Chris Zijdeveld voorzag al in de jaren 70 Schiedam van energiezuinige en comfortabele huizen. Later was hij als adviseur betrokken bij vele vernieuwende projecten. Zijdeveld is niet alleen vertrouwd met overheidsbeleid en duurzaam ontwerpen, maar geeft ook advies over de toepassing van innovatieve producten.
In opdracht van Bouwend Nederland analyseert de Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra sinds 2016 alle openbare aanbestedingen op de mate van gunning op duurzaamheid. Dit onafhankelijke instituut adviseert opdrachtgevers en -nemers om de kwaliteit in aanbestedingen te vergroten. Uit de volledige analyse van 2018 blijkt onder meer dat in 73,1% van alle openbare aanbestedingen duurzaamheid geen rol speelt.
In de overige 26,9% werd wel gewerkt met duurzame gunningscriteria. Maar als er werd gegund op duurzaamheid telde dat in 58,4% van de gevallen voor 15% of minder mee in de gunning. “Ondanks dat de grote lijn teleurstellend is, ben ik blij dat er ook opdrachtgevers zijn die zich positief onderscheiden!”, zegt Helen Visser, Programmamanager Duurzaamheid bij Bouwend Nederland. Zij doelt daarmee onder andere op de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Amersfoort en Hollands Kroon. “Daarom zetten wij deze duurzaamheidsambassadeurs graag in het zonnetje, en hopen dat zij als voorbeeld dienen voor publieke opdrachtgevers die buiten deze lijst vallen.”
Achtergrond van analyse
Bouwend Nederland pleit al jaren voor meer kwaliteit in aanbestedingen, met meer aandacht voor duurzaamheid en niet alleen gunnen op laagste prijs. “Vanuit onze achterban horen we al geruime tijd dat duurzame innovaties vaak niet gerealiseerd worden, omdat hier binnen de aanbesteding geen ruimte voor is,” zegt Visser. “Ook horen we dat contracten met langjarig onderhoud en beheer steeds minder worden toegepast. Dergelijke contractvormen stimuleren juist het maken van doordachte duurzame keuzes, waarvan zowel opdrachtgevers en opdrachtnemers langjarig profiteren.”
In moderne verwarmings- en koelinstallaties worden zeer diverse materialen gebruikt; zowel metalen als kunststoffen, rubbers en gemengde samenstellingen. In combinatie met vaak kleine diameters zijn de systemen hierdoor gevoelig voor vervuiling. Deze vervuiling ontstaat door corrosieprocessen in de installatie. De nieuwe ISSO-publicatie 13 geeft richtlijnen voor de programma-, ontwerp- en uitwerkingsfase om corrosie en samenhangende vervuiling te voorkomen.
Schade door lekkage, vroegtijdige vervanging van componenten, vastzittende regelkleppen en comfortklachten; een greep uit de problemen die corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties kunnen veroorzaken. Andere problemen zijn bijvoorbeeld het ontzinken van messing componenten.
Lagere watertemperaturen De ISSO-publicatie ‘Aanbevelingen ter voorkoming van corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties’ bestaat al sinds 1983. Maar 40 jaar geleden werden cv-installaties aangelegd in staal en werd er op hoge temperaturen gestookt. Tegenwoordig bestaan installaties uit veel meer materialen en stoken we op lagere watertemperaturen (LTV). Daardoor was ISSO-publicatie 13 niet langer volledig en actueel. De nieuwe uitgave sluit weer aan bij de hedendaagse installatiepraktijk.
Storingen voorkomen door juiste waterkwaliteit De nieuwe ISSO-publicatie 13 bevat richtlijnen voor het ontwerp, de realisatie, en het onderhoud en beheer van een storingsvrije installatie. Het voorkomen van zuurstoftoetreding in de installatie is een essentiële factor om corrosie te voorkomen. Afhankelijk van de robuustheid van het systeem en de gebruikte materialen kan de gewenste waterkwaliteit worden bepaald. Verder zijn er aandachtspunten in opgenomen en stappenplannen die helpen bij het maken van keuzes.
Doelgroep
Deze ISSO-publicatie is voornamelijk bedoeld voor vakmensen die gesloten gekoeld- en warmwatersystemen ontwerpen en realiseren, zoals installatieadviseurs, ontwerpers en werkvoorbereiders. Aangezien het handboek ook gaat over de beheerfase, is Publicatie 13 zeer zeker ook van belang voor servicetechnici, waterbehandelaars en gebouwbeheerders.
Input van professionals Deze herziene uitgave is tot stand gekomen mede dankzij professionals. Zij zijn vertegenwoordigd in een groep crowdfunders, een ISSO-Kontaktgroep en een werkgroep. In de kontaktgroep zijn alle belanghebbenden vertegenwoordigd, van installateur, adviseur tot fabrikant en eindgebruiker. De kleinere werkgroep heeft het schrijfwerk en de redactie voor rekening genomen. De publicatie is beschikbaar via de ISSO-KennisBank.
Het hoofdgebouw van de Provincie Zuid-Holland in Den Haag wordt de komende jaren gerenoveerd en verduurzaamd. De verduurzaming en renovatie van techniek en bouw, inclusief 15 jaar onderhoud, is gegund aan hoofdaannemer Kuijpers, die met Kraaijvanger Architects, DGMR en Valstar Simonis een team heeft gevormd. Vandaag tekenden gedeputeerde Jeannette Baljeu en Aukje Kuypers (algemeen directeur Kuijpers) hiervoor de benodigde contracten.
“Vandaag hebben we samen met de hoofdaannemer Kuijpers de gunning van de renovatie en verduurzaming van ons hoofdgebouw officieel ondertekend. Als provincie staan we voor het behoud van dingen die goed zijn en geven we met deze renovatie het goede voorbeeld. Ik heb het vertrouwen dat we na de renovatie een mooi gebouw voor Provinciale Staten en medewerkers terug krijgen, waar we onze inwoners en partners weer mogen ontvangen”, aldus gedeputeerde Jeannette Baljeu.
Duurzaam en energieneutraal gebouw Het gebouw vraagt om modernisering en de renovatie moet leiden tot een energieneutraal gebouw. Daarmee geeft het project invulling aan de ambitie van de provincie om al haar gebouwen klimaatneutraal te maken. Het nieuwe ontwerp beoogt een meer logische indeling van het gebouw en een visuele verbinding van de Statenzaal met de stad Den Haag, middels een glazen gevel richting het Malieveld.
Breed pakket aan maatregelen De duurzame renovatie van het provinciehuis sluit aan bij bestaande beleidsdoelen rondom klimaat, zoals de Green Citydeal EnergieRijk Den Haag. Zo wordt de derde verdieping vervangen door een duurzame dakopbouw, welke natuurlijk licht het gebouw in filtert, maar direct zonlicht buiten houdt. Isolatie van de bestaande gevels en drievoudige beglazing helpen opwarming tegen te gaan en dragen bij aan vermindering van de koellast. Daarnaast zorgen zonnepanelen op het dak, in combinatie met energieopslag in de bodem (WKO) ervoor dat de gebouwgebonden energie duurzaam en lokaal wordt opgewekt. Verder worden materialen zo veel als mogelijk hergebruikt en eventuele nieuwe materialen hebben een verantwoorde (circulaire) herkomst.
Planning Het casco ontwerp wordt het komende jaar uitgewerkt, waarbij ook het interieurontwerp wordt geïntegreerd. De renovatie zal na de zomer 2019 starten en wordt begin 2022 afgerond. Naast het ontwerp voor het hoofdgebouw van het provinciehuis stelt Kuijpers de komende periode ook een Masterplan voor de verduurzaming van de overige vier panden van het complex op en voert zij minimaal vier jaar lang het onderhoud aan deze panden uit.
Integrale aanpak verduurzamen vastgoed Ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie en de sterke behoefte vanuit de markt om te verduurzamen, vragen om een integrale aanpak. Met zijn technische kennis en kunde speelt Kuijpers vandaag al een grote rol bij het bieden van een oplossing voor deze verduurzamingsvraagstukken. Door het in huis halen van bouwkundige kennis en het integraal ontwikkelen van zijn duurzaamheidspropositie, maakt Kuijpers zijn dienstverlening compleet. Het bedrijf zet hiermee actief in op het integraal verduurzamen van bestaand vastgoed door techniek en ook bouw voortaan integraal aan te bieden. Hierbij is Kuijpers als contractpartner het aanspreekpunt voor de totale verduurzaming. Deze keuze is een logische stap voor opdrachtgevers om vanuit de energieprestatie en omgevingsbeleving, de benodigde versnelling in de energietransitie mogelijk te maken.
Bij de bouw van zeer energiezuinige woningen vormt de kostenpost nog vaak een belangrijke drempel. Het systeem van House Energy Optimum (HEO) stelt corporaties, ontwikkelaars en bouwers in staat energiezuinige nieuwbouwwoningen tegen lagere kosten te ontwerpen en te bouwen. HEO is het resultaat van een strategische samenwerking van ATAG Verwarming, Duco Ventilation & Sun Control, Jaga, Kingspan Insulation, Kingspan Unidek en Ubbink.
Met een praktijkberekening kunt u exact zien wat u kunt besparen. Op basis van uw schets- of voorlopig ontwerp worden nieuw te bouwen woningen met HEO geengineerd. Uitgangspunt is het bereiken van het optimum tussen bouwkundige en installatietechnische maatregelen. Daardoor worden energieprestatie, comfort en een gezond binnenklimaat geborgd. De energieprestatie is bovendien verzekerbaar en dat is uniek in Nederland.
Isolatie en installatie Meestal wordt de verplichting om aardgasloos te bouwen als boosdoener van de hoge bouwkosten aangewezen. Dit is slechts ten dele waar. Hoe energiezuiniger de woning, des te meer technieken er aan te pas komen. Daarmee wordt het proces complexer voor ontwikkelaars, architecten, adviseurs en bouwers. Energiezuinige installaties komen echter alleen optimaal tot hun recht in een goed ontworpen en gebouwde woning met een hoogwaardige buitenschil. Dit ontwerpproces moet integraal worden benaderd. In de praktijk zien we dat dit vaak gesegmenteerd plaatsvindt. Woningen worden meermaals herontworpen. Hierdoor nemen de kosten toe en zijn de prestaties vaak slechter dan beoogd.
Substantiële kostenreductie Om de kosten te beheersen en de kwaliteit te waarborgen werkt HEO volgens het principe van pre-engineering. Hiermee is 85 procent van het technische voorwerk al verricht. De resterende 15 procent wordt projectspecifiek ingevuld op basis van de eisen en wensen van de opdrachtgever en de architect. Deze integrale benadering zorgt voor een betere ontwerp- en bouwkwaliteit en een proces dat sneller verloopt dan normaal. Het resultaat is een betere woning met verzekerbare prestatiegarantie en lagere ontwerp- en bouwkosten. De besparing kan oplopen tot meer dan 10 procent van de stichtingskosten.
Ontwerpvrijheid en verzekerbaarheid HEO richt zich op grondgebonden nieuwbouwwoningen. Het systeem kan worden ingepast in volledige systeembouw, maar ook in stapelbouw of gietbouw. Bij de pre-engineering is uitgegaan van een voorbeeldwoning, zoals die vandaag de dag gebouwd wordt. De architect heeft zelf de vrijheid om een ontwerp te maken. HEO helpt de architect vervolgens om het HEO-concept in te passen en de prestaties te borgen. Er zijn in drie energieambities om uit te kiezen: EPC 0,4, BENG en Nul op de Meter. Corporaties die op dit moment met een bescheiden portemonnee ontwikkelen, kunnen op een later moment woningen upgraden zonder kostbare aanpassingen te verrichten. De energieprestatie van de woningen in alle drie de energieambities zijn verzekerbaar.
Het HEO-rekenvoorbeeld kunt u downloaden op www.bouwheo.nl
De warmtesector in Nederland staat door de energietransitie in het middelpunt van de belangstelling. Een warmtenet kan immers een uitstekend alternatief zijn in een toekomst zonder aardgas. Dat betekent wel dat de sector méér moet doen. Openheid verschaffen. Naar buiten treden. Werken aan klantgerichtheid. Dat was de rode draad tijdens de Jaarbijeenkomst van de Stichting Warmtenetwerk, recentelijk in Utrecht. De sector pakt die handschoen op.
Warmtebedrijven stonden tot voor kort in een relatief onopvallende hoek van het energiespeelveld. Ze zorgden voor betrouwbare levering van bijvoorbeeld stadsverwarming, en werden vooral gekend als technische experts. Hoogstens kwamen ze ongemakkelijk in het nieuws als via de media vragen werden gesteld over al of niet vermeende monopolieposities, onduidelijke kosten en hoge tarieven. Dat er argwaan is, is niet te ontkennen. Het imago van de sector kan soms nog wel enige verbetering gebruiken.
Belangrijke rol Door de energietransitie kan alles anders worden. In het Klimaatakkoord is een belangrijke rol voor warmtenetten weggelegd. Gemeenten ontwikkelen nu warmtevisies, waarin warmtenetwerken vaak een belangrijke rol spelen. Veelzeggend is dat veel mensen tegenwoordig hun energiebedrijf bellen met vragen als: “Heeft het wel zin om een nieuwe cv-ketel te nemen als ik straks een aansluiting krijg op een warmtenet? En wanneer gaan ze in mijn gemeente eigenlijk met de aanleg van zo’n net beginnen?”
Verduurzaming warmtebronnen Deelnemers aan de Jaarbijeenkomst in Utrecht vonden elkaar in de wens om te werken aan de verbetering van het maatschappelijk draagvlak, aan duidelijkheid over de kosten en tarieven, aan verduurzaming van de warmtebronnen en aan haalbare verdienmodellen. De steun van een invloedrijke club als Natuur & Milieu is er al: namens Wilma Berends schaarde deze organisatie zich achter de sector, onder de vlag ‘Geef warmte de leiding’. Natuur & Milieu heeft een warmtepact opgesteld waarbij de grote warmtebedrijven Nuon/Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk zich al hebben aangesloten. De ondertekening is half juli.
Draagvlak warmtenetten Erik Stronk (CEO warmtebedrijf Ennatuurlijk, dagvoorzitter) doet een oproep om de vaart erin te houden. “Laten we als sector beter samenwerken. Laten we voortbouwen op wat er is en vooral werken aan goed draagvlak.” Positieve ervaringen met warmtenetwerken in Scandinavië laten volgens hem zien dat het maatschappelijk draagvlak voor warmtenetten sterk kan zijn – ook in Nederland.
De themadag ‘Vol gas voor gasloos: FEIT of FICTIE?’ van ventilatiefabrikant Duco is vorige week woensdag uitgedraaid op een recordeditie. Niet minder dan 250 professionals kwamen tijdens de themadag met elkaar in contact om de vastgoedwereld van morgen te vormen. De complete Nederlandse woningvoorraad moet van het gas af. Een forse opgave waarvoor samenwerking en kennisdeling essentieel zijn.
Helga van Leur gaf de aftrap van de themadag. Aan de hand van praktische tips bracht Helga het publiek bij hoe je duurzaamheid in gebouwen bewerkstelligt. Vooruitdenken is belangrijk. We willen allemaal veilig zijn en overleven. Dus moeten we zorgen dat de aarde voor toekomstige generaties behouden blijft. Geen “ja maar” meer, maar “oké, hoe dan?” Helga vertelde het publiek ook over omdenken: het denken in termen van kansen en niet van problemen.
Duurzaam verwarmen Warmte adviseur Rob Verbrugge had het over het comfort van laagtemperatuur-vloerverwarming. Volgens Rob gaat de sector er gemakshalve vanuit dat we weten wat consumenten comfortabel vinden. Met de verbeterde isolatie is de warmtelast van de woningen lager en zou dus eigenlijk ook met een kleiner vermogen verwarmd kunnen worden. LT-vloerverwarming zal een nieuwe dimensie moeten gaan realiseren. Wellicht moet vloerverwarming kantelen naar wandverwarming, moet de traagheid die de vloermassa veroorzaakt worden weggenomen of zullen er combinaties van deels vloer en deels andere afgiftesystemen moeten ontstaan.
Warmtepompen Als laatste nam Joy den Hartog, technisch-commercieel adviseur bij Duco, het woord. Den Hartog stelde dat de woningbouw gaat en moet veranderen. Op korte termijn gaan de BENG-eisen gelden; op langere termijn ligt er de eis van energieneutraal bouwen. Ondertussen spelen nog discussies als #VanGasLos en de kwaliteit van de binnenlucht. Al die ontwikkelingen gaan onherroepelijk leiden tot veranderingen in de woningbouw, waarbij zwaar wordt ingezet op nieuwe technieken zoals duurzame warmtepompen.
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingestemd met een wijziging van het Bouwbesluit over energiezuinige nieuwbouweisen. Met deze wijziging moeten vanaf 1 juli 2020 alle nieuw te bouwen gebouwen voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw eisen (BENG). Daarmee worden strengere eisen gesteld om zo het energiegebruik te verlagen. “De installateur krijgt eindelijk grip op het verhaal.”
Gebouwen spelen een belangrijke rol in het Europese energiebeleid vanwege hun grote bijdrage aan het energiegebruik en de daarmee gepaard gaande CO₂ emissies. In Nederland worden nog 1 miljoen woningen bijgebouwd. Met de nieuwe BENG-eisen wordt in Nederland een belangrijke stap gezet om het energiegebruik van woningen en gebouwen te beperken.
Internetconsultatie De strengere eisen hebben grote consequenties voor ontwikkelaars, architecten en bouwers en vragen om een zorgvuldige invoering. De minister heeft dan ook goed naar de adviezen geluisterd die kwamen uit de internetconsultatie. De reacties op de nieuwe BENG-eisen waren divers. Duidelijk was wel dat de BENG 1 eis, de maximale energiebehoefte van een gebouw, scherper mocht. Ollongren: ‘Ik heb deze eis aangescherpt. De BENG 1 eis voor de meeste tussenwoningen gaat hiermee van 70 kWh/m².jr naar 55kWh/m².jr. Van belang is dat de nieuwe gebouwen zo energiezuinig mogelijk zijn, zodat er niet onnodig energie wordt gebruikt.’
Correctie Deze differentiatie – waar de Tweede Kamer ook op heeft aangedrongen - leidt verder tot een aanscherping van de eis voor de meeste woongebouwen, voor een deel van hoekwoningen en twee-onder-een-kapwoningen en voor een beperkt deel van de vrijstaande woningen. In de internetconsultatie was verder aangegeven dat lichte bouwwijzen (zoals hout- en skeletbouwwoningen) onnodig worden benadeeld, terwijl op bouwmaterialenniveau de daarbij gebruikte materialen juist goed her te gebruiken zijn. Hieraan is tegemoetgekomen doordat de BENG 1 eis voor lichte bouwmaterialen wordt gecorrigeerd met 5 kWh/m².jr.
De BENG-eisen nu per 1 juli 2020 Partijen hebben via de internetconsultatie aangegeven dat de inwerkingtreding de BENG-eisen minimaal zes maanden na het beschikbaar komen van de noodzakelijke uitgeteste rekensoftware zijn ingang moet vinden, op zijn vroegst per 1 juli 2020. Het is van belang dat de markt zich goed kan voorbereiden op deze nieuwe bouweisen, daarom is de inwerkingtreding zes maanden later.
Gezond binnenklimaat De minister ziet ook het belang van extra aandacht voor wooncomfort en een gezond binnenklimaat. In zeer goed geïsoleerde woningen is een gezond binnenklimaat in grote mate afhankelijk van de voorzieningen voor luchtverversing in gebouwen. Veel bewoners hebben de neiging om bij tocht de ventilatieopeningen af te sluiten, waardoor er voor de gezondheid nadelige situatie kan ontstaan. Om dit te voorkomen is er een maximum gesteld aan luchtsnelheid van verse (koude) ventilatielucht in gebouwen, zodat er geen tochtoverlast wordt ervaren.
Wat verandert er? De nieuwe BENG eisen vervangen de EPC, de huidige eis voor nieuwbouw. De BENG eisen geven meer waarborgen dat een gebouw energiezuinig wordt ontworpen dan de EPC. Bij de EPC zou bijvoorbeeld een matige isolatie van de gebouwschil in een gebouw kunnen worden gezet, waarbij de EPC-eis kan worden gehaald door de energieverliezen te compenseren met zonnepanelen. De EPC-eis houdt namelijk geen rekening met het energieverlies van de woning door de gebouwnorm. Door de invoering van BENG-eisen kan dit niet meer, omdat BENG wel zelfstandige eisen stelt aan de schil van een gebouw en aan het aandeel hernieuwbare energie.
Blij Carl-peter Goossen is mededirecteur van adviseur BouwNext. Daarnaast zat hij in een werkgroep die de NTA 8800 opstelde, een rekenmethode om de energieprestatie van gebouwen vast te stellen. Goossen is in zijn nopjes met de nieuwe invulling van de BENG-eisen. “Met deze eisen worden bouwers en installateurs gestimuleerd om integrale oplossingen te zoeken. De bouwer levert als het ware het framework voor een energiezuinig gebouw, bijvoorbeeld door goede isolatie aan te brengen en de juiste beglazing en kozijnen toe te passen. En de installateur zorgt vervolgens voor de verdere invulling met bijvoorbeeld warmtepompen, balansventilatie en andere duurzame installatietechnische oplossingen.”
Rekenen Bovendien krijgt de installateur meer grip op het hele verhaal, aldus Goossen. “Als de concepteisen waren goedgekeurd, zou een installateur met een kanon op een mug gaan schieten. Met de vernieuwde eisen kan hij echter wel heel gericht berekenen hoe groot hij bijvoorbeeld de warmtepomp moet dimensioneren. Dat zal resulteren in lagere faalkosten voor de installateur en meer comfort plus een energiezuinigere woning voor de consument.”
Kantelen, noemen ze het in vakjargon. Nederland staat aan de vooravond van een aardverschuiving. Iedereen weet dat de energietransitie onomkeerbaar is, maar vooralsnog aarzelt de consument om en masse over te stappen op duurzame oplossingen. Waarom?
DGMR Software en Earth Energie Advies bundelen hun kennis, kunde en ontwikkelcapaciteit om nieuwe BENG-rekensoftware te ontwikkelen. Ze komen voor januari 2020 gezamenlijk op de markt met het nieuwe product Uniec 3.
De NTA 8800 is een complexe norm om software voor te ontwikkelen. Tel hierbij op de ingangsdatum van 1 januari 2020 die de overheid hanteert. Deze twee factoren zorgen voor een grote tijdsdruk op de ontwikkeling van software. DGMR Software focuste zich sinds de zomer op BENGcalc als opvolger van ENORM. Vanaf nu steken beide partijen hun energie in de ontwikkeling van Uniec 3.
DGMR Software en Earth Energie Advies integreren hun ideeën in Uniec 3, zodat ze optimaal gebruiksgemak kunnen realiseren. Ook richten ze een deskundige helpdesk in om gebruikers te assisteren. Om bij de overgang naar NTA 8800 te leren werken met Uniec 3 presenteren de partners een praktisch cursusaanbod.
In het najaar van 2019 lanceren de twee softwareontwikkelaars de eerste versie van Uniec 3. De voortgang in de ontwikkeling is te volgen op de Uniec 3-site.
Om voor iedere toepassing een oplossing te kunnen bieden produceert Soler & Palau meer dan 400 verschillende modellen dakventilatoren. Ter uitbreiding van het programma heeft S&P extreem compacte dakventilatoren aan haar pakket toegevoegd.
De nieuwe TPSB Ecowatt gelijkstroom ventilatoren zijn beschikbaar voor capaciteiten van 400 tot 1.400 m3/h. De beschikbare voetmaten zijn 300x300 en 435x435 mm, waardoor deze ventilatoren in veel gevallen op bestaande dakopstanden passen.
De aansluitdoos is voorzien van een ingebouwde werkschakelaar, en inwendig is een potmeter voorzien waarmee het toerental kan worden ingesteld. Een afstandsbediening is dus niet nodig. Ook kan, indien gewenst, eenvoudig met een extern 0-10V signaal het toerental worden bepaald. Vanzelfsprekend zijn alle gebruikelijke toebehoren beschikbaar, zoals (geluiddempende) dakopstand, dakopstand voor schuine daken en een terugslagklep. Uit voorraad leverbaar.
Wie nu in de installatiebranche aan de slag gaat, kan goud verdienen. Zo vertelden recruiters eerder dit jaar aan Installatienet dat een beginnend installateur al snel hetzelfde loon krijgt als een beginnend advocaat. Van alle kanten in de branche worden initiatieven op poten gezet om het probleem de wereld uit te helpen. Tegelijkertijd moet er ook meer gebouwd worden. Maar op dat gebied valt er soms een zekere dubbelzinnigheid te bespeuren, zegt Chris Heerius, directeur van Jaga Konvektco. “Soms krijg ik het idee dat het bouwvolume bewust niet wordt opgeschroefd.”
Chris Heerius staat bekend als een eigenzinnige directeur. Samen met mede directeur Bert Kriekels liet hij Jaga Konvecto uitgroeien tot een internationaal opererend bedrijf, dat onder andere betrokken is bij projecten in de VS, China en Canada. Waar Jaga vroeger vooral bekendheid genoot als specialist op het gebied van verwarmingstechniek, is het palet aan diensten de afgelopen jaren danig uitgebreid. Tegenwoordig levert Jaga ook oplossingen voor koeling en ventilatie. Zo werd recentelijk nog de Strada Hybrid gelanceerd (zie links), een radiator die zowel energiezuinig kan verwarmen, koelen als ventileren.
Oplossingen van Jaga zijn zowel in de woningbouw als utiliteit terug te vinden. Zo is onder andere het duurzaamste kantoor ter wereld, The Edge in Amsterdam, voorzien van hun radiatoren. Door zijn betrokkenheid bij de meest uiteenlopende projecten, heeft Heerius door de jaren heen een groot netwerk opgebouwd in de installatiebranche. De laatste tijd hoort hij keer op keer dezelfde geluiden: ‘We willen Nederland in rap tempo verduurzamen, maar waar halen we de vakmensen vandaan?’.
“Je hoort het van alle kanten; er is een schreeuwend gebrek aan goed opgeleid personeel. Ouders zijn terughoudend om hun kinderen naar het technisch onderwijs te sturen. Ik denk dat er meer grootscheepse campagnes nodig zijn om te laten zien dat er volop mogelijkheden zijn in de installatiebranche. Daarnaast moet het beroep beter gewaardeerd worden. Er zijn al initiatieven opgestart om de instroom weer op peil te krijgen, zoals het opleiden van vluchtelingen, prima idee, maar er is meer nodig.”
“En dan het bouwvolume, misschien is de markt ook wel gebaat bij een zekere schaarste, want dan gaan de prijzen omhoog. Ik ben ervan overtuigd dat als we het echt willen, we het bouwvolume wel kunnen opschroeven. Bijvoorbeeld door meer te gaan prefabben, Plug & Play oplossingen te leveren en uiteraard door robotisering.”
Jaga zelf probeert in ieder geval al haar steentje bij te dragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen en het opvangen van het tekort aan vakmensen. Onder andere door duurzame systemen op de markt te brengen en continu aandacht te besteden aan installatiegemak. “We zetten vol in op Plug & Play oplossingen om de montagetijd te verkorten. Daarnaast laten we altijd een eigen specialist meegaan als een installateur voor de eerste keer een Jaga-systeem installeert. Zo voorkom je fouten en kostbaar tijdsverlies.”
Door forse investeringen in woningverbetering zijn woningcorporaties hard op weg om gemiddeld energielabel B in 2021 te bereiken. Dat blijkt uit het benchmarkonderzoek van branchevereniging Aedes. Investeringen specifiek gericht op het verminderen van energieverbruik zijn gestegen met 268 miljoen euro naar 720 miljoen euro in totaal. Daarbovenop verbeterden corporaties ook de duurzaamheid van woningen bij planmatig onderhoud.
Woningcorporaties plaatsten zonnepanelen op 36.000 woningen, vergelijkbaar met het oppervlak van 50 voetbalvelden. En sloten 26.000 huizen aan op warmtenetten. De zogeheten Energie-Index daalde dankzij dit soort maatregelen opnieuw, naar 1,65. De ambitie uit de Aedes-Woonagenda, om in 2021 sectorbreed uit te komen op gemiddeld energielabel B (Energie-Index 1,40), ligt daarmee binnen handbereik.
Het is de vijfde keer dat Aedes dit jaarlijkse benchmarkonderzoek doet. Maar liefst 90 procent van de woningcorporaties (291) deed mee. Zij vertegenwoordigen 98 procent van alle corporatiewoningen.
Vandaag is tijdens Smart Homes & Intelligent Buildings een presentatie gehouden door VORM over het project BOLD in Amsterdam.
In BOLD zijn 4 spraakmakende innovaties toegepast:
Klimaat-/energiesysteem met zonnepanelen op dak en gevel, 47 bronnen van 300 m diepte en warmtepompen per appartement (EPC= – 0,1209).
Domotica-aspecten met Digitalstrom
PowerWindow, elektriciteit via glas
Invulling bijzondere collectieve ruimten in het gebouw (3 hotelkamers, Fitnessruimte met sauna, Film-feestruimte, geconditioneerde wijnkelders) te beheren door VVE
Itho Daalderop leverde de onderdelen van het klimaatsysteem (warmtepompen en ventilatie). De exploitatie en energieprestatiegarantie gebeurt via Klimaatgarant/NEXT NRG. Voor meer informatie over dit project: https://vorm.nl/bold
HermanDeGroot heeft een afstudeeronderzoek van de Haagse Hogeschool te Delft afgerond, waarin is onderzocht hoe een bestaand Nederlands dierenpark kan worden verduurzaamd. Een dierenpark kent over het algemeen veel (verouderde) gebouwen, waardoor een hoog verbruik aanwezig is om de klimaatcondities van de verschillende (dier-)verblijven te reguleren. In Nederland is de gebouwde omgeving voor 40% verantwoordelijk voor de gehele CO2 uitstoot. Daarbij is een hoge dichtheid per m2 aan dierentuinen en dierenparken aanwezig. Het verduurzamen van een dierentuin is dus een belangrijke factor om het energieverbruik en de CO2 uitstoot in ons land verder omlaag te brengen.
Het onderzoek heeft zich gericht op de energievoorziening en duurzame bronnen. Maar ook elementen zoals dierenwelzijn, gezondheid, hergebruik/circulariteit en educatie zijn belangrijke factoren in dit onderzoek.
In eerste instantie lijkt het realiseren van een individuele oplossing voor ieder verblijf in het dierenpark een logische oplossing, ook al omdat ieder verblijf een uniek gebruiksprofiel en energievraag heeft. Duurzame energiebronnen zouden dus pér individueel verblijf moeten worden gerealiseerd. Maar er zijn onvoldoende ruimte en bronnen beschikbaar om een dergelijke grote hoeveelheid aan energie lokaal op te wekken en te distribueren. Hiermee ontbreekt ook uitwisseling van verschillende energiestromen van energie.
Een centrale oplossing is dus noodzakelijk, waarbij een dierenpark als één complex wordt gezien en er ruimte is voor samenwerking en uitwisseling tussen verschillende elementen. Door (rest-)stromen van energie lokaal op te wekken, uit te wisselen en op te slaan, is het mogelijk om een energie neutrale dierentuin te realiseren.
Kortom, zo concludeert het onderzoek, een dierentuin moet worden gezien als gebiedsontwikkeling, waarbij noodzakelijke ‘synergie’ als belangrijkste voorwaarden geldt.
Met de recente ontwikkeling zoals het gasloos bouwen (nieuwbouw) en Gemeenten die streven naar energieneutrale (gasloze) wijken, zal de inzet van Warmtepompen de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen. Langzaam maar zeker gaat de warmtepomp de CV-ketel uit de markt verdringen.
Het Nederlands Platform Warmtepompen (NPW) ondersteunt dit proces door samen met partners het Nederlands Warmtepomp Congres 2018 te organiseren. Tijdens het congres zullen de diverse facetten rond het toepassen van Warmtepompen in de woningbouw (zowel nieuwbouw als bestaande bouw) nader worden belicht.
Het congres start met de Uitreiking van de UNETO-VNI Innovatie Award. Vervolgens zal prof. Dr. Ir. Anke van Hal een presentatie verzorgen, gevolgd door drie rondes met elk tien parallelsessies. Hierbij is gekozen voor een breed scala van onderwerpen rond de ‘Warmtepomp’, zodat er voor iedereen wat wils is. Het programma wordt afgesloten met een paneldiscussie onder leiding van dagvoorzitter Frank Agterberg, waarbij ook de deelnemers in de zaal zullen worden betrokken.
Datum: 10 oktober 2018
Locatie: Congrescentrum 1931, bij de Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch
Tijden: 12.15 – 19.00 uur www.nederlandswarmtepompcongres.nl
Het congres is gelijktijdig met de Vakbeurs Energie die op 9, 10 & 11 oktober 2018 plaatsvindt in de Brabanthallen te ‘s-Hertogenbosch. Congrescentrum 1931 bevindt zich naast de Brabanthallen. Combineer zo mogelijk uw Congresbezoek met een beursbezoek. Bij inschrijving voor het Warmtepompcongres ontvangt u automatisch een gratis toegangskaart voor de Vakbeurs Energie.
Vandaag presenteren de twee belangrijkste planbureaus van Nederland een analyse van de plannen voor het klimaatakkoord. In het rapport rekenen de bureaus voor wat de klimaatplannen mogelijk opleveren én wat ze kunnen gaan kosten. IZ sprak met een duurzaamheidsexpert van het eerste uur, die inmiddels zowel zijn sporen bij de energie- als watertransitie heeft verdiend.
Het AD nam gisteren al een voorschot op de publicatie van het rapport. Uit een rondgang langs verschillende betrokken partijen, zoals Uneto-VNI en Bouwend Nederland bleek al direct hoe belangrijk financiering is om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te gaan behalen.
Het Klimaatakkoord staat nu nog in de steigers, eind 2019 moet er een definitieve versie op tafel liggen. De teneur is al duidelijk. Het uiteindelijke plan is om in alle huizen en gebouwen de gaskraan dicht te draaien. De belasting op gas zou daartoe de komende jaren fors omhoog moeten gaan, om zo huiseigenaren te stimuleren hun huizen beter te isoleren en een elektrische warmtepomp aan te schaffen.
Johan Bel volgt de ontwikkelingen op de voet. Hij was jarenlang mede-eigenaar van Mijn Energiefabriek, een groothandel voor zonne-energiesystemen. Nu de energietransitie in volle gang is, heeft hij zich alweer op de volgende ‘revolutie’ gestort. Volgens Bel wordt het namelijk tijd om ook onze watercyclus te gaan verduurzamen.
“Ik vind het positief dat de regering eindelijk de regel- en wetgeving wil aanpassen om zo de energetische verduurzaming van onze gebouwde omgeving te stimuleren. Maar ze zijn wel rijkelijk laat. De energietransitie is al een jaar of 10 op gang. En voor de watertransitie hebben ze nog helemaal geen oog. Daarnaast mis ik in de huidige plannen een duidelijk onderscheid tussen een aanpak voor de bestaande bouw en de nieuwbouw. In de nieuwbouw kan je met regelgeving betrekkelijk makkelijk de gewenste verduurzaming afdwingen. De bestaande bouw is een compleet ander verhaal. Hoe ga je daar mensen verleiden om te investeren in bijvoorbeeld pv-panelen, warmtepompen en isolatie?”
“Het grote probleem is de financiering”, weet Bel uit ervaring. “Maximaal 10% van de Nederlandse bevolking verduurzaamt zijn woning uit overtuiging. De rest moet je toch echt over de brug zien te krijgen met financiële prikkels. Als je ziet welke bedragen er nu nog moeten worden neergeteld om een woning compleet te verduurzamen – dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s – dan snap je wel dat veel woningeigenaren ertegenaan hikken. Je moet de mogelijkheden om eenvoudig en onder aantrekkelijke voorwaarden te kunnen lenen, zien te verruimen met als basis de lagere exploitatiekosten van de woning die gerealiseerd gaan worden. Dat zal een enorme impuls geven.”
“Daarnaast moet natuurlijk de kostprijs van allerlei duurzame oplossingen omlaag door schaalvergroting. En ik denk dat het Energielabel een grotere rol moet gaan spelen bij de waardebepaling tijdens de verkoop van een woning. Ook dat zal een stimulans vormen om te investeren in de verduurzaming van bestaande woningen.”
Bel vindt het uiteindelijke doel van het Klimaatakkoord om in 2050 CO2-neutraal zijn “ambitieus, maar noodzakelijk. Ik sta er helemaal achter om duidelijke doelen te stellen, maar vraag me af of de praktijk niet wat weerbarstiger zal zijn. Behalve een pakket aan maatregelen, zal er constant aan de kar moeten worden getrokken om ook daadwerkelijk die verduurzaming te realiseren.”
De duurzaamheidsexpert maant de installatiebranche om niet lijdzaam te gaan afwachten tot de regering en de andere stakeholders hun zaakjes rond hebben. “Een brancheorganisatie als Uneto-VNI kan ook zelf het voortouw nemen, door samen met banken om de tafel te gaan zitten en aantrekkelijke financieringsproducten op de markt gaan brengen. En ook voor grote installateurs zie ik een rol weggelegd. Zij kunnen lease-modellen ontwikkelen en dan ‘Energy as a service’ gaan aanbieden aan woningbezitters. Bovendien zie ik ze als de voorhoede van de branche. Grote installateurs hebben de capaciteit om mensen voortdurend bij te scholen in duurzame technieken en hun klanten te bewerken die technieken te gaan omarmen. En de kleine installateur, tja, ik weet dat die het al razend druk heeft en de grootst mogelijke moeite moet doen om alle ontwikkelingen bij te benen. Laat hun gewoon volgen in het kielzog van de grote installateurs.”
Alklima heeft gelijkwaardigheidsverklaringen van Kiwa ontvangen voor verschillende Mitsubishi Electric warmtepomp-systemen. De verklaringen zijn van belang bij de EPC-berekening van nieuwbouwwoningen en gelden voor de warmtepomp buitenunits uit de Power Inverter-serie PUHZ-SW50 VKA, PUHZ-SW75 YAA en PUHZ-SW100 YAA en voor de warmtepomp buitenunits uit de Zubadan inverter-serie PUHZ-SHW80 YAA en PUHZ-SHW112 YAA.
De betreffende warmtepomp buitenunits bestrijken een breed vermogensbereik en worden ingezet voor warmtepompoplossingen voor ruimteverwarming en gecombineerde ruimteverwarming en warmtapwaterbereiding.
De cijfers en berekeningen die ten grondslag liggen aan de gelijkwaardigheids-verklaringen zijn inmiddels verwerkt in de EPC-berekeningssoftware van Uniec 2. Ook voor andere softwareleveranciers zijn de cijfers bruikbaar en worden daartoe door Alklima aangeboden.
Claudia Reiner klinkt heel stellig aan de telefoon. De vicevoorzitter van Uneto-VNI was nauw betrokken bij de onderhandelingen over het klimaatakkoord. Zo lovend als ze praat over warmtepompen, zo sceptisch klinkt ze als het gaat over bioketels. “Bioketels zijn geen duurzame oplossing voor de lange termijn,” vindt Reiner. Maar is haar opmerking wel terecht?
Woningeigenaren kunnen nog steeds een beroep doen op subsidiepotjes voor duurzame energie als ze een pelletketel of -kachel willen aanschaffen. Maar waar in de jaren ’70 houtstook nog volop gepresenteerd werd als een duurzame verwarmingsoplossing, lijkt het klimaat langzaam maar zeker om te slaan. De uitspraak van Reiner staat dus niet op zichzelf. Zowel de Stichting Houtrook als GGD Amsterdam zijn bijzonder stellig in hun mening. Jos Merks, woordvoerder Stichting Houtrook: “Er bestaat niet zoiets als schone verbranding”. En, “geen enkele manier van hout stoken sluit overlast volledig uit. Er zal altijd rook ontstaan die hinder kan opleveren”, zegt de GGD Amsterdam.
Behalve de overlast van houtstook, ziet een aantal deskundigen nog andere obstakels: houtpellets worden dikwijls elders betrokken, bijvoorbeeld uit de VS, wat weer energie kost. Het voortdurend aanplanten van dezelfde boomsoorten voor de verwerking tot onder andere houtpellets zou leiden tot monotone bossen en minder biodiversiteit. En alleen resthout verstoken, wat wellicht verstandiger is, zou niet werken omdat het aanbod dan achterblijft bij de vraag.
Zowel Paul Bijvoet, eigenaar van Bijvoet Energie en lid van de branchevereniging biomassaketel leveranciers (NBKL) als Theo de Groot van bioketelleverancier Atechpro zijn het op vele punten oneens met Merks, de GGD en de visie van Uneto-VNI op bioketels. Bijvoet: “De stelling dat verbranding niet schoon is, is pertinent onjuist. Probos (bosbeheer Nederland) spreekt dit ook tegen. Wat mij bevreemdt, is dat Uneto-VNI een kans voor de installateur afbrandt, zonder zich te baseren op feiten. De overheid, RVO en NVDE zien juist een grote rol weggelegd voor biomassa in het transitieproces naar een energieneutrale samenleving.”
En Theo de Groot zegt: “De rook van een open houtvuur is absoluut niet te vergelijken met de uitstoot van hedendaagse bioketels, Deze hebben een volledig computergestuurd verbrandingsproces, dat zorg draagt voor de reiniging van de rookgassen, zodat deze ver onder de zeer strenge emissiegrenzen blijven die op Europees niveau zijn vastgelegd. Dat kan leiden tot een 3000 maal lagere uitstoot dan een houtkachel of open haard. De bioketels van nu zijn hoogwaardige verbrandingstoestellen met een ongeëvenaard hoog rendement van 97 tot 98% en zelfs condenserend naar een rendement van 105%. Daarnaast worden er nu filters ontwikkeld die zelfs het marginale kleine beetje fijnstof wat dan nog vrijkomt weg weten te filteren.”
Tot slot: ““Een bekend misverstand is dat verbrandingshout geïmporteerd zou moeten worden. Het is heel goed mogelijk om te stoken met afvalhout uit de regio. De gebruikte brandstof is C02-neutraal als er garanties zijn dat de gebruikte brandstof weer opnieuw terug groeit. Bijvoorbeeld met pellets van zuiver resthout uit de timmer- en houtindustrie. Daar worden geen bomen voor gekweekt, laat staan gekapt en dus ook niet uit verre landen gehaald. Maar je zou ook kunnen denken aan de teelt van snelgroeiend ‘energiehout’ op braakliggende grond in de naaste omgeving; daarmee is in Duitsland al goede ervaring opgedaan. De as die vrijkomt bij het verwarmen kan weer terug in de natuur worden gebracht. Hiermee ontstaat een circulaire hernieuwbare energievoorziening die nooit opraakt.”
Nederlanders houden van water. Onder de douche en bij het drinken van een glas koud water genieten we er het meest van. Onderzoek door marktonderzoekbureau Kien, in opdracht van GROHE, specialist op het gebied van wateroplossingen en -innovaties naar de waarde van water toont deze en meer opmerkelijke feiten en weetjes. Zo blijkt dat onze liefde voor water zo groot is dat we liever een week geen TV kijken of social media gebruiken dan een week niet douchen (76%). Ook laten we eerder onze kop koffie of thee staan dan dat we geen water drinken (65%). Een week zonder seks verkiezen we boven één dag geen water kunnen drinken (59%), hoewel dit laatste opvallend genoeg alleen geldt voor vrouwen. Kijkend naar de waarde van water is het alleen de liefde die de waarde van water overstijgt.
GROHE gaf opdracht het onafhankelijke en representatieve onderzoek onder ruim 1000 respondenten uit te voeren in het kader van hun nieuwe campagne ‘Wat betekent water voor jou?’. Hiermee willen ze iedereen inspireren en motiveren zich bewust te worden van de waarde van water. Via een campagnevideo, het platform watervoorjou.nl, een abricampagne en een social mediacampagne roept GROHE het publiek op te delen wat voor hen de waarde van water is. Olympisch zeilkampioene Marit Bouwmeester, ambassadrice van de campagne en surfkampioen Kaspar Hamminga roepen daarnaast op hun sociale kanalen volgers op hun waarde van water te delen. Marit heeft ook op de Volvo Ocean Race bezoekers bevraagd naar wat voor hen de waarde van water is.
‘De beste dorstlesser’ (87%) en ‘reinigend’ (71%) zijn de meest genoemde positieve associaties bij water. In geval van dorst is er dan ook niets lekkerder dan een koud glas water, aldus de ondervraagden (80%). ‘Ontspanning’ wordt eveneens positief geassocieerd met water (41%). Minder positieve associaties zijn de verwoestende werking, bijvoorbeeld bij overstromingen en tsunami’s (70%) en de stijgende zeespiegel (42%). Daarnaast hebben de respondenten ook niets op met de geur van natte hond; jongeren onder de dertig zijn daar zelfs aanmerkelijk gevoeliger voor (45% vs. 33%) dan de oudere ondervraagden.
Voor tweederde van de Nederlanders staat thuis onder de douche of in bad bovenaan in de top drie van genietmomenten met water. Het drinken van een glas koud water (57%) en aan het water zitten (43%) volgen op de tweede en derde plek. Een opwindend aspect van douche of bad is als je er sámen van geniet; dat laat de harten sneller kloppen bij 42% van de respondenten. Datzelfde effect heeft een ruige zee tijdens een strandwandeling bij windkracht tien op 37% van de ondervraagden. Interessant gegeven: voor mensen met jonge kinderen is spelen van kinderen in en om het water het belangrijkste genietmoment met water (70%).
Acht op de tien Nederlanders zien water als hun eerste levensbehoefte, al geldt dit opvallend genoeg voor jongeren onder de 30 in mindere mate (75% vs. 85%). Gevraagd naar voorkeuren in vergelijking met water zijn er opmerkelijke uitkomsten. De grote meerderheid (66%) verkiest een vakantie aan zee boven een stedentrip. Nederlanders geven de voorkeur aan zwemmen (83%) boven schaatsen, maar zouden ze voor de keuze staan nooit meer te kunnen sporten of spelen in of op het water, versus het gemak van schoon water uit de kraan, dan kiest twee derde (66%) voor het laatste.
De waarde van water komt het beste tot uiting in het belang van schoon (drink)water. Dat besef is het grootst wanneer men in het buitenland het water uit de kraan niet kan drinken (61%) en als er thuis tijdelijk even geen water uit de kraan komt (49%). 63% vindt dat iedereen toegang zou moeten hebben tot schoon drinkwater. Alleen liefde is volgens de respondenten meer waard dan water (45% vindt dat meer waard dan water), blijkt verrassend uit het onderzoek. Rijkdom, een leuke baan, lekker eten, een vakantie of benzine, geen van allen is volgens de Nederlander meer waard dan water.
Aangezien innovaties ons kunnen helpen bewuster om te gaan met water, is tijdens het onderzoek ook gevraagd naar innovatiebehoefte van ondervraagden. Waterbesparing is de belangrijkste reden om gebruik te maken van (digitale) innovaties (56%). Andere redenen om innovaties te omarmen zijn kostenbesparing (50%) en de eigen gezondheid (45%). Opvallend is het verschil tussen mensen onder de 40 en 60-plussers, de laatste groep vindt kostenbesparing minder relevant (55% vs. 40%).
Acht op de tien respondenten geeft aan (waarschijnlijk) gebruik te maken van een tool die alarmeert wanneer een leiding lekt. Dat geldt ook voor een tool die stimuleert om meer water te drinken (62%) en een digitale hulp waarmee je snel en makkelijk inzicht in je watergebruik krijgt via smartphone of tablet (55%). Vrouwen lijken wat bewuster met waterbesparing om te gaan; iets meer dan de helft (51%) zal wellicht een tool gebruiken die waarschuwt bij (te) lang douchen, tegenover 40% van de mannen.
Uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis dat de Telegraaf vandaag citeert, zou blijken dat de installateur tekortschiet bij het verstrekken van energieadviezen. Zonder de legitimiteit van het onderzoek in twijfel te trekken, herkent Uneto-VNI zich niet in het beeld dat wordt geschetst. Sterker nog: de installateur ontwikkelt zich steeds meer tot energieregisseur. Lees onderstaand de reactie van de installateurskoepel.
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de cv-installateur die over de vloer komt voor een adviesgesprek en de cv-monteur die langskomt voor onderhoud of reparatie. Ook in het laatstgenoemde geval zou een cv-monteur de consument als het even kan moeten wijzen op duurzame alternatieven, maar voor een uitgebreid energieadvies is dan niet altijd voldoende tijd. Ter vergelijking: iemand die een stoel komt repareren, geeft niet ongevraagd een compleet design-advies.
Het onderzoek van Vereniging Eigen Huis richt zich op de cv-monteur die onderhoud verricht, niet op de cv-installateur die een gedegen energieadvies verstrekt. Daardoor trekt Vereniging Eigen Huis verkeerde conclusies. Wij zien dat installateurs gevraagd en ongevraagd energieadvies verstrekken en zich bekwamen in nieuwe, duurzame energietechnieken, zoals warmtepompen en zonnepanelen. De installateur ontwikkelt zich steeds meer tot energieregisseur.
Uneto-VNI moedigt woningbezitters aan om met hun installateur een afspraak te maken voor een energieadviesgesprek. De belangvereniging is blij dat uit het onderzoek van Vereniging Eigen Huis blijkt dat consumenten die advies hebben ontvangen van installateurs hier tevreden over zijn. Dat laat zien dat installateurs veel kennis en kunde in huis hebben en hun rol als energieregisseur wel degelijk pakken.
Een energieadvies leidt lang niet altijd tot een investering in duurzame maatregelen. Veel consumenten zijn wel geïnteresseerd, maar vinden duurzame alternatieven (nog) te prijzig. Uit onderzoek van bureau Team Vier blijkt dat in zulke gevallen de financiering en de kosten de belangrijkste motieven zijn om niet te investeren in verduurzaming.
Om die reden is het volgens Uneto-VNI dan ook van groot belang dat er een stevig Klimaatakkoord komt. De vereniging pleit ervoor om de financiële knelpunten voor huizenbezitters bij verduurzaming weg te nemen, bijvoorbeeld door de introductie van gebouw-gebonden financiering. De woningeigenaar betaalt dan op basis van een servicecontract een vast bedrag per maand voor de installaties die voor warmte en stroom zorgen. Bij verkoop van de woning neemt de koper het servicecontract over. Zo wordt een energiezuinig huis haalbaar voor álle Nederlanders.
De leden van Uneto-VNI staan nu al klaar om klanten energieadvies te verstrekken. Maar dan moet de business-case wél kloppen. Onze oproep aan de overheid is dan ook om er via het Klimaatakkoord voor te zorgen dat duurzame energieopties voor woningbezitters financieel gezien minimaal zo aantrekkelijk worden dan de traditionele verwarming via aardgas. Dan kunnen we de energietransitie pas écht vaart gaan geven.
Ook is het belangrijk dat gemeenten en netbeheerders zo snel mogelijk duidelijkheid geven over de toekomstige warmtevoorziening in de wijken. Op het moment dat duidelijk is of een wijk collectief wordt verduurzaamd via bijvoorbeeld een warmtenet of dat sprake zal zijn van individuele verduurzamingsoplossingen, zoals een (hybride) warmtepomp en zonnepanelen, weet de consument waar hij aan toe is. Op dat moment is de installateur nog beter in staat om zijn bijdrage te leveren aan een versnelde energietransitie.
Uit het onderzoek komt naar voren dat consumenten twijfels hebben over de toepassing van warmtepompen. Uneto-VNI verwacht dat de prijzen van warmtepompen de komende jaren snel zullen dalen als gevolg van een toename van de vraag. Dezelfde ontwikkeling heeft de afgelopen jaren bij zonnepanelen plaatsgevonden. De huidige generatie warmtepompen is al zeer geruisloos en is geschikt voor een belangrijk deel van de bestaande woningvoorraad. De industrie innoveert volop om de systemen nog stiller en beter inpasbaar te maken en het rendement verder te verbeteren.
Maar liefst 97,5% van de installateurs adviseert zijn klanten niet over duurzame alternatieven voor de cv-ketel. Dat is een gemiste kans, vindt Vereniging Eigen Huis. Zodra een oudere cv-ketel moet worden gerepareerd of vervangen, is in veel woningen een wereld aan energie te winnen. Vereniging Eigen Huis wil dat de kwaliteit van voorlichting en advisering door installatiebedrijven en cv-monteurs snel op orde komt.
Huiseigenaren worden van alle kanten aangespoord om hun woning te verduurzamen. Vereniging Eigen Huis wil dat cv-installateurs hun verantwoordelijkheid nemen en klanten bij het (twee)jaarlijks onderhoud of bij de vervanging van een cv-ketel adviseren over duurzame alternatieven. Dit wordt nog belangrijker zodra bekend wordt wanneer een wijk van het aardgas af gaat. Van de ruim 4,5 miljoen eigen woningen stookt nu nog 86% op gas.
Vereniging Eigen Huis deed onderzoek naar de energiebesparingsadviezen die cv-monteurs en installatiebedrijven hun klanten geven. Ruim driekwart van de 1.414 ondervraagde eigenwoningbezitters heeft vorig jaar een cv-installateur over de vloer gehad, maar in slechts 1 op de 10 keer begon de deskundige over duurzame alternatieven voor de oude cv-ketel. En als werd gesproken over energiebesparing en verduurzaming, dan was dit op initiatief van de huiseigenaar. In slechts 2,5% van de gevallen begon de cv-monteur zelf over duurzame alternatieven voor de traditionele cv-ketel.
Ruim 70% van de huiseigenaren verwacht dat de installateur adviseert over de mogelijkheden, kosten en subsidies van duurzame alternatieven voor de cv-ketel. Hoewel consumenten weten dat installateurs daar een commercieel belang bij hebben, is er veel vertrouwen in de kwaliteit van het advies. Maar liefst 80% van de huiseigenaren die wél hierover met zijn installateur heeft gesproken is daar tevreden over.
Twee derde van de Nederlanders zegt de komende drie jaar nog niet te zullen kiezen voor een alternatief voor de cv-ketel zoals een (hybride) warmtepomp. Als de huidige ketel moet worden vervangen, kiest de helft voor een zuinigere ketel. Doorslaggevend voor die keuze is de hoge prijs van een warmtepomp. Daarnaast zijn er twijfels over de gecompliceerde techniek, mogelijke lawaaioverlast en noodzakelijke aanpassingen in huis zoals meer en betere isolatie, andere radiatoren en zonnepanelen. Uit het onderzoek van de vereniging blijkt dat slechts 20% begrip heeft voor een verplicht duurzaam alternatief als hun cv-installatie in de toekomst moet worden vervangen.
BAM Bouw en Techniek start medio 2018 met de transformatie van stadskantoor 1 in opdracht van de gemeente Tilburg. Het ontwerp van Dedrie architecten voorziet in een toegankelijk, transparant en duurzaam stadskantoor dat het nieuwe werken faciliteert. In de plint van het gebouw komen de stadswinkel en commerciële ruimtes. Het monumentale karakter van het uit 1972 stammende gebouw – een ontwerp van Kraaijvanger Architects – blijft behouden. De verbouwing neemt dertien maanden in beslag. De aanneemsom bedraagt € 39 miljoen.
De sloop en ontmanteling van het 18.000 m2 tellende stadskantoor is na de zomer afgerond. Op dat moment start BAM met de transformatie van het in het hart van het winkelcentrum gelegen stadskantoor.
Tilburg investeert met verschillende maatregelen in een uiterst duurzaam kantoor met een BREEAM Excellent certificaat. Dit is onder meer mogelijk door vernieuwing en thermische isolatie van de gevels, daken en vloeren. Het kantoor wordt vraaggestuurd verwarmd en gekoeld met warmte-, koudeopslag in combinatie met warmtepompen en zonnepanelen.
Vanwege de ligging in het drukke centrum heeft BAM in haar plan van aanpak veel aandacht gegeven aan veiligheid en bouwlogistiek, zodat de overlast voor de omgeving tot een minimum blijft beperkt.
Woningcorporaties beschikken over te weinig geld om woningen van het aardgas af te krijgen. Volgens koepelorganisatie Aedes is er 108 miljard euro nodig om tot 2050 alle woningen CO2-neutraal te maken. “Dat is binnen de financiële mogelijkheden van de sector echter niet haalbaar”, zegt Aedes maandag tegen Het Financieele Dagblad (FD).
Volgens Aedes moet de belastingdruk omlaag. Op die wijze zou er geld vrijkomen om woningen beter te isoleren en van alternatieve energiebronnen te voorzien. De corporatiekoepel reageert hiermee op een uitspraak die Diederik Samsom afgelopen week heeft gedaan tijdens onderhandelingen over het klimaatakkoord. De voormalige politicus leidt de Sectortafel Gebouwde Omgeving, en zei dat woningbouwverenigingen het voortouw in de energietransitie moeten nemen “als we graag meters willen maken”.
Aedes-voorzitter Marnix Norder vindt dat Samson voor de muziek uitloopt, want “de besprekingen hierover zijn nog niet afgerond”.
Het transporteren en behandelen van ventilatielucht vertegenwoordigt een belangrijke energiekostenpost bij exploitatie van uw gebouw. Het is daarom cruciaal dat zo weinig mogelijk ventilatielucht verloren gaat onderweg naar- of van de geventileerde ruimtes. Om dit voor u mogelijk te maken, introduceert Euro Manchetten haar nieuwe manchettenserie: LBH-C. Deze manchet zorgt voor financiële besparing én duurzaamheid van uw ventilatiesysteem.
Verschillende aspecten hebben invloed op de energie-efficiëntie van uw ventilatiesysteem. De voornaamste zijn: drukverlies, warmteterugwinning, de capaciteit van de ventilator en het lekken van lucht. Met name dit laatste aspect, lekken, heeft een negatieve invloed op de energie-efficiëntie van uw ventilatiesysteem. Een lek van 6 procent resulteert in een stijging van 20 procent in energieverbruik. Een goede luchtdichtheid van het ventilatiesysteem kan namelijk tot meer dan 30 procent besparing opleveren van uw ventilatie-energie.
Niet alleen heeft lekken van lucht gevolgen op het energieverbruik van uw ventilatiesysteem. Het kan tevens leiden tot andere, verschillende negatieve ontwikkelingen. Zo kan er een slechtere akoestiek ontstaan door een fluitend geluid van ontsnappende lucht. Ook zorgt lekken voor een andere dimensionering van uw installaties. Deze moeten door het lekken namelijk krachtiger en groter worden. Daarnaast zorgt lekken voor storingen in de normale werