskomen voor een kop koffie. Op iedere dag is er een keuze uit 3 tijdstippen: 10:00 – 11:30 – 13:00 uur. Voor planning en meer informatie: www.eaton.nl/demotour

Aansluitbussen en nog veel meer voor systemintegrators

Gepubliceerd op

RS Components (RS), het handelsmerk van Electrocomponents plc (LSE: ECM), de wereldwijde distributeur voor technici, heeft zijn productassortiment uitgebreid van de Harmony-reeks van Schneider Electric. Dit is een complete reeks schakelaars, drukknoppen en signaallampen op de markt voor OEM’s, paneelbouwers en systeemintegrators. De nieuwe toevoegingen bestaan uit: robuuste en ergonomische drukknoppen, schakelaars en signaallampen, indicatielampjes, tijdschakelaars, aansluitbussen en potentiometers. Deze producten stellen paneelontwerpers in staat extra functionaliteit en flexibiliteit in te bouwen in hun elektrische panelen. Dit geeft op zijn beurt gebruikers de beschikking over meer mogelijkheden en visuele indicatie. De extra producten zijn voorzien van uitgebreide ondersteuning en trainingsmateriaal op de DesignSpark-website van RS.

Woonhuisventilatie met WTW

Gepubliceerd op

De CASA woonhuisventilatie van Swegon met luchtcapaciteiten tot 850 m3/h is toepasbaar voor appartementen, vrijstaande woningen alsook vakantiewoningen. Als optie zijn elektrische of warmwater verwarmingsbatterijen voor naverwarming leverbaar. Geavanceerde regeltechniek zorgt voor een optimaal wooncomfort. Warmteterugwinning vindt plaats door middel van een warmtewiel of een tegenstroom platenwisselaar.

De warmteterugwinunits (WTW) zijn voorzien van uiterst stille en energiezuinige gelijkstroommotoren met een zeer laag elektraverbruik. Hierdoor kan een optimale luchtkwaliteit met lage energiekosten worden gerealiseerd. Swegon wordt in Nederland vertegenwoordigd door Auerhaan.

‘Laagste EPC met minimale inspanning’

Gepubliceerd op

DGMR Software lanceert vanaf 20 juli de nieuwste versie van haar EPC-berekeningsprogramma Enorm. In deze nieuwe versie is extra aandacht besteed aan de gebruiksvriendelijkheid van het programma en aan slimme invoeropties van installatiesystemen. Deze nieuwe opties voor PV-panelen, ventilatiesystemen en hybride verwarmingssystemen stellen gebruikers in staat scherper te rekenen dan voorheen. Dit zorgt voor een EPC-reductie van 10 procent of meer op een eengezinswoning.

Actuele database
De Enorm EPC-software beschikt over een uitgebreide en actuele database met kwaliteitsverklaringen. Met behulp van deze verklaringen rekent de software met de daadwerkelijke vermogens en rendementen van onder meer cv-ketels, warmtepompen, ventilatiesystemen, zonneboilers en PV-panelen. Hierdoor wordt een veel betere en realistischere energieprestatie van woningen en utiliteitsbouw berekend in vergelijking met de standaard opgegeven forfaitaire waarde. De kwaliteitsverklaringen zijn opgesteld door officiële keuringsinstanties en gecontroleerd door Bureau CRG.

Gebruiksvriendelijk
In samenwerking met Bureau CRG en met de producenten en toeleveranciers van deze systemen ontwikkelde DGMR nu slimme invoeropties om deze installaties of combinaties daarvan op te nemen in de EPC-berekening. Hierdoor kunnen gebruikers binnen enkele muisklikken een volledig installatiepakket samenstellen met gekwalificeerde producten en systemen. Op basis van specifieke gebouwkenmerken, zoals de functie, de gebruiksoppervlakte en de kwaliteit van de buitenschil bepaalt Enorm automatisch het vermogen van onder andere verwarmingssystemen en ventilatoren. Bovendien kunnen gebruikers eenvoudig het aantal PV-panelen opgeven, waarbij direct het effect de EPC en voorlopige BENG-indicatoren weergegeven wordt.

EPC-reductie
Met de nieuwe versie van Enorm besparen gebruikers veel tijd en behalen ze een nog betere EPC-score dan voorheen, aldus de software-ontwikkelaar. De EPC-reductie kan oplopen tot 10 procent of meer bij een eengezinswoning.

Bodemenergiesystemen functioneren over het algemeen goed

Gepubliceerd op

Uit het onderzoek van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) blijkt dat 20% van de bodemenergiesystemen optimaal functioneert en 60% functioneert als verwacht. De overgebleven 20% functioneert ondermaats. Er zijn in totaal 42 bodemenergiesystemen in het beheersgebied van ODH geanalyseerd en beoordeeld: 33 installaties bij kantoren en 9 bij glastuinbouwbedrijven. De onderzoekers keken vooral naar de werking van het gehele systeem. Bij 80% is er sprake van energiebesparing. Ten opzichte van eerdere onderzoeken is dit een flinke verbetering.

Het kan nog beter
Toch kan de energiebesparing bij de meeste WKO-systemen verbeteren, als er meer aandacht zou worden besteed aan het beheer. Bij 60% van de in dit onderzoek bekeken systemen is daar nog te weinig aandacht voor. Uit het onderzoek blijkt dat deze gebruikers of beheerders vaak specifieke kennis rondom de techniek missen en niet kunnen overzien of de installatie optimaal functioneert. Hierdoor mist degene die de energierekening betaalt een stimulans om in actie te komen en maatregelen door te voeren. Het gaat deze personen meestal met name om het klimaatcomfort en het voorkomen van storingen. Het energiegebruik is van ondergeschikt belang.

Complex en duurder
Installaties die in dit onderzoek van ODH slecht functioneren, 20% van de 42 bekeken systemen, vergen vaak een complexere aanpak en een grotere investering. Deze systemen zijn niet gedetailleerd geanalyseerd, zodat het onderzoek geen veel voorkomende oorzaak heeft geïdentificeerd voor het slechte functioneren.

Het hele onderzoek is hier te downloaden.

(Bron: Gebruikersplatform Bodemenergie)

 

Energiekosten verlagen zonder zelf te investeren

Gepubliceerd op

Maasstad Ziekenhuis, gemeente Ridderkerk, BOOR scholen en de Duurzaamheidsfabriek van het Da Vinci College in Dordrecht zijn de eerste projecten in Nederland die aan de slag gaan met een nieuw concept: energiesponsoring. Dat is bekend gemaakt op het landelijke VNG-congres 2017 door initiatiefnemer Softs. Bij energiesponsoring worden maatschappelijke organisaties gesponsord om, zonder zelf te investeren, maatregelen te nemen waarmee zij de energiekosten kunnen verlagen en waarmee ze kunnen verduurzamen.

De financiële ruimte die beschikbaar komt voor deze energiesponsoring is afkomstig van het exploitatie-overschot van een uitvinding van Softs met de naam Softs Points. Dit zijn draaibare, driehoekige panelen die tegen de gevel van een gebouw gemonteerd of geplaatst worden op de grond, zoals op rotondes. Schijnt de zon, dan wekken de zonnepanelen energie op. Is het bewolkt, dan draait het systeem een slag en absorbeert het bijvoorbeeld CO2. Of het draait nog een slag en het toont een logo of een boodschap. De driehoekige panelen zijn ook te gebruiken om de lucht te zuiveren of om regenwater op te vangen. De organisaties of gebouweigenaren die een Softs Point op hun gebouw aan laten brengen, kunnen zelf aangeven aan welke maatschappelijke organisatie zij het exploitatie-overschot van hun Softs Points beschikbaar stellen.

Duurzame Drietrapsraket
Softs wil met deze uitvinding (Soft staat voor Surface of Things) een zo groot mogelijk impact hebben op de verduurzaming van Nederland. Peter van Dommele, geestelijk vader en CEO van Softs: ”Daarom hebben we SponsorSolar aan ons concept toegevoegd. Dat betekent dat het exploitatieoverschot uit Softs Points eerst wordt ingezet om zonnepanelen te plaatsen. Het energie-overschot dat daaruit voortkomt, wordt dan ingezet in de vorm van energiesponsoring. Het is een tussenstap waarmee we ook het plaatsen van zonnepanelen voor iedereen zeer aantrekkelijk maken. Vooral ook omdat we deze zonnepanelen gratis kunnen neerzetten vanuit het exploitatieoverschot uit de Softs Points. Met deze duurzame drietrapsraket kunnen we samen met gemeenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en individuele burgers werken aan verduurzaming.”

Bij het Maasstad Ziekenhuis wordt binnenkort een Softs Point geplaatst op de locatie in Rotterdam. Daarmee wordt samen met maatschappelijke partners energiesponsoring opgestart om voor het ziekenhuis energiekosten te reduceren en daarmee het Maasstad Ziekenhuis te ondersteunen en te verduurzamen.

Gemeente Ridderkerk en Softs gaan sportverenigingen en sportlocaties in de gemeente sponsoren door zich sterk te maken om drie Softs Points op gebouwen in Ridderkerk te realiseren. Voetbalvereniging vv Rijsoord heeft maandag jongsleden de eerste SponsorSolars al in ontvangst genomen van wethouder Marten Japenga.

Bij BOOR scholen zullen de eerste 3 scholen van dit grote schoolbestuur worden verduurzaamd door middel van Energiesponsoring. Het doel is om door duurzaamheidsmaatregelen de energierekening drastisch te beperken waardoor er meer bestedingsruimte komt voor de echte onderwijstaken.

Bij het Da Vinci college en Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht is er al een Softs Point geplaatst en wordt hiermee gewerkt aan de totstandkoming van een groot voorbeeld op het gebied van verduurzaming van maatschappelijke organisaties.

Bedrijven en woningen in Heerhugowaard gaan slim warmte en koude uitwisselen

Gepubliceerd op

 In Heerhugowaard worden bedrijven, instellingen en wooncomplexen met elkaar verbonden door een stelsel van buizen. Hierdoor kan een overschot aan warmte of koude van de één geleverd worden aan een ander. Twee nabijgelegen asfaltwegen worden gebruikt zonne-energie aan te onttrekken in de zomer en koude-energie in de winter. De warmte kan direct worden gebruikt als bron voor de warmtepomp en direct worden geleverd aan afnemers, of kan worden opgeslagen in een WKO.

Het idee van het op een slimme manier warmte en koude uitwisselen in Heerhugowaard is al in 2012 ontstaan. Kodi Energiebesparende Technieken werd gevraagd door de gemeente om met een aantal bedrijven na te denken over een onderlinge energie-uitwisseling tussen deze bedrijven. Ook was er een vraag vanuit Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier of de warmte uit hun riolen kon worden hergebruikt door de bedrijven op het industrieterrein.

Uit onderzoek naar de warmte- en koudevraag van een aantal bedrijven bleek dat deze gezamenlijk 250.000 GJ aan warmte per jaar over hadden. Dit is vergelijkbaar met het energiegebruik van 7.500 woningen. Het idee ontstond om deze warmte te gaan koppelen aan nieuw te installeren asfaltcollectoren in een tweetal wegen. Die mogelijkheid deed zich voor, omdat de wegen van de N23 (Westfrisiaweg) en de wegen op De Vaandel nog van een toplaag moesten worden voorzien.

Asfaltcollector fungeert als warmtewisselaar
De warmte die in de zomer aan het hete asfalt wordt onttrokken, wordt afgevoerd naar een zogenoemde aquifer. De asfaltcollector fungeert als een warmtewisselaar, die de warmte aan het asfalt onttrekt. In de winter kan juist koude worden onttrokken. En dat is zeer interessant voor de koudevraag van een aantal van de deelnemende bedrijven. Het potentieel bij deze bedrijven is behoorlijk: 140.000 GJ per jaar, een vergelijkbaar energiegebruik van 4.500 woningen. De asfaltcollector vormt voor Nederland een nog vrij nieuwe toepassing voor het opvangen van zonne-energie en van koude-energie in de winter.

In de zomer wordt de grote hoeveelheid warmte, die als gevolg van zonnestraling in het asfalt wordt geabsorbeerd, via het leidingsysteem die in het asfalt is aangebracht, overgedragen op water. Deze warmte kan direct worden gebruikt als bron voor de warmtepomp en direct worden geleverd aan afnemers, of kan worden opgeslagen in een WKO. Door het asfalt te koelen vermindert de kans op spoorvorming, scheurvorming en rafeling van het asfalt.

In de winter wordt er warm water door het leidingsysteem in het asfalt gepompt. Hiermee wordt het asfalt verwarmd, zodat de weg geen schade ondervindt van weersomstandigheden en waardoor het strooien van zout niet meer nodig is. Tevens vindt er een snellere verdamping plaats van het regen- en dooiwater.

Stap voor stap uitvoeren
Het Circuit zal stap voor stap worden uitgevoerd, omdat  investeringen in een leidingtracé en in warmte/koude opslagsystemen groot zijn. In de eerste fase gaat het om € 5,5 miljoen en voor de tweede fase is de raming tussen de € 16 en € 20 miljoen. Als het gehele tracé, inclusief de uitbreiding naar het zuiden van Heerhugowaard, gerealiseerd is, dan is de investering opgelopen tot zo’n € 80 miljoen. Het gehele project levert daardoor circa 400 manjaren werk op. Met name de regionale bedrijven kunnen hiervan profiteren.

Samenwerking om energie- en binnenklimaatprestaties inzichtelijk te maken

Gepubliceerd op

Hello energy en QwikSense hebben een overeenkomst getekend om samen organisaties en bedrijven energiebewuster te maken en beter te informeren over het (optimale) binnenklimaat en de bezetting in gebouwen. Door het visualiseren én inzichtelijk maken van de energie- en binnenklimaatprestaties ontstaat er bewustwording onder bezoekers en gebruikers van een gebouw, aldus beide partijen. Volgens hello energy is ‘energiemanagement’ onmisbaar bij het treffen van maatregelen om duurzaam te ondernemen. Inzicht en visualisatie van het energiegebruik creëert een betere bewustwording. Het binnenklimaat wordt daar dikwijls bij vergeten volgens QwikSense. Dit is echter essentieel want duurzaamheid gaat ook over mensen. Daar hebben QwikSense en hello energy elkaar gevonden.

Breed draagvlak
Door niet alleen een duurzaam gebouw te monitoren, maar de prestaties van het gebouw ook te visualiseren kan bewustwording worden gecreëerd. QwikSense onderzoekt het binnenklimaat middels sensoren, geplaatst op werkplekniveau. Deze sensoren registreren CO2, temperatuur, luchtvochtigheid, fijnstof en aanwezigheid van mensen. Met deze data genereert QwikSense een goed inzicht van het binnenklimaat en de bezetting in gebouwen. Paul Stomph (mede-oprichter QwikSense): “Zo krijg je snel inzicht in de gezondheid van je gebouw en creëren we ook een benchmark voor gebouwen in heel Nederland.”

Voorbeeld: Gemeente Utrecht
Een voorbeeld is het project van het Stadskantoor van de Gemeente Utrecht. Hier wordt het binnenklimaat en de bezetting per werkplek gemeten. De verkregen data wordt geanalyseerd voor het optimaliseren van het gebouw. Voor de terugkoppeling naar de gebruiker ligt een mooie kans in de samenwerking met hello energy.

Inzicht geven, oplossingen bieden
Benno Schwarz (oprichter hello energy): “Diverse grote opdrachtgevers doen al een beroep op de expertise van hello energy, zoals citizenM, Merin, Prologis en Syntrus Achmea. In QwikSense hebben wij een complementaire partner gevonden om in de toekomst duurzame en gezonde gebouwen nog beter inzichtelijk te maken. Door onze innovatieve aanpak geven wij gebouweigenaren nieuwe inzichten in het realiseren van duurzame gebouwen.”

Plug-en-play energiemodule voor energieneutrale woningen

Gepubliceerd op

LG heeft een energiemodule ontwikkeld om woningen te verduurzamen. De module bestaat uit een warmtepomp, zonnepanelen, sanitair warm water, ventilatie, energieopslag en energiemonitoring. Daarnaast levert LG een op maat gemaakte softwareoplossing voor het bedienen van deze module. De unit is opgebouwd als prefab-oplossing. De installateur installeert een plug-en-play-module, waardoor een F gassen-certificering geen verplichting is.

LG introduceert de totaaloplossing als eerste in de Jan van Scorelstraat in Leeuwarden. De sociale huurwoningen stammen uit de jaren zestig en zijn nu nog afhankelijk van gas. Om de woning wordt nu een soort schil gebouwd, met een dak met zonnepanelen, die ervoor zorgt dat de woning goed wordt geïsoleerd. Hierdoor gaat er weinig warmte verloren. De energie die wordt opgewekt, wordt binnen het huis gebruikt, waardoor de energiemeter op nul blijft staan.

Eén aanspreekpunt
“In de markt zagen wij dat veel installateurs een oplossing probeerden samen te stellen met producten van meerdere partijen en dit levert in de praktijk de nodige uitdagingen op”, vertelt Richard de Waal, Directeur Air Solutions bij LG Electronics Benelux. “Wij bieden nu een totaaloplossing waarvan alle producten, zowel software als hardware, worden geleverd door LG. Deze zijn helemaal op elkaar afgestemd. We geven er bovendien een unieke systeemgarantie op. Onze oplossing zorgt ervoor dat een woning volledig energieneutraal en gasloos kan worden gemaakt. Dit levert niet alleen een lage energierekening op, maar draagt ook bij aan een schoner milieu.”

Energiemanagement wordt erkende maatregel

Gepubliceerd op

Partijen in het Energieakkoord, waaronder Uneto-VNI, hebben besloten dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om de doelstellingen hiervan te realiseren. Eén van die maatregelen is de grootschalige toepassing van energiemanagementsystemen in gebouwen. Zo’n systeem laat direct zien waar en hoe door een slimmere instelling energiebesparing mogelijk is. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een groot aantal van de klimaatinstallaties niet goed is ingesteld en dat relatief makkelijk – tegen lage kosten en korte terugverdientijd – flink energie kan worden bespaard. Energiemanagement wordt in het kader van het intensiveringspakket van het Energieakkoord per 1 januari 2018 opgenomen in de erkende maatregelensystematiek.

Het toepassen van energiemanagementsystemen (EMS) wordt een verplichte maatregel in bedrijfstakken waar het energiegebruik van bedrijfsgebouwen voornamelijk wordt veroorzaakt door klimaatinstallaties. Met behulp van een EBS (Energie registratie- en Bewaking Systeem, een onderdeel van EMS) is het relatief eenvoudig om concrete aanpassingen/acties door te voeren die kunnen leiden tot forse energie- en daarmee kostenbesparingen. De volgende bedrijfstakken waar EBS wordt opgenomen in de Erkende Maatregel sectorlijsten zijn:

-Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen
-Kantoren
-Onderwijsinstellingen
-Mobiliteitsbranche
-Sport en recreatie
-Hotels en restaurants
-Tankstations en autowasinrichtingen
-Detailhandel

De vorm van het energiemanagementsysteem en de sturing van klimaatinstallaties is afhankelijk van de grootte van het gebouw en hoogte van het energiegebruik, zodat de terugverdientijd altijd (ruim) onder de vijf jaar blijft.

Lees het hele bericht hier

Tot €75.000 subsidie op energiebesparende projecten voor samenwerkende partijen in Zuid-Holland

Gepubliceerd op

Samenwerkingsinitiatieven van bewoners, bedrijven en/of organisaties in Zuid-Holland op het gebied van energiebesparing en energieopwekking kunnen nu laagdrempelige subsidie aanvragen tot maximaal €75.000. De samenwerking moet gericht zijn op het realiseren van energiebesparing, het opwekken van duurzame warmte of duurzame energie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Er moet altijd sprake zijn van meerdere partijen die gezamenlijk een initiatief van de grond tillen. Minstens een van de deelnemers moet een privaatrechtelijk rechtspersoon zijn. Deze vraagt ook de subsidie aan. De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten. Als de subsidie hierdoor minder dan € 2.500 zou bedragen wordt deze niet verstrekt.

Uitgebreide informatie over deze subsidieverstrekking is hier te vinden.

[related_post themes=”text”]

Beheerders van gebouwen laten mogelijkheden op energiebesparing grotendeels onbenut

Gepubliceerd op

 

Gespecialiseerde leveranciers van energiediensten (Energy Service Companies, kortweg ESCo’s) kunnen eigenaren en beheerders van gebouwen helpen bij het terugdringen van hun energiekosten. Maar hiervan wordt lang niet altijd gebruik gemaakt, zo blijkt uit Europees onderzoek. Dat komt door gebrek aan ervaring met prestatiecontracten (EPC) en fiscale onzekerheden. Herfinanciering van de investeringen is echter mogelijk door de besparing op de energiekosten (een contractperiode van gewoonlijk 7 tot 12 jaar). De uitvoerende partij draagt bovendien de financiële en technische risico’s. Dit in het geval dat investeringen duurder uitvallen dan gepland of vernieuwing of herstel van installaties nodig is.

Uit het Europese marktonderzoek komen als belangrijkste redenen voor het afsluiten van een EPC naar voren: de garantie op de beoogde prestaties, inschakelen van technische expertise en risicobeheersing. Als belangrijkste knelpunten geven respondenten aan: EPC’s zijn complex en tijdrovend, er is wantrouwen bij de opdrachtgevende partijen, beperkte expertise bij zowel opdrachtgevers als ESCo’s, en behoefte aan regie.

Het onderzoek is gedaan in het kader van het EU-project GuarantEE. De marktanalyse is gebaseerd op een enquête onder 256 deelnemers in 14 landen.

[related_post themes=”text”]

Pilotproject in Gieten moet opmaat zijn voor energieneutraal Drenthe

Gepubliceerd op

Woningstichting De Volmacht in Gieten gaat bijna 300 woningen levensloopbestendig én energieneutraal maken. Het betreft een pilotproject, waarvoor de woonstichting een subsidie van €149.000 heeft gekregen van de provincie Drenthe. Gekeken zal worden hoe dit initiatief breder uitgerold kan worden voor alle Drentse woningen. Het gaat nu nog om een gebied bij het centrum van Gieten met 140 huurwoningen en appartementencomplexen en ongeveer honderd particuliere woningen. In het gebied staan nu nog niet-levensloop-bestendige en matig geïsoleerde woningen.

De Volmacht gebruikt de subsidie voor het voorbereiden van de ‘Wijk van de toekomst’. Er komt een aanpak voor het opzetten van een samenwerkingsorganisatie tussen verschillende partijen uit bouw, zorg en welzijn, natuur en milieu en de overheid. Voor de gezamenlijke organisaties is het gebied een ‘proeftuin’ waarin concrete, haalbare, concepten ontwikkeld worden voor toekomstbestendige woonsituaties.

De subsidierelatie met de woningstichting De Volmacht uit Gieten wordt aangegaan voor de periode maart 2017 tot en met december 2019. Het geld komt uit de Expeditie naar energieneutraal wonen in Drenthe. Daarin is de provincie Drenthe met meer dan tachtig partners op weg naar een energieneutraal Drenthe.

[related_post themes=”text”]

Decentrale overheden willen gezamenlijk 28 miljard inzetten voor energietransitie

Gepubliceerd op

Om de overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland te versnellen, slaan provincies, gemeenten en waterschappen de handen ineen. Zij presenteren een gezamenlijke investeringsagenda ‘Naar een duurzaam Nederland’. De decentrale overheden willen hun jaarlijkse investeringen van 28 miljard inzetten voor deze opgaven. Ze vragen het nieuwe kabinet mee te investeren in nationale programma’s en knelpunten in wet- en regelgeving weg te nemen. Het is voor het eerst dat de decentrale overheden een gezamenlijk aanbod voor de kabinetsformatie doen.

“De overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland met een circulaire economie, brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. Oude huizenblokken moeten geïsoleerd worden en woonwijken aangesloten op zonne-energie en windenergie. Ook het landschap verandert door de inpassing van zonnepanelen en windmolens”, aldus Jan van Zanen, voorzitter van de VNG. “De toename van de hoeveelheid regen en de temperatuurstijging vragen om meer ruimte voor waterberging en waterafvoer en om meer stedelijk groen. Dit vraagt een gigantische inspanning van burgers, organisaties, bedrijven en de overheid. Het gaat alleen lukken als we de handen ineen slaan,” zegt Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen.

Gemeenten, provincies en waterschappen investeren jaarlijks 28 miljard in wegen, openbaar vervoer, water, natuur en de bouw van huizen, sportaccommodaties en scholen. Vanaf 2018 gaan de decentrale overheden bij de besteding van dit geld investeren in energieneutrale, klimaatbestendige en circulaire oplossingen en toepassingen. Bijvoorbeeld door bij concessieverlening voor openbaar vervoer in te zetten op emissieloze bussen, afspraken te maken met marktpartijen en woningbouwcorporaties over aardgasvrije wijken, het aanleggen van energieleverende wegdekken en subsidie beschikbaar te stellen aan inwoners voor groene daken of beplanting in plaats van tegels. Ook willen ze eigen terreinen beschikbaar stellen voor het opwekken van hernieuwbare energie en grondstoffen terugwinnen uit afval en afvalwater. Het eigen vastgoed en maatschappelijk vastgoed als scholen en sportaccommodaties is voor 2040 energieneutraal.

De decentrale overheden dringen er bij het Rijk op aan een aantal knelpunten in wet- en regelgeving weg te nemen die een transitie naar duurzaamheid in de weg zitten. Zoals het toestaan dat waterschappen meer duurzame energie opwekken dan alleen voor eigen gebruik en het aanscherpen van het Europese emissiehandelssysteem, waardoor CO2-uitstoot duurder wordt; een stimulans voor duurzame energie.

De decentrale overheden vragen het nieuwe kabinet om de samenwerking aan te gaan en een Nationaal programma Energietransitie op te stellen. Ank Bijleveld-Schouten, voorzitter Interprovinciaal Overleg namens de 12 provincies: “De betrokkenheid van het Rijk is belangrijk. Het is voor het eerst dat de drie decentrale overheden op deze schaal de handen ineen slaan. Daar hoort het Rijk ook bij. Het gaat om een langdurige samenwerking, waarbij we het Rijk vragen mee te financieren, daar waar nodige belemmerende regels aan te passen en een langjarige continuïteit te garanderen.” De drie medeoverheden leggen hun aanbod na de verkiezingen neer bij de formateur. “Er is vastgelegd dat tijdens de formatie ook de medeoverheden worden gehoord door de formateur. Dan willen we zorgen dat dit aanbod op een goede manier landt in het nieuwe regeerakkoord,” aldus Bijleveld namens de drie decentrale overheden.

[related_post themes=”text”]

 

Rode energielabels beïnvloeden verkoopopbrengst koopwoningen meer dan groene

Gepubliceerd op

Ongunstige G-labels verlagen de verkoopopbrengst van koopwoningen met gemiddeld 18.000 euro. Woningen voorzien van gunstige A- en B-labels werden in 2016 verkocht tegen een premie van bijna 6.500 euro. Een premie gelijk aan ongeveer de helft van de toekomstige energiebesparing. Dit blijkt uit een grootschalige transactiestudie uitgevoerd door onderzoekers van TIAS Business School.

Bijna 58.000 woningen die in de tweede helft van 2016 werden verkocht met energielabel werden onderzocht. Ruim 32% van deze woningen werd verkocht met een gunstig en groen A- of B-label, terwijl 15% werd verkocht met rode F- en G-labels. Het onderscheid in de thermische kwaliteit van deze woningen wordt dankzij het energielabel vooraf bij de koper bekend gemaakt. “Die thermische kwaliteit is een belangrijke factor bij toekomstige gasverbruik. De doorsnee maandelijkse gasrekening van een gemiddelde D-label woning bedraagt ongeveer 110 euro, terwijl dit kan variëren tussen 35 en 175 euro afhankelijk van de isolatiekwaliteit van het pand. Dit was altijd al zo. Maar het energielabel helpt om deze variatie op voorhand bekend te maken”, zegt prof.dr. Dirk Brounen, de onderzoeksleider in dit project.

In deze labelimpact analyse bestudeerden de onderzoekers de invloed van het energielabel op zowel de verkoopsnelheid als op de verkoopopbrengst. Door gebruik te maken van het fijnmazige cijfermateriaal van makelaarsvereniging NVM, kon daarbij rekening gehouden worden met pand specifieke kenmerken zoals bijv. leeftijd, staat van onderhoud en woningtype. Een gunstig A-label versnelt de verkoop met gemiddeld 40 dagen. Opvallend is dat de invloed van ongunstige G-labels sterker is. De verkoop van een G-label woning vergt ruim 60 dagen langer dan gemiddeld.

Eenzelfde verschil is ook te zien wanneer de verkoopprijs onder de loep wordt genomen. Ook hier is de invloed van ongunstige labels sterker dan die van de A- en B-labels. Een ongunstig G-label gaat gepaard met een gemiddelde prijskorting van ruim 18.000 euro, terwijl een gunstig A-label niet meer dan 5.000 euro extra oplevert. “Die groene premie staat ongeveer gelijk aan de helft van wat je mag verwachten wanneer de lagere gasrekening wordt gebruikt als basis. Ongeveer de helft van het geraamde voordeel in de maandlast wordt vooruit betaald in de hogere verkoopprijs. Het lijkt erop dat kopers heftiger reageren op de waarschuwingen van de rode labels, dan dat zij zich laten verleiden door het goede nieuws van de groene premies”, aldus Dirk Brounen   

Over het onderzoek: De onderzoekers volgen de effecten van het energielabel op de koopwoningmarkt op kwartaalbasis en beschikken hiervoor over de transactiecijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de energielabel informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De prijseffecten worden bestudeerd op basis van een gevalideerd onderzoekmodel zoals beschreven in On the economics of energy labels in the housing market van Brounen en Kok en gepubliceerd in de Journal of Environmental Economics and Management 2011.

[Bron: www.tias.edu]

[related_post themes=”text”]

Grote technische dienstverleners binnen Uneto-VNI nemen voortouw bij energietransitie

Gepubliceerd op

De grote technische dienstverleners binnen Uneto-VNI hebben afgesproken het voortouw te nemen bij de versnelling van de energietransitie in de gebouwde omgeving (utiliteit, woningbouw). Dat doen zij door het potentieel voor energiebesparing bij klanten (profit- en non-profitsector) vast te stellen en op basis daarvan concrete maatregelen uit te voeren. Daarbij werken de grote technisch dienstverleners nauw samen met energiebedrijven, netwerkbedrijven en andere stakeholders. Uneto-VNI-directeur Erik van Engelen presenteerde gisteren tijdens de SER-conferentie ‘Energieakkoord in versnelling’ de plannen van de installatiebranche om de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving terug te dringen.

De grote technisch dienstverleners die aangesloten zijn bij Uneto-VNI overhandigden tijdens de SER-conferentie in Den Haag het Manifest Energietransitie aan Ed Nijpels, voorzitter van het Energieakkoord. In het manifest kondigen zij aan een energiebesparingsadvies te zullen geven aan iedere klant en met energiemanagementsystemen extra energie te gaan besparen.

De ondertekenende technisch dienstverleners hebben het volgende afgesproken:

-Ze gaan het energiegebruik analyseren bij klanten met een beheer- en onderhoudscontract en doen op basis daarvan een energiebesparingsaanbod. Uitgangspunt is dat klanten minimaal (blijven) voldoen aan de Wet Milieubeheer en andere verplichtingen, zoals de Europese Energie-Efficiency Richtlijn en de Meerjarenafspraak energie-efficiency;

-Ze voeren energiescans en energiemonitoring uit bij klanten. De verwachting is dat de overheid dit ondersteunt door energiemonitoring toe te voegen aan de Erkende Maatregelenlijst en de wet Milieubeheer actief handhaaft;

-Ze publiceren de gerealiseerde energiebesparing bij klanten in het jaar- of duurzaamheidsverslag;

-Ze werken bij het realiseren van de energiebesparingsdoelstelling nauw samen met betrokken stakeholders, waaronder de energiesector en andere partners in de energieketen. Doel van de samenwerking is (1) kennisdeling, (2) massa creëren, (3) innovatie stimuleren en (4) integraliteit waarborgen. De ondertekenaars zien samenwerking met andere partijen, met ondersteuning van Uneto-VNI, als noodzakelijk om de intensiveringsdoelstelling uit het Energieakkoord te kunnen realiseren.

Installateurs zijn als energieregisseur steeds vaker bepalend bij het verduurzamen van woningen en utiliteitsgebouwen, zo betoogt Uneto-VNI. De gebouwde omgeving is nu nog verantwoordelijk voor circa 40 procent van de CO2-uitstoot, maar als het aan de vereniging ligt, gaat dat percentage terug naar 0. Dat kan onder meer door op grote schaal duurzame energie op te wekken en energiemanagementsystemen toe te passen.

Installateurs en technisch dienstverleners die als energieregisseur optreden, staan in die plannen centraal. Zij adviseren klanten over de mogelijkheden om energie te besparen, brengen energiemanagementsystemen aan én zorgen ervoor dat de installaties ook op de langere termijn optimaal blijven presteren. Dankzij die aanpak én met de toepassing van ICT en geavanceerde technieken verwacht Uneto-VNI dat een CO2-neutrale gebouwde omgeving in 2030 al mogelijk is.

Uneto-VNI wil verduurzaming van het woningbezit met bijvoorbeeld zonnepanelen of warmtepompen eenvoudiger maken. Daarom introduceert de brancheorganisatie samen met Bouwend Nederland en OnderhoudNL nog dit voorjaar het profiel Duurzame Aanbieder. Deze aanbieders adviseren woningbezitters over de mogelijkheden om hun huis energieneutraal te maken met behulp van installatietechnische en bouwkundige maatregelen en voeren de werkzaamheden ook uit. De  werkgelegenheid in de installatiebranche gaat de komende jaren fors groeien als gevolg van de omslag naar een duurzame energievoorziening. Uneto-VNI maakt daarom meer werk van het versterken van green skills bij technische vakmensen in de sector.

In de utiliteitsbouw verwacht Uneto-VNI dat toepassing van intelligente energiemanagement-systemen een enorme efficiencysprong gaat opleveren. Omdat de bekendheid met deze systemen nog beperkt is, ontwikkelt Uneto-VNI samen met onder anderen FME, ICT-Nederland en de overheid een speciaal programma met vier pijlers: voorlichting, aanbodtransparantie, opleidingen en monitoring.

In alle utiliteitsgebouwen is winst te behalen, maar met name in kantoren, bedrijfshallen en in de horeca is het relatief eenvoudig, aldus de branchevereniging. Het optimaliseren of vervangen van bestaande installaties kan veel gas en elektriciteit besparen. Het gasverbruik kan zo met een derde worden teruggebracht en het elektriciteitsverbruik zelfs met 60 procent.

Uneto-VNI vindt dat de overheid met een aantal gerichte maatregelen de energietransitie zou moeten versnellen. De brancheorganisatie pleit onder andere voor belastingvoordeel bij vergroening, verplichte toepassing van energiemanagementsystemen via de Wet milieubeheer en continuering van de salderingsregeling voor zonnepanelen inclusief energieopslag.

[related_post themes=”text”]

Europese installatiebranche neemt positie in voor herziene EPBD-richtlijn

Gepubliceerd op

De Europese brancheorganisatie van installateurs, GCP Europe, heeft haar positie bepaald voor de herziening van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD-richtlijn). Het Europees Parlement zal deze zomer deze herziening vaststellen. Vervolgens moeten de lidstaten voor 2020 hun wetgeving hierop hebben aangepast. Het doel van de EPBD is het verbeteren van de energieprestatie van gebouwen in de Europese Unie. De herziene EPBD gaat nieuwe regels opleveren voor installateurs.

Uneto-VNI heeft samen met brancheorganisaties uit de andere Europese lidstaten inhoudelijk bijgedragen aan de positiebepaling. Samengevat gaat het om de volgende boodschappen aan het Europees Parlement:

-Stel inspectie verplicht om de belangrijkste energiebesparingsdoelen van de EPBD te bereiken.

-Herzie de voorgestelde drempels voor de verplichte inspecties van verwarmingssystemen. Op dit moment zijn die grenzen te vaag geformuleerd en dekken ze maar een klein deel van de gebouwenvoorraad.

-Zie toe op betere naleving van de inspectieplicht zoals geformuleerd in artikel 14 en 15 om de effectiviteit van de EPBD zeker te stellen.

-Werk uit de ‘smart building index’ waarmee aangegeven wordt hoe slim er in een gebouw met energie wordt omgegaan.

De precieze invulling van de nieuwe regels wordt bekend wanneer de wetgeving naar aanleiding van deze herziening wordt aangepast. Wanneer dat voor Nederland geldt, is nog niet bekend.

[related_post themes=”text”]

Nieuwe website wil energieneutraal maken woningen en utiliteit bevorderen

Gepubliceerd op

Met een nieuwe website brengt Solar Compleet energiesystemen samen met als doel bijdrage leveren aan de energietransitie. De website beoogt te helpen bij het energieneutraal maken van bestaande woningen, nieuwe woningen en utiliteitsbouw. In de woningbouw kan door de slimme toepassing van innovatieve technologieën het stroom- en gasverbruik nu al tot nul teruggebracht worden, terwijl tegelijkertijd een verbetering van het wooncomfort en gebruiksvriendelijkheid binnen de mogelijkheden ligt, aldus de initiatiefnemers. ‘Normaliter betekent een energieneutrale woning een investering ver boven de €30.000 en dat moet lager kunnen. Daarom halen we alle schakels uit de bedrijfskolom met het streven naar een investering van ca. €25.000.’

Solar Compleet wil daarmee hét aanspreekpunt zijn op de zakelijke markt voor totaaloplossingen. Duurzame technologieën en systemen zijn voorhanden in alle soorten, maten en prijzen, maar ieder gebouw is anders en elke gebruiker heeft specifieke wensen en eisen. ‘Wij denken mee met particulieren, aannemers, projectontwikkelaars, installateurs en woningcorporaties en voorziet hen van de beste oplossing’, aldus Solar Compleet.

[related_post themes=”text”]

Unica garandeert kantoren terug te brengen naar Label C

Gepubliceerd op

Technisch dienstverlener Unica is ervan overtuigd dat elk kantoor kan worden verduurzaamd naar minimaal Label C en is bereid dit te garanderen met haar ‘Label C garantie’. Om de klimaatdoelstellingen te behalen dient in 2023 elk kantoor in Nederland energielabel C of hoger te hebben. Nederland heeft ruim 67.000 kantoren. Alle kantoren die voor 2000 gebouwd zijn, hebben in de basis energielabel D of lager. Volgens een rapport van het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) en ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) gaat het om meer dan 43 miljoen m2 aan kantoorruimte. Hiervan is circa 28 miljoen m2 met installatietechnische aanpassingen te verduurzamen naar Label C of zelfs naar Label A, aldus Unica.

De technisch dienstverlener garandeert kantoren met energielabels D t/m G naar minimaal Label C terug te kunnen brengen. Jan-Maarten Elias, directeur van Unica Ecopower: “Met onze Label C garantie bieden wij een totaalpakket van maatwerkadvies met subsidiemogelijkheden, de realisatie van de benodigde maatregelen tot aan de officiële afmelding van het energielabel. Onze integrale aanpak met één aanspreekpunt borgt het verduurzamingsproces.”

De label-eis voor kantoren wordt in 2030 verhoogd naar Label A. Unica werkt bij de verduurzaming vanuit het ‘Total Cost of Ownership’ principe en houdt rekening met de vastgoedstrategie en de meerjaren onderhoudsplanning van de gebouweigenaar. Dit betekent dat energiebesparende en energieopwekkingsmaatregelen die nodig zijn voor Label A al eerder kunnen worden doorgevoerd, bijvoorbeeld tijdens natuurlijke onderhouds- en vervangingsmomenten.

Het Energieakkoord beoogt een volledig energieneutrale gebouwde omgeving in 2050. Unica kijkt daarbij naar zowel het reduceren van het energiegebruik, het lokaal opwekken van duurzame energie als het opslaan en hergebruik van overtollige energie. Elias: “De verduurzaming van gebouwen is een continu proces en vergt een actieve rol van alle betrokkenen. Daarom geloven we in langjarige samenwerkingen om de ambitie naar energieneutraliteit waar te maken. Als het om verduurzaming van vastgoed gaat, staat Unica gebouweigenaren en gebruikers van A tot Z bij.”

[related_post themes=”text”]

“Energielabels geven de werkelijke energiezuinigheid van een woning slecht weer”

Gepubliceerd op

De overheid moet het huidige beleid met energielabels herzien, anders zijn de energiebesparingsdoelstellingen onhaalbaar, vindt de Rekenkamer Metropool Amsterdam. “De uitgangspunten deugen gewoon niet. De energielabels geven de werkelijke energiezuinigheid van een woning slecht weer,” aldus Jan de Ridder, directeur van deze rekenkamer, op de website van Fluxenergie. Hij reageert daarmee op de uitkomsten van een onderzoek van zijn rekenkamer en een onderzoek van het Radio 1-programma Reporter Radio. Uit deze onderzoeken blijkt dat energielabels de werkelijke mate van energiezuinigheid van een woning slecht weergeven.

De Rekenkamer Metropool Amsterdam deed in 2014 en 2016 onderzoek naar de energielabelstappen, die woningcorporaties bij sociale huurwoningen in de hoofdstad realiseerden. Reporter Radio heeft dit onderzoek geëxtrapoleerd naar vijf renovatieprojecten. Het gasverbruik nam daar van 2014 tot 2016 weliswaar af, variërend van bijna 19 tot 25 procent, maar de  besparing had volgens de theorie veel meer moeten zijn, meer dan 80 procent in sommige gevallen.

Deze uitkomsten komen overeen met het onderzoek van de Rekenkamer in Amsterdam. Daar bleek een energielabelstap van G naar A slechts 30 procent minder gasverbruik op te leveren, in plaats van de 81 procent theoretische besparing.

Uit het onderzoek blijkt verder dat bewonersgedrag een cruciale factor speelt als het gaat om het energiegebruik in een woning, maar het is geen onderdeel van de theorie en het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan energielabels. Ook wordt er niet gerekend met het werkelijke energiegebruik, dat aan het eind van het jaar op de meter staat, maar met wat volgens de theorie het energiegebruik bij een bepaald label is, zo meldt de website van Enegrieflux. Daarnaast wordt het energiegebruik van woningen met een laag label, G, F en E, stelselmatig te hoog ingeschat. Hierdoor is de daadwerkelijke besparing veel lager dan die theoretisch zou moeten zijn.

Voor 2020 moeten 2,2 miljoen sociale huurwoningen minstens energielabel B hebben. Dit is onderdeel van de nationale, en daarmee ook de internationale klimaatdoelstellingen, van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord. Voor het renoveren van die sociale huurwoningen is ook 395 miljoen euro STEP-subsidie (Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector) uitgetrokken door de Rijksoverheid.

[related_post themes=”text”]

“De installateur kan als energieregisseur gaan optreden”

Gepubliceerd op

De Borgingscommissie van het Energieakkoord stelt in een speciale netwerkbijeenkomst een aantal partijen in de gelegenheid nieuwe initiatieven aan te dragen. Zes initiatiefnemers, waaronder Uneto-VNI, zullen hun plannen op dinsdag 7 maart a.s. publiekelijk presenteren. Uiteindelijk doel is een versnelling realiseren van de energietransitie. De installateur kan daarbij volgens de brancheorganisatie een belangrijke rol spelen. Woordvoerder Dick Reijman: “Voor de installateur is een rol weggelegd als energieregisseur.”

“De installateur neemt steeds meer het voortouw bij de verduurzaming van gebouwen”, legt Reijman uit. “Logisch, gezien de ontwikkelingen die zich in de bouwbranche voltrekken. Zo neemt de installatiequote in gebouwen nog steeds toe. In bepaalde segmenten wordt al 40% van de bouwsom uitgetrokken voor installatietechniek. Bovendien heeft de installateur een sterke relatie met de klant. Na aanleg kan hij zijn meerwaarde aantonen door installaties tijdens de exploitatiefase te optimaliseren en zo energiebesparing en operationele kosten terug te brengen. Dit in tegenstelling tot de bouwende partijen die over het algemeen na de realisatie van het toneel verdwijnen.”

Wat houdt die nieuwe rol voor de installateur nou precies in? Reijman is hier duidelijk over: “De installateur gaat als energieregisseur optreden. Hij zorgt voor duurzame energieoplossingen, installeert slimme energiemanagementsystemen, kortom staat aan de wieg van Smart Buildings, oftewel adaptieve gebouwen, die zo min mogelijk energie gebruiken. Een aantal grote installateurs hebben zich deze werkwijze al eigen gemaakt. Ook middelgrote en kleinere installateurs kunnen hierin een rol van betekenis spelen of doen dat al.”

“Tegelijkertijd kan de installateur partijen bij elkaar brengen om gezamenlijk oplossingen te realiseren voor energiezuinige gebouwen,” vervolgt Reijman, “Daarbij zien we mogelijkheden voor een one-stop-shopping benadering met Duurzame Aanbieders. Dit werken we momenteel uit met Bouwend Nederland en OnderhoudNL..”

Aan het Uneto-VNI-initiatief ‘Energie en Duurzaamheid in de gebouwde omgeving’, waarvoor 7 maart dus de aftrap plaatsvindt, wordt geen einddatum opgehangen. De bedoeling is in eerste instantie om de uitvoering van het Energieakkoord te intensiveren.

Uneto-VNI wil de conferentie aangrijpen om de rol van de installateur bij het energie-transitieproces breed onder de aandacht brengen, van ontwerp en aanleg tot en met beheer en exploitatiefase: wat zijn de mogelijkheden en welke oplossingen kan hij inzetten? Kortom, hoe kan hij inhoud geven aan zijn rol als energieregisseur.

De vereniging zal zelf input geven, maar verwacht ook dat de overheid een bijdrage levert. Niet alleen als financier, maar door de juiste randvoorwaarden te creëren. Hoe? Reijman: “Door regelgeving behapbaar en overzichtelijk te houden en door actief haar rol als handhaver te vervullen. Laat de overheid bijvoorbeeld actief controleren of partijen voldoen aan de Wet Milieubeheer.”

De uitvoering van het Energieakkoord voor duurzame groei is inmiddels goed op streek. Door de inspanningen van velen, zo betoogt Uneto-VNI, zijn de doelen van het Energieakkoord voor 2020 en 2023 binnen bereik. ‘Maar daarmee staan we pas aan het begin: met de ratificatie van het Klimaatakkoord van Parijs worden de immense uitdagingen steeds duidelijker. Tegelijkertijd leert de nationale Klimaattop 2016 dat er in Nederland vele initiatieven ontstaan die de energietransitie in een hogere versnelling kunnen brengen.’

Meer dan veertig organisaties sloten in september 2013 het Energieakkoord voor duurzame groei. Gezamenlijk gaan zij voor verduurzaming van onze samenleving en economie. De ondertekenaars zetten zich de komende jaren in voor:

-een besparing van het energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar;

-100 petajoule energiebesparing per 2020;

-een toename van het aandeel hernieuwbare energieopwekking naar 14 procent in 2020 en 16 procent in 2023;

-ten minste 15.000 voltijdbanen extra.

De conferentie van 7 maart is openbaar, heeft een interactieve opzet en is bedoeld voor zowel direct betrokkenen bij het Energieakkoord als andere belangstellenden die een bijdrage willen leveren aan een versnelling van de energietransitie.

Initiatieven die tijdens deze conferentie zullen worden aangedragen zijn afkomstig van:

  • de gassector (onder meer groen gas);
  • infrabeheerders en Rijkswaterstaat (Groenenettencoalitie);
  • waterschappen met Rijkswaterstaat (Monsterverbond water);
  • Uneto-VNI (programma Energie en Duurzaamheid in de gebouwde omgeving);
  • VNO-NCW en VIB (Thermische isolatie in de industrie en energiecentrales);
  • Dutch Green Building Council (Deltaplan Duurzame renovatie);
  • U kunt zich voor het bijwonen van deze conferentie hier aan te melden.

    [related_post themes="text"]

    ‘Kantoren naar minimaal label C zal ruim 1 miljard meer kosten dan gedacht’

    Gepubliceerd op

    De kosten om kantoren in ons land energiezuinig te maken vallen voor vastgoedeigenaren ruim 1 miljard hoger uit dan de 860 miljoen euro die minister Stef Blok eind november voorspelde. Dit schrijft het Financieele Dagblad (FD) op basis van gesprekken met marktpartijen die betrokken zijn bij de renovaties van kantoren. Alle Nederlandse kantoren moeten vanaf 2023 energiezuinig zijn. Ze moeten dan voldoen aan energielabel C of hoger om nog gebruikt te mogen worden. De eventuele renovatiekosten komen voor rekening van de vastgoedeigenaren. Het gaat bijvoorbeeld om dak- en glasisolatie of energiezuinige verlichting.

    Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) berekende eerder dat kantoren met energielabel G ongeveer 57 euro per vierkante meter nodig hebben om te worden omgebouwd naar label C. Om van gebouwen met label D, E en F gebouwen met label C te maken, zouden de kosten tussen de 5 euro en 37 euro per vierkante meter liggen. De maatregelen betalen zich gemiddeld in drie tot zesenhalf jaar terug door een besparing op energiekosten, verwachtte Blok in 2016.

    Maar met name bij oude kantoren op slechte locaties zou de investering zich niet terugbetalen, volgens specialisten op het gebied van duurzaamheid en renovaties. Volgens Rinus Vader, strategisch adviseur bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, kunnen de kosten uit het EIB-rapport met factor 2,5 worden verhoogd. Het EIB weerspreekt de aantijgingen tegenover het FD.

    [related_post themes=”text”]