Tag Archives: elektra

Doorstroom

Gepubliceerd op

U hoort het niet vaak van onze altijd goed gemutste meesterloodgieter, maar ook Karel kan soms flink klagen over prutsers die zijn werk onmogelijk maken. Afgelopen week had hij een akkefietje met een elektricien. Een week voordat de elektromonteur aan de slag zou gaan met het vervangen van elektra in een woonhuis, had Karel alvast wat leidingwerk achter de muur aangelegd voor de cv-installatie. Precies zoals het op de tekening stond en op de millimeter afgemeten op de juiste plek. De elektricien - die waarschijnlijk nog nooit een tekening had gelezen - monteerde vervolgens doodleuk een vierdelige i.p.v. driedelige wandcontactdoos in de muur, exact ter hoogte van het aansluitpunt dat Karel eerder zo keurig had achtergelaten. Vloekend had Karel de fout geconstateerd. Met de tekening in zijn hand, had hij nogmaals naar de wand staan te kijken: “Die eikel heeft het toch echt fout gedaan, er staat duidelijk driedelige stekkerdoos.” Stronteigenwijs als hij is hield Karel vast aan de tekening die de klant zelf had gemaakt. Die kon in ieder geval niet zeggen dat zijn installatiewerk fout is uitgevoerd. En de elektricien? Die mocht wat Karel betreft van geluk spreken dat hij niet terug hoefde te komen om zijn prutswerk te herstellen.

Karels bespaartips deel II

Gepubliceerd op

elektrakarelVorige week bespraken we een bespaartip Karel: bezuinigen op ‘enorm dure dakplaten’. Ook als het gaat om elektra heeft Karel de nodige tips in huis. Neem het elektraklusje dat hij afgelopen week uitvoerde: vervangen van wat elektraleidingen, reviseren van de zekeringenkast; appeltje eitje. Nadat al een flinke duit te hebben besteed had aan pvc en vd-draad, vond hij het wel welletjes met de renovatie van de zekeringenkast. Zo’n zekering is toch al snel twee tientjes, een rolletje YmvK toch al gauw 95 euro. Voor Karel al flink aan het budget. Daar had hij ook flink wat kratjes gerstenat voor kunnen halen, dacht hij. Zo’n zekering heeft toch al een koperen geleiding, dus een beetje extra koper moet dan kunnen. En die installatiekabel kun je toch gewoon zelf samenstellen met een rolletje tape eromheen. Dat is het niet van echt te onderscheiden. Levert Karel ook weer mooi het nodige aan regiewerk op als hij terug moet komen omdat stroom er om de haverklap uitklapt.

Met dank aan Harry Verhoeff voor de toezending van de foto.

Mocht u nog werk van hem zijn tegengekomen tijdens uw werk of gewoon zomaar? Deel het met ons via:

redactie@merlijnplus.nl@installatienet of via onze facebookpagina

Groene stroom, wel zo veilig!?

Gepubliceerd op

“Dat milieu is toch wel een dingetje hé”, had collega-zelfstandige Frans laatst tegen Karel gezegd. “Al die plannen om die fossiele brandstoffen en uitstoot terug te dringen. En dan de opkomst van groene stroom, zou dat nou wat veranderen aan NEN1010 en het veilig werken?” Karel had Frans vertwijfeld aangekeken, maar een beetje geknikt en had het gesprek snel verlegd naar die Dino-plaatjes van Albert Hein (dinosauriërs zijn tenslotte ook fossielen). Het begrip fossiele brandstoffen is Karel volkomen onbekend en groene stroom in combinatie met één of andere afkorting zei hem ook totaal niets. Duidelijk geen man van de wereld, die Karel. Totdat hij vorige week bij een klant een mooie nieuwe ketel op zou gaan hangen. Hij constateerde een loshangend stopcontact aan de muur. “Dat kan toch echt niet,” dacht hij, “levensgevaarlijk!” Karel had nog wat groen isolatietape in zijn koffer zitten; kon hij de klant gelijk blij maken met groene stroom. Bij het eraf halen van de oude ketel (eentje met een tapwaterrendement van gemiddeld 1,2% uit 1978) zag hij dat de stekker eigenlijk nog hartstikke goed te gebruiken was. De stekker uit die nieuwe ketel legde hij dus maar in z’n bus. Toch weer een mooi voorraadartikel. Vindt de klant vast niet erg, bedacht hij, nu die niet alleen over een fraaie, nieuwe en veilige ketel beschikt maar ook over gratis groene stroom!

Met dank aan Eric Dekkers voor de foto.

Ook ‘vakwerk’ van Karel  gespot? Stuur het ons toe:redactie@merlijnplus.nl@installatienet op via onze facebookpagina

[related_post themes=”text”]

 

 

‘Installateurs van cv-ketels leveren op grote schaal prutswerk af’

Gepubliceerd op

elektra‘Installateurs van cv-ketels en elektrische installaties leveren op grote schaal prutswerk af’, kopt De Telegraaf vanmorgen. De krant baseert zich op vier binnen de branche als autoriteit te boek staande inspecteurs, die zich bezighouden met elektraveiligheid. Ze komen dagelijks levensgevaarlijke situaties tegen en slaan daarom alarm. ‘Het verhaal van de deskundigen sluit naadloos aan bij een rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vorig jaar uitbracht’, vervolgt De Telegraaf. De installatiebranche zou ernstig tekortschieten wat betreft het deugdelijk aansluiten en onderhouden van cv-ketels en geisers. Veiligheidsdeskundige Peter Coppes van het Helmondse bureau C+B vertelt dat “het kennisniveau van installateurs dramatisch afneemt, terwijl installaties steeds ingewikkelder zijn geworden.” De inspecteurs krijgen steun van brancheorganisatie Uneto-VNI. Ook die vindt dat de overheid weer toezicht moet houden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken studeert naar aanleiding van het OVV-rapport nog op een oplossing.

Uneto-VNI deelt de zorg die de vier inspecteurs in De Telegraaf uiten over de kwaliteit van elektrotechnische en cv-installaties. De brancheorganisatie werkt daarom aan een zwaardere, uniforme  erkenningsregeling voor plaatsing en onderhoud van deze installaties. Deze regeling stelt zwaardere eisen aan de vakbekwaamheid van monteurs en het toezicht op de naleving. Uneto-VNI verwacht hierbij steun van de overheid. Die zou de verscherpte kwaliteitseisen wettelijk moeten voorschrijven, zodat ze voor alle installatiebedrijven in ons land geldig zijn.
Sinds de afschaffing van de Vestigingswet in 2006 hoeven installatiebedrijven niet meer aan wettelijke eisen te voldoen. Uneto-VNI heeft de overheid destijds gewezen op de veiligheidsrisico’s die dit beleid met zich meebrengt, maar vond geen gehoor. De installatiebranche heeft vervolgens een erkenningsregeling opgezet. Deze regeling kent echter geen wettelijke basis.
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft afgelopen najaar de aanbeveling gedaan om voor cv-installaties te komen tot één, uniforme, wettelijke erkenningsregeling. Uneto-VNI heeft deze aanbeveling onderschreven en hiervoor inmiddels voorstellen gedaan. Ook werkt de installatiekoepel aan een vergelijkbare regeling voor elektrotechnische installaties.
Uneto-VNI wijst er met klem op dat de overheid met het huidige beleid uit de pas loopt met de ons omringende landen, waar de overheid wél wettelijke eisen stelt aan installatiebedrijven en scherp toeziet op de vakbekwaamheid van installateurs.
De brancheorganisatie neemt ook de beroepsopleidingen nauwkeurig onder  de loep. Voorzitter Titia Siertsema: “Het aanleren van technische kennis en vaardigheden moet weer centraal komen te staan in de opleidingen. De afgelopen jaren lag de nadruk teveel op het ontwikkelen van competenties.”
Volgens Uneto-VNI kunnen ook een verplichte APK-inspectie en opleverkeuring van ínstallaties in woningen ongelukken voorkomen. Uneto-VNI vraagt de overheid om ook deze maatregelen te nemen. De installatiekoepel wijst erop dat andere landen dergelijke verplichtingen al kennen.

Meten van ionisatiestroom

Gepubliceerd op

Elektro LijnEuro-Index introduceert diverse nieuwe instrumenten van Elektro Lijn. De robuuste True RMS multimeter kan een valtest van 10 meter doorstaan. Het toestel biedt alle gangbare multimeterfuncties, een geïntegreerde LED zaklamp en een display met achtergrondverlichting. De mogelijkheid tot het meten van ionisatiestroom maakt dit toestel geschikt voor cv-onderhoudstechnici. De HT38 is een instrument waarmee op de juiste  groep bij een wandcontactdoos kan worden gezocht. De transmitter wordt aangesloten op een WCD, waarna met de receiver het signaal kan worden gevonden bij de bijbehorende groep in de groepenkast. Dit wordt aangegeven met LED-indicatie en een akoestisch signaal. De HT38 kan worden toegepast terwijl het systeem onder spanning staat. De laatste noviteit betreft de HT60-serie. Deze bestaat uit 5 ergonomisch vormgegeven True RMS multimeters die van elkaar verschillen in functionaliteit en nauwkeurigheid. De specificaties en de veiligheidscategorie (CAT IV 600 V) maken deze serie breed inzetbaar.

[related_post themes=”text”]

 

 

Slimste punt protonenkliniek HollandPTC in Delft bereikt

Gepubliceerd op

160428 TBI - Technische ruimte in aanbouwDe TBI-ondernemingen J.P. van Eesteren en Croonwolter&dros zijn gestart met de oplevering van de volledige technische infrastructuur en de elektrotechnische ruggengraat van de nieuwe protonenkliniek HollandPTC in Delft. Hiermee hebben de bouwers na het hoogste nu ook het slímste punt bereikt in de realisatie van de protonenkliniek. Het Holland Particle Therapy Centre wordt gebouwd in opdracht van een consortium van de TU Delft, het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Erasmus Medisch Centrum (Erasmus MC). Vanaf medio 2017 worden er in HollandPTC 600 kankerpatiënten per jaar behandeld.

Een belangrijk technisch onderdeel van het patiëntgedeelte en de behandelruimtes is de binnenspanningsinstallatie van de protonenkliniek. Nu deze is gerealiseerd wordt er gestart met het leggen van een hoogspanningsleiding van het 23-kV inkoopstation net buiten HollandPTC naar het middenspanningsstation op de begane grond van de kliniek. Vervolgens leidt de bekabeling naar twee transformatoren van 1800 kW op de begane grond en twee transformatoren van ieder 1600 kW op de tweede verdieping.

De installateur schakelt in de komende week door naar de hoofdverdeelinrichting en de relevante groepenkasten. Kees Luijk, projectleider Croonwolter&dros: “Met het in bedrijf stellen van de middenspanningsinstallatie bouwen we de elektrotechnische infrastructuur langzaam maar zeker verder uit. Daar hebben we een lange tijd naartoe gewerkt. Het is mooi om dit belangrijke punt in de bouw van HollandPTC samen bereikt te hebben.”

Ook worden deze week de installaties ten behoeve van onder andere de klimaatregeling in de behandelruimtes in bedrijf gesteld. De koelinstallatie die hiervoor gebruikt wordt, is volledig uitgevoerd in roestvrijstaal en gevuld met gedemineraliseerd water (water dat ontdaan is van alle mineralen). Ook wordt de laatste hand gelegd aan de doorvoer van de medische en technische gassen voor de behandelingsapparatuur. Bijzonder is dat alle leidingen voor de gassen en installaties ingestort zijn in metersdik beton. Robin Alberts, projectleider Croonwolter&dros: “De leidingen slingeren als aders door het beton naar het hart van het gebouw, de technische ruimte. Daar staan de luchtbehandelingskasten, de koelmachine en de warmtewisselaars voor de duurzame broninstallatie. Het is voor ons erg indrukwekkend om te zien dat we in zo’n korte tijd de gehele werktuigbouwkundige infrastructuur met behulp van BIM hebben opgebouwd”.

De elektrotechnische infrastructuur moet voldoen aan zeer strikte veiligheidstechnische keuringen. Daarnaast voldoen de werktuigbouwkundige installaties aan de relevante druktesten en reinheidsverklaringen. Johan Atsma, Commissioning Croonwolter&dros: “Voor het opbouwen en testen van de installaties werken onze E- en W-specialisten nauw samen. Door onze gebundelde expertise komen we de relevante keuringen door.”

Begin mei moeten de werkzaamheden aan de elektrotechnische en werktuigbouwkundige infrastructuur zo goed als afgerond zijn. Op dat moment kan de leverancier van de medische behandelingsapparatuur, Varian Medical Systems NL, beginnen aan zijn werkzaamheden. Protonenkliniek HollandPTC wordt medio 2017 opgeleverd.

[related_post themes=”text”]

Uneto-VNI wil meer financieringsruimte voor elektronicawinkels

Gepubliceerd op

De Nederlandse elektronicawinkels hebben goede vooruitzichten (bijvoorbeeld op het gebied van slimme woningautomatisering, domotica), maar de groeikansen lopen gevaar door een gebrek aan financiële ruimte. Zowel zelfstandige retailondernemers als winkelketens komen in de problemen doordat banken niet of nauwelijks krediet verlenen. Uneto-VNI wil op korte termijn overleggen met de overheid en de Nederlandse Vereniging van Banken.

Als gevolg van de economische crisis heeft de elektronicabranche noodzakelijke investeringen jarenlang moeten uitstellen. Nu de economie weer aantrekt, willen de winkeliers met geavanceerde producten en innovatieve verkoopkanalen inspelen op de veranderende wensen van de consument. Dat kan alleen door te investeren en daarvoor is financiering nodig. Juist nu houden de banken de hand op de knip. Ten onrechte, vindt Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de technische detailhandel, want de vooruitzichten zijn beter dan ooit.

Met smart media wordt het mogelijk steeds meer apparaten online met elkaar te verbinden. De elektrotechnische detailhandel kan producten en diensten aanbieden die gebaseerd zijn op die techniek. Winkeliers werken daarbij vaak samen met bedrijven uit de technische installatiebranche, bijvoorbeeld op het gebied van slimme woningautomatisering (domotica). Retailers die niet de ruimte krijgen om te investeren, dreigen achterop te raken. Ook de noodzakelijke koppeling van fysieke winkels en webshops kan dan niet plaatsvinden. Als de opstelling van de banken niet verandert, zijn volgens Uneto-VNI faillissementen onvermijdelijk en zullen veel banen onnodig verloren gaan.

Sensorstress

Gepubliceerd op

elektraNadat Karel zich afgelopen week had gestort op een close-in boiler. Kwam er deze week een mooi stukje  meet- en regeltechniek op zijn pad. Dat inregelen is natuurlijk een koud kunstje met alle KNX, BAC-net, LON en ip-protocollen. Nee de echte uitdaging zat voor Karel toch wel in het aansluiten van de bekabeling. Druksensoren, flowsensoren, warmtesensoren, koudesensoren, luchtsensoren, sensoren die  sensoren meten, etc. etc. Dat gaf al met al toch een behoorlijke kabelboom die ook nog eens van stroom moest worden voorzien. Nou is Karel natuurlijk een uitmuntend elektricien en laat hij zich natuurlijk niet afschrikken door een paar draadjes meer of minder. Met een door-lusje hier en een kroonsteentje daar kwam hij toch tot een mooi eindresultaat. Of alles daadwerkelijk gemeten wordt wat er gemeten zou moeten worden vragen we ons wel af.

Ook ‘vakwerk’ van Karel  gespot? Stuur het ons toe:redactie@merlijnplus.nl@installatienet.nl op via onze facebookpagina

 

Op een houtje bijten

Gepubliceerd op

houtjeDat Karel er eentje is in de categorie ‘elk hout is geen timmerhout’ wisten we natuurlijk al een tijdje. Je kunt je wel installateur noemen, maar er eentje zijn is een tweede. Van zijn installatie-geklungel klopt vaak geen hout. En veel van zijn oplossingen zijn vaak een pleister op een houten been en snijden nauwelijks hout. Dat zal waarschijnlijk liggen aan het feit dat Karel alles op zijn eigen houtje doet. En met de insteek van dik hout zaagt men planken is precisiewerk natuurlijk niet aan hem besteed. Karel is overduidelijk niet uit het goede hout gesneden. En is daarnaast nogal een behoorlijke houten Klaas in de omgang met klanten.  Harry Verhoeff daarentegen snapt het gelukkig wel als er geen hout van klopt en stuurde ons deze foto. Karel baalde als een stekker dat hij weer eens iets niet kon vinden. Als het aan ons ligt zit Karel binnenkort alleen nog maar op een houtje te bijten!

Ook ‘vakwerk’ van Karel  gespot? Stuur het ons toe:redactie@merlijnplus.nl@installatienet.nl op via onze facebookpagina

Wireless HVAC-stroomtang

Gepubliceerd op

Fluke 902 FCEuro-Index introduceert met de Fluke 902 FC een stroomtang met diverse functies die handig zijn voor het diagnosticeren en repareren van HVAC-systemen. Naast stroom- en spanningsmeting biedt dit instrument bijvoorbeeld temperatuurmeting, capaciteitsmeting, weerstandsmeting en meting van ionisatiestroom bij cv-ketels. De Fluke 902 FC beschikt over draadloze communicatie, waardoor u gebruik kunt maken van het Fluke Connect systeem. Met de gratis App (Android en iOS) kunt u onder meer trendregistraties uitvoeren, rechtstreeks vanaf locatie rapporten opstellen en versturen, op veilige afstand spanningvoerende apparatuur meten en meer. Uiteraard kan de Fluke 902 FC worden voorzien van een KWS kalibratiecertificaat.

Sharp PV-paneelSharp Europe gaat haar assortiment zonnepanelen uitbreiden, zo maakt het bedrijf vandaag bekend. Het bedrijf vult haar huidige assortiment monokristallijne fotovoltaïsche modules aan met een nieuwe lijn polykristallijne modules en brengt panelen met een vermogen van 250 watt (ND-RC250), 255 watt (ND-RC255) en 260 watt (ND-RC260) op de markt. Dankzij de nieuwe fotovoltaïsche of PV-modules zijn gebruikers minder afhankelijk van het elektriciteitsnet en halen ze meer rendement uit zonne-energie. De polykristallijne panelen zijn aantrekkelijk geprijsd en van hoge kwaliteit.
De cellen van de polykristallijne zonnepanelen bestaan uit meerdere kristallen en kunnen tegen een lagere kostprijs geproduceerd worden dan monokristallijne panelen. De besparing die dit oplevert, berekent Sharp middels een korting door aan haar klanten en gebruikt het bedrijf om de zonneproducten in grote aantallen te kunnen produceren en vermarkten. De modules uit de nieuwe zonnepanelenlijn leveren tot 15,8% meer rendement, waardoor gebruikers de opbrengst van hun onafhankelijke energievoorziening flink zien toenemen.
Sharp heeft de nieuwe panelen voorzien van een donkerblauwe finish en een anti-reflecterende coating, waardoor de lichtopname flink toeneemt. Dankzij een gegarandeerde positieve tolerantie wordt tot 5% meer vermogen opgewekt. Daarnaast is de temperatuurcoëfficient (mV/°C) verbeterd, waardoor het vermogensverlies bij hogere temperaturen afneemt.

Zo’n 59% van alle gekeurde woningen in de pilot ‘Veilige Gezonde Woning’ voldoet niet aan de keuringseisen. Dat is alarmerend omdat de bewoners van woningen met dit soort gebreken in veel gevallen grote veiligheids- en gezondheidsrisico’s lopen. De gemeente en Uneto-VNI trekken gezamenlijk de conclusie dat een periodieke, vierjaarlijkse APK voor woninginstallaties wenselijk is. Uiteraard is dat primair een verantwoordelijkheid van de eigenaar, maar het bewustzijn bij de eigenaar over de risico’s die hij – of eventuele huurders – loopt, blijkt in de praktijk zeer beperkt. Om die reden is er een vandaag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin pleiten wethouder Wonen Paulus Jansen en Titia Siertsema, voorzitter van Uneto-VNI om de conclusies van de Utrechtse pilot te betrekken bij de parlementaire behandeling van het rapport ‘Koolmonoxide – onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid.

Pilot ‘Veilige Gezonde Woning’
Tijdens de pilot ‘Veilige Gezonde Woning’ werden van juni tot en met november 2015 installatiechecks uitgevoerd in woningen in de vooroorlogse buurten Tuinwijk en Majellapark/Nieuw Engeland. Hiermee willen de gemeente Utrecht en Uneto-VNI incidenten met ondeugdelijke elektra-, gas- en leidingwaterinstallaties tegengaan. Utrecht investeerde als eerste gemeente in Nederland in een dergelijke pilot.

Bij 160 woningen in de pilotbuurten werden de elektra-, gas- en leidingwaterinstallaties gratis gekeurd door erkende installateurs. De meeste gebreken werden in de elektrische installatie geconstateerd. Zoals een niet op orde zijnde aardlek, (te)veel belasting per groep en slechte en/of onjuiste bedrading. Gebreken die vooral veroorzaakt zijn door fouten bij de installatie, gedrag en hobbyisme. Bij de gasinstallatie betroffen de gebreken vooral verroeste gasleidingen (18%). Van alle cv-ketels voldoet 29% niet aan de keuringseisen. 47% van de woningen heeft een cv-ketel van minimaal tien jaar oud. Zes op de tien cv-ketels wordt periodiek en volgens wettelijke eisen gecontroleerd. In 5% van de gekeurde woningen zijn de waarden van koolstofmonoxide in de verbrandingsgassen niet in orde.

Veilig gevoel na keuring
Uit een enquête onder de deelnemers van de pilot ‘Veilige Gezonde Woning’ blijkt dat 74% van de woningeigenaren zich na de keuring veiliger voelt. Van de gevonden gebreken is 28% hersteld, 70% van de woningeigenaren is van plan om de gebreken nog te (laten) herstellen. 38% van de geënquêteerde woningeigenaren wil de keuring in de toekomst herhalen.

Regelmatige controle installaties noodzakelijk
De gemeente en Uneto-VNI constateren in de eindrapportage van de pilot dat de staat van veel installaties een risico vormt voor de bewoners en hun omgeving. Als dit in Utrecht problemen oplevert, dan geldt dit ook voor andere steden. Dat controle op installaties noodzakelijk is, wordt bevestigd door de conclusies uit het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid van eind 2015. Deze stelt dat verschillende kwaliteitslabels te weinig garantie bieden voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud.

Risicogroepen
Voor de pilot ‘Veilige Gezonde Woning’ hebben eigenaren zich bewust aangemeld. Bij de keuringen van deze installaties kwamen zoveel gebreken boven dat er zorgen zijn over de staat van onderhoud van installaties van ‘minder bewuste’ eigenaren en particuliere verhuurders. Utrecht bekijkt de mogelijkheden om bij inspecties van risicopanden standaard een APK van de woninginstallaties uit te voeren. Bijvoorbeeld bij studentenhuizen op de particuliere verhuurmarkt.

Het rapport met de keuringsresultaten en een enquête naar de ervaringen van de deelnemers aan de pilot vindt u op: www.utrecht.nl/veiligwonen.

NEN 1010Veel Nederlandse elektrotechnische installateurs en inspecteurs hebben in hun dagelijkse beroepsuitoefening te maken met NEN 1010. Vanwege het brede toepassingsgebied en een ingewikkelde structuur is NEN 1010 geen eenvoudige norm. Om ervaringen met deze norm te koppelen aan de nationale en internationale normontwikkeling, wordt door NEN en de verantwoordelijke normcommissie ‘Installatievoorschriften, lage spanning’ (NEC 64) het ‘Platform NEN 1010’ opgericht.

Het toepassen van NEN 1010 betekent vaak ‘het vermoeden van overeenstemming’ met de Nederlandse wetgeving (Bouwbesluit), maar ook in andere contractuele overeenkomsten wordt de norm regelmatig gebruikt als bindende voorwaarde voor de uitrusting van de elektrische installatie. NEN 1010 is daardoor onmisbaar in de Nederlandse elektrotechnische installatiepraktijk.

Om verbeteringen aan te kunnen brengen in toekomstige edities van NEN 1010 en bijbehorende normproducten is normcommissie NEC 64 opzoek naar ervaringen met deze norm uit de dagelijkse beroepsuitoefening. Deze ervaringen kunnen straks gedeeld worden in bijeenkomsten van een klankbordgroep onder de naam ‘Platform NEN 1010’.

‘Platform NEN 1010’ biedt een professioneel netwerk en discussiemogelijkheid met collega-betrokkenen en specialisten. De gedeelde ervaringen worden gebruikt als input voor de nationale en internationale normontwikkelingen. Ook worden nieuwe ontwikkelingen op de voet gevolgd waardoor het voor de deelnemers mogelijk wordt om te anticiperen op wat gaat komen.

Het platform is bedoeld voor iedereen die:

  • beroepsmatig met elektrische installaties en NEN 1010 te maken heeft
  • in enige vorm keuzes maakt en daarmee verantwoordelijkheid draagt betreffende de veiligheid van elektrische installaties
  • daarover weleens vragen en bedenkingen heeft, en daarover wil praten met collega’s en deskundigen
  • de ontwikkelingen op dit vlak wil volgen om klaar te staan voor de toekomst

Van deelnemers wordt verwacht dat zij een actieve deelname hebben in discussies en de bepaling van te belichten onderwerpen. Voor de (minimaal) twee bijeenkomsten per jaar wordt een jaarlijkse bijdrage in de organisatiekosten van € 300,- ex. BTW in rekening gebracht. Een eerste kosteloze en vrijblijvende informatieve bijeenkomst staat gepland op donderdag 10 december 2015, van 10.00 – 14.00 uur bij NEN in Delft.

Voor meer informatie: www.nen.nl

Elektrotechnisch Nederland loopt weer voorop in Europa. NEN presenteerde vorige week tijdens de vakbeurs Elektrotechniek 2015 in de Jaarbeurs Utrecht een volledig nieuwe editie van de Nederlandse elektrotechnische norm NEN 1010. Deze is niet alleen aangepast aan de jongste internationale elektrotechnische eisen, waarover de afgelopen jaren binnen de Europese Unie overeenstemming is bereikt. Hij loopt daar zelfs op vooruit met aanvullende nationale eisen op het gebied van onder meer zonnestroominstallaties en laadinstallaties voor elektrische mobiliteit.

“Normen zijn voor ons heel belangrijk”, zegt voorzitter Titia Siertsema van brancheorganisatie Uneto-VNI, die de elektrotechnische sector in ons land verenigt. “Er komt zo ongelooflijk veel nieuwe technologie op ons af. Hoe gaan we die als elektrotechnische engineers en installateurs samen toepassen? Daar moet je met z’n allen als sector afspraken over maken, die worden vastgelegd in normen. Anders werkt het niet. NEN 1010 is van alle elektrotechnische normen voor ons de belangrijkste.”

De brancheorganisatie is zelf dan ook ruim vertegenwoordigd in verschillende normcommissies bij NEN en heeft een belangrijke bijdrage aan de inhoud van de nieuwe NEN 1010 geleverd. Dat werd benadrukt door directeur Willem Wolf van het Koninklijk Nederlands Elektrotechnisch Comité (NEC). Uit zijn handen ontving Siertsema het eerste deel van de nieuwe laagspanningsnorm.

De huidige NEN 1010 is acht jaar oud. Ook Willem Wolf ging bij de overhandiging in op de vele technologische veranderingen die in die periode op de samenleving afgekomen zijn. De Nederlandse norm dreigde hierdoor achterop te raken bij de ontwikkelingen in de rest van Europa. “Maar met de nieuwe laagspanningsnorm loopt Nederland weer helemaal voorop”, zo benadrukt ook hij. “Er staan zelfs tal van aanvullende specifiek Nederlandse eisen in op het gebied van onder meer zonnestroominstallaties en laadinstallaties voor elektrische auto’s.”

Wolf sprak veel dank uit voor de inspanningen van de vertegenwoordigers van de bedrijfstak in de normcommissie, die bij NEN verantwoordelijk is voor NEN 1010. Naast leden van brancheorganisatie Uneto-VNI zijn dat deskundigen van onder meer de energieleveranciers, netbeheerders, kennisinstituten en certificerende instellingen. Daarnaast zijn ook de leveranciers van de elektrotechnische componenten en materialen waaruit de installaties worden opgebouwd in de commissie vertegenwoordigd.

Naar verwachting van Wolf worden de belangrijkste delen van deze nieuwe NEN 1010 – net als de vigerende editie van de norm – per 1 juli 2016 weer via het Bouwbesluit bij wetgeving aangewezen. Maar de nieuwe norm mag ook nu al worden toegepast, omdat hij beter aansluit bij de huidige stand der techniek en de eisen van deze tijd.

De nieuwe elektrotechnische norm NEN 1010 bestaat in totaal uit ruim zevenhonderd pagina’s, verdeeld over zeven afzonderlijke delen. NEN publiceert hem ook in een digitale versie, waarin het snel en gemakkelijk zoeken is. Bovendien worden alle komende veranderingen daar direct in doorgevoerd, zodat hij altijd up-to-date blijft.

Zo’n tachtig procent van alle rubrieken in de nieuwe norm is veranderd. NEN 1010 bestaat nu voor meer dan negentig procent uit mondiale laagspanningseisen, waarover ook binnen de EU overeenstemming is bereikt. Plus een aantal specifiek Nederlandse aanvullingen. Dit brengt naast vele kleine veranderingen ook ingrijpende aanpassingen voor de elektrotechnische sector in ons land met zich mee. De meest ingrijpende daarvan heeft betrekking op de elektrotechniek in onder meer ziekenhuizen.

Voor meer informatie: www.nen.nl

Scholing is meer dan ooit belangrijk om bij te blijven in de elektrotechnische installatiewereld. Dat geldt zowel voor installateurs in loondienst als voor zzp’ers. Wie niet investeert in kennis, zal snel achterop raken. Elektrotechniek 2015 toont hoe je als (zelfstandig) installateur je eigen waarde op peil houdt. Het event vindt plaats van 29 september tot en met 2 oktober 2015 in de jaarbeurs in Utrecht.

Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf (OTIB) presenteert dit jaar op Elektrotechniek een aantal aanbieders van vernieuwende praktijkscholing. Dat gebeurt op het Loopbaanplein in hal 11, waar meerdere activiteiten plaatsvinden die vakmensen wegwijs maken hoe ze hun eigen waarde op peil houden met scholing. In hal 12 kunnen installateurs hun praktische vaardigheden en kennis over de nieuwe NEN 1010 norm testen bij de Elektrolympics. Tijdens Elektrotechniek 2015 is er dus veel aandacht voor het thema kennis.

Terecht, vindt Willem Ladiges van OTIB. “De scheiding tussen elektro en werktuigbouw wordt minder. Duurzame technieken zijn vaak vakgebied overschrijdend. Maar ook een bad met ingebouwde TV doet de grens tussen E en W vervagen. Internet of things, alles aan het internet, zal van vakmensen in onze branche ook kennis verlangen van internet en zaken als TCP/IP.” Hij geeft hiermee aan dat je als installateur niet alleen je kennis van het vakgebied elektrotechniek op niveau moet houden, maar dat ook kennis over aanpalende vakgebieden onontbeerlijk wordt.

Daarnaast is er nog een derde aspect dat aan belang wint. Klanten zijn veel beter geïnformeerd dan vroeger en worden mondiger. Hij ziet dat een groeiende groep installateurs daar proactief op reageert. “Je kunt niet meer volstaan met een apparaat of een installatie bij de klant neer te zetten. Je moet het gesprek aangaan met de klant en dan niet praten in techniek maar meedenken over wat de klant wil en over welke prestaties de techniek moet leveren. Dat vergt andere vaardigheden.” Hij heeft het dan vooral over de zogenaamde soft skills die naast vakkennis aan belang winnen. OTIB integreert die zoveel mogelijk in de technische cursussen.

OTIB richt zich als opleidings- en ontwikkelingsfonds, betaald vanuit een collectieve loonheffing, op werknemers en werkgevers in de installatiebranche. Daarmee dreigt een belangrijke groep buiten de boot te vallen. Weliswaar is het aantal zzp’ers in de installatiebranche minder groot dan in de bouw, deze groep is groeiende. Van de 4.500 leden die Uneto-VNI telt, zijn er zo’n 800 ingeschreven als ondernemer zonder personeel, een definitie die de branchevereniging liever gebruikt dan de term zzp’er. De branchevereniging ontplooit steeds meer activiteiten specifiek voor deze groep, maar een scholingsaanbod is er nog niet. Dat heeft te maken met de collectieve financiering via de CAO. Leo Rolf, die zich bij Uneto-VNI met werkgeverszaken bezighoudt, zegt: “Een zzp’er betaalt geen heffing en kan dus geen gebruik maken van het scholingsfonds. Dat is een landelijk probleem, net als de problematiek rond pensioenen en AOV-verzekeringen. Drie hot items omdat dit een nieuwe loot aan de stam is waar ons sociale stelsel niet op ingericht is.”

Judith van Heeswijk, adviseur Ontwikkeling, Scholing en Arbeidsmarkt bij Uneto-VNI, denkt dat veel van deze ondernemers zonder personeel zich wel bewust zijn van het belang van kennis. “Een bepaalde groep wil zich onderscheiden met producten en diensten of met een bepaald specialisme aan de slag gaan. Die groepen zullen zeker kennis verwerven.” Ook voor de anderen, die vaak de handjes leveren, is scholing echter onmisbaar. Daar begint juist de schoen te knellen, denkt Leo Rolf. Deze groep is minder op de langere termijn gericht, werkt klantgericht en wil altijd voor klanten klaar staan en zal minder snel zelf investeren in zichzelf. Een werkgroep van Uneto-VNI werkt momenteel aan een plan om het aanbod voor zelfstandigen zonder personeel op deze drie pijnpunten (scholing, pensioen en AOV) te verbeteren. De brancheorganisatie onderkent hiermee het steeds grotere belang van deze groep.

Toch denkt Willem Ladiges van OTIB dat noch de installatiebedrijven noch zelfstandige ondernemers achter kunnen blijven met investeren in hun kennisniveau. Alleen al niet wanneer je het puur bedrijfseconomisch bekijkt, een argument dat voor de hele sector opgaat. “De marges worden kleiner, de risico’s groter. Iemand hoeft maar één fout te maken, bijvoorbeeld een HR-ketel niet goed inregelen, en het systeem werkt al niet meer goed.” Bovendien wordt er steeds meer samengewerkt in de keten. Dat doen niet alleen bedrijven, juist ook de zzp’ers die voor bepaalde klussen partners zoeken om de opdracht gezamenlijk uit te voeren. Méér onderling afstemmen en leren van elkaar is de slag die de sector moet maken. De kosten daarvan kunnen makkelijk betaald worden uit de 10 procent faalkosten in de bouw. De praktijk die hij de laatste jaren ervaren heeft, is echter dat bedrijven juist minder investeren in scholing. “De spoeling is dunner, het vet is van de botten. Ze willen niet meer investeren. Tegelijk zie je de bedrijven die dit wel doen beter uit de crisis komen.”

Uneto-VNI organiseert op donderdag 1 oktober, als Elektrotechniek tot 21.00 uur geopend is, activiteiten die met name interessant zijn voor zelfstandige ondernemers zonder personeel en kleine installatiebedrijven. Zo schetst Ger Zwartendijk van Management Centrum de mogelijkheden van crowdfunding als financieringsinstrument voor investeringen. Beursbezoekers kunnen de lezing gratis bijwonen.

Elektrotechniek 2015 vindt plaats van 29 september tot en met 2 oktober in de Jaarbeurs in Utrecht. Meer informatie is te vinden via www.elektrotechniek-online.nl. Voor het laatste productnieuws, aanbiedingen en marktinformatie kan de professional ook terecht op www.elektrotechniek365.nl.

Soms is het efficiënter om binnen een gebied energie te besparen in plaats van voor elk gebouw apart. Met de EMG kan de invloed van zo’n collectieve actie worden verrekend in de energieprestatie van de aangesloten gebouwen. Hiervoor bestond sinds 2011 een ‘voornorm’. Deze is nu herzien en krijgt de status van een NEN-norm. Belanghebbenden kunnen tot 15 november 2015 commentaar indienen op het normontwerp. Daarna wordt NEN 7125 gepubliceerd.

NEN 7125 geeft termen, definities en de bepalingsmethode van de energieprestatie van maatregelen op gebiedsniveau, zoals: warmte- en koudenetten, biogasnetten, duurzaam gas via het landelijke gastransportnetwerk of duurzame elektriciteit via het landelijke elektriciteitstransport netwerk. NEN 7125 is een aanvulling op NEN 7120 waarin de bepalingsmethode voor de energieprestatie van een gebouw wordt omschreven.

De belangrijkste inhoudelijke aanpassingen ten opzichte van NVN 7125 zijn:
– aangepaste bepaling van de distributieverliezen voor warmte- en koudenetten;
– aangepaste waardering van warmtekrachtkoppeling zonder en met derving;
– toevoeging van de waardering van biobrandstoffen voor alle soorten warmte- of koude-opwekkers; – toevoeging van de waardering van biogasnetten;
– koppeling tussen specifieke gebruikers en nieuwe opwekkers in warmte- of koudenetten;
– toevoeging van de bepaling van de CO2-emissie

Deze norm is met name interessant voor partijen die zich bezighouden met energieprestatie. Belanghebbenden kunnen het normontwerp kosteloos inzien op www.normontwerpen.nen.nl en commentaar indienen tot 15 november 2015. Het ingediende commentaar wordt daarna door de normcommissie behandeld. Naar verwachting wordt de definitieve versie eind 2015 gepubliceerd.

Retera teamOp donderdag 26 juni heeft Retera Interieurwerken haar nieuwe zonnepanelen in gebruik genomen. De pv-installatie is geplaatst op het 4300 vierkante meter grote dak van het bedrijfspand aan de Run in Veldhoven. Om precies 14:00 werden de 1155 zonnepanelen geactiveerd door directeur-eigenaar Kees Retera. Bij de officiële ceremonie waren naast medewerkers van Retera Interieurwerken ook Edgar Linders (directeur LTC&C Installatiemanagement), Rik van Helmond (assistent projectmanager LTC&C Installatiemanagement) en Maarten van Heeswijk (Projectleider Van Hout) aanwezig.

Het project is in korte tijd gerealiseerd: het startsein voor de werkzaamheden werd eind mei gegeven. Gezien de omvang van het project en de voorwaarde dat de bedrijfsactiviteiten van Retera geen hinder zouden vinden, waren een goede planning en strak management essentieel. Tot groot genoegen van Kees Retera hadden LTC&C en Van Hout de zaken volledig onder controle: “De samenwerking tussen die twee partijen is zeer goed geweest, met een hoge mate van professionaliteit. Onze productie heeft geen enkele hinder ondervonden. De pv-installatie is bovendien uitmuntend opgeleverd. Wij hebben natuurlijk een scherp oog voor ambachtelijk werk: je kunt aan de afwerking zien dat hier echte vakmannen aan hebben gewerkt.”

Retera Interieurwerken is zowel FSC- als PEFC-gecertificeerd en heeft haar productie ondergebracht in een pand dat dankzij duurzame investeringen het energielabel A zal dragen. Dankzij de PV-installatie kan Retera Interieurwerken voorzien in haar eigen elektriciteitsbehoefte. “Dat geeft niet alleen een goed gevoel, maar draagt hopelijk ook bij aan het bewust omgaan met energie van onze medewerkers en opdrachtgevers”, aldus Kees Retera.

(Op de foto van links naar rechts: Maarten van Heeswijk, Rik van Helmond, Edgar Linders en Kees Retera.)

Voor meer informatie: www.retera.nl en http://www.van-hout.com/groene-sprong-voorwaarts-voor-retera/

Nexans VD BoxDe eenvoudigste ideeën blijken vaak de beste te zijn. Soms vergt optimalisatie geen nieuwe materialen maar kan men met bestaande ingrediënten een totaal nieuwe, succesvolle formule ontwerpen. De nieuwe VD box van Nexans is daarvan een voorbeeld.

Nexans levert Profwire® VD-draad nu ook in een gekleurde doosverpakking, de kleur van de doosverpakking is identiek aan de kleur van het VD-draad. Hierdoor ontstaat een gemakkelijke kleuridentificatie, ook op afstand. Niet langer een zoekplaatje in het magazijn, de winkel of de werkvloer dankzij de unieke gekleurde dozen. Bovendien is de VD box van Nexans uitgevoerd in speciaal extra stevig waterbestendig karton, gemakkelijk bij werkzaamheden in een vochtige omgeving of bij slecht weer. Door de lage wrijvingscoëfficiënt en innovatieve doosverpakking glijdt Profwire® VD-draad van Nexans beter door buizen en versnelt zo de intrekbaarheid.

Profwire® VD-draad in de nieuwe VD box is verkrijgbaar in 1,5 mm² zwart, 2,5 mm² blauw, 2,5 mm² bruin en 2,5 mm² groen/geel, in verpakkingen van 100 meter.

De nieuwe VD box is verkrijgbaar naast de reeds bestaande verpakkingsvormen van Nexans.

Voor meer informatie: www.nexans.nl/vdbox

De architectuur van de elektrotechnische installatie

Gepubliceerd op

Optimale afstemming tussen eindresultaat en techniek
De bouwwereld is volop in beweging. Althans, volgens de bouwrelevante media. Supply-chain beheersing, conceptontwikkelingen, integraal ontwerpen en realiseren zijn de buzz-words van deze tijd. De continue beschikbaarheid van juiste techniek en technologie is onmiskenbaar de constante aanwezige.

In vastgoedontwikkeling staat bij menig opdrachtgever de functionaliteit en exploitatie van een nieuw- of verbouwproject hoog op de agenda. Te vaak wordt daarin de installatiecomponent van de diverse elektrotechnische systemen onderschat. Aandacht voor bijvoorbeeld milieu- en energieaspecten wordt eerder toegerekend aan bouwkundige oplossingen. De eerste gedachten gaan zeker niet naar een optimale inzet van ICT of geïntegreerde duurzame energieopwekking. Vastgesteld kan worden dat met de architectuur van een gebouw gelijktijdig richting wordt gegeven aan de architectuur van de installatie.

Architectuur van de installatie

In de bouw- en installatiebranche is het gebruikelijk om vanuit de techniek te denken. Een conventionele NEN 1010 installatie voldoet aan minimale functionele eisen in een woning of gebouw. De wens van de eindgebruiker wordt vervolgens ingepast in de vooraf ontworpen installatie. Op deze wijze worden minimale uitgangspunten het maximaal haalbare.

Juist deze manier van denken belemmert innovatief toepassen van techniek. Kansen tot optimalisatie van de functionaliteit van een gebouw in relatie tot de exploitatie worden gemist. Om dit te voorkomen, is een omslag van 180 graden in denken nodig. De beleving die de eindgebruiker wenst in combinatie met zijn/haar eisen bepalen de keuze voor de elektrotechnische installatie. Dit kan resulteren in een conventionele NEN 1010 installatie in combinatie met diverse systeemoplossingen. Maar ook tot een vergaand geïntegreerde gebouwautomatisering op basis van bijvoorbeeld de wereldwijd erkende standaarden als KNX en IP.

Blauwdruk van integrale installaties

Een hedendaagse en toekomstgerichte installatie begint met het benoemen van de (toekomst)functie van het gebouw en de verblijfsruimten. Vervolgens wordt vastgesteld welke technologie daarin noodzakelijk moet zijn. Concreet kunt u dan denken aan verlichting, klimaatregeling, communicatiemiddelen, inbraak-/brandbeveiliging, toegangscontrole. Maar ook aan zaken als zonwering, deurafsluiting, facilitaire techniek, slim sanitair, etc. Wanneer die wensen en eisen technisch optimaal geïntegreerd zijn, ontstaat er een 1+1=3-synergie.

Integraal ontwerpen geeft u daadwerkelijk resultaat in efficiency en exploitatie. Dat resulteert in een – in allerlei opzichten – hoger rendement van uw investering.

Solar-WattNederlandse consumenten kiezen steeds vaker voor glas-glas-zonnepanelen, zo blijkt uit de verkoopcijfers van Solarwatt. Glas-glas-zonnepanelen vormen nu tachtig procent van het totaalaantal door Solarwatt verkochte panelen aan consumenten in Nederland, terwijl dat twee jaar geleden nog nul procent was. In de rest van de wereld is dit zo’n veertig procent.

De oudere typen zonnepanelen leveren niet meer voldoende op voor zonnepaneleneigenaren. Deze panelen met een plastic achterkant degraderen elk jaar, waardoor het totale vermogen van het zonne-energiesysteem jaarlijks terugloopt. Tegelijkertijd groeit de stroombehoefte: doordat er steeds meer apparatuur in huis komt, neemt het stroomverbruik van de consument elk jaar toe.

Erik de Leeuw, commercieel directeur van Solarwatt: “Bij de aanschaf is het belangrijker te letten op stabiliteit dan op initieel vermogen. Want over tien jaar haal je met dezelfde toepassingen – die meer gaan verbruiken, maar steeds minder leveren – niet meer voldoende opbrengst uit sommige panelen. Consumenten kiezen daarom steeds vaker voor de nieuwe-generatie zonnepanelen van glas-glas, omdat de degradatie van deze panelen vrijwel nihil is.”

Consumenten kiezen glas-glas-zonnepanelen ook om alvast in te spelen op de komst van thuisaccu’s. Het vermogen van zo’n accusysteem wordt bepaald op basis van het verwachte verbruik in een woning en het vermogen van de panelen. Huishoudens en bedrijven zullen steeds vaker kiezen voor een thuisaccu waarmee ze energie opslaan en die later gebruiken, omdat het terugleveren aan het net in de toekomst waarschijnlijk steeds minder oplevert.

Voor meer informatie: www.solarwatt.net

 

IMG-20150611-WA0000Doorgaans hier in de rubriek uitgelicht een stukje vakwerk wat door uw ‘w-collega’ is aangelegd. Deze keer kregen we echter een mooi stukje ‘e-vakwerk’ toegezonden dat we toch wel graag met u willen delen. Een erkende collega trof in het schuurtje van een mevrouw die onlangs weduwe was geworden, het ‘handy-werk’ van haar overleden echtgenoot aan. Als je goed kijkt zie je dat deze handige klusser een mooie lus heeft gemaakt van het linker bovenste  stopcontact naar het rechter. Waarschijnlijk had de man geen zin om gel te gebruiken om zijn haar in stekeltjes te krijgen, want hij hoefde enkel de rechter stekker eruit te halen en 230v deed verder de rest. Of dit een keuring heen komt is denk ik niet echt de vraag. De vraag is eerder: ‘hoe is de vrouw weduwe geworden,?

Ook een mooi stukje vakwerk dat wel een stukje verdieping kan gebruiken? Mail het naar redactie@merlijnplus.nl of twitter @redactie_IZ  en wie weet staat hij volgende week in de nieuwsbrief

Multimeter, spanningtester en stroomtangen 

Gepubliceerd op

Euro-Index Elektro LijnEuro-Index introduceert vier nieuwe meetinstrumenten van Elektro Lijn: de multimeter HT25N, de spanningstester HT100 en de stroomtangen F3000 en HT4013.
De HT25N is een compacte en handzame multimeter die tot 600 V gelijk- en wisselspanning kan meten en tot 10 A gelijkstroom.
De spanningstester HT100 is een AC TRMS vorktang met een bereik tot 200 AAC en is geschikt tot CAT IV 600 V/ CAT III 1.000 omgevingen. Door de open bek kan de tang ingezet worden op moeilijk bereikbare plaatsen en heeft een hold-functie als direct aflezen niet mogelijk is. Met de spanningsdetectie functie kan externe spanning draadloos gedetecteerd worden.
De F3000 is een professionele flexibele stroomtang die 3.000 A wisselstroom kan meten. Vanwege de flexibele tang, het display en de kabel waarmee tot 110 mm kan worden gemeten, is deze stroomtang uniek in zijn soort.
Tot slot de HT4013; deze stroomtang is ontworpen om zowel gelijk- als wisselstroom te meten tot 400 A en voldoet aan de veiligheidscategorie CAT III 600 V. De stroomtang heeft een ingebouwde voltdetectie die wisselspanning detecteert; dit wordt aangegeven met een rood lampje.

Voor meer informatie: www.euro-index.nl

Rexel is verheugd dat John Overes per 1 Juli 2015 is benoemd tot nieuwe  Directeur Inkoop van Rexel Nederland. Deze benoeming zal de organisatie van Rexel in Nederland verder versterken en verscherpen.

Het verder verbeteren van de klantgerichtheid en het verhogen van de effectiviteit van de organisatie zijn voor Rexel belangrijke speerpunten. Een integrale- en duurzame samenwerking met toeleveranciers is hierbij van cruciaal belang. Met het in dienst treden van John Overes verstevigt Rexel haar managementteam en kan het de business transformatie in Nederland, verder accelereren.

John Overes heeft al meer dan 30 jaar ervaring opgedaan in diverse leidinggevende functies binnen de groothandel industrie. John is de laatste jaren werkzaam geweest als Algemeen Directeur bij OSRAM Benelux. OSRAM is toonaangevend als aanbieder van totaaloplossingen binnen de verlichtingsindustrie en één van de marktleiders op het gebied van LED-technologie.

Algemeen Directeur Rexel Nederland, Martin Verdegaal, is verheugd dat John Overes leiding gaat geven aan de afdeling Inkoop van Rexel: “John heeft een bewezen staat van dienst als het gaat om het bouwen aan relaties en het verbeteren van de business. Daarnaast heeft hij veel ervaring opgebouwd als senior leidinggevende in de groothandel industrie. De belangrijke opdracht van Rexel, om de juiste partijen in de elektrotechnische branche te verbinden, om samen de toekomst te bouwen, krijgt met John in het team een nog sterkere invulling.”

John (58) begon zijn carrière in 1976 bij Technische Unie en heeft daar zowel op het gebied van sanitair, verwarming en elektrotechniek zijn ervaring opgedaan. Naast diversen andere activiteiten op het gebied van verkoop en logistiek heeft John Technische Unie verlaten als lid van het management team met de verantwoordelijkheid over Inkoop. In 2009 heeft hij de overstap gemaakt als CEO van Osram Benelux en heeft in beide bedrijven de gelegenheid gehad om zowel zijn inkoop/verkoop als managerskwaliteiten verder te kunnen ontwikkelen.

Voor meer informatie: www.rexel.nl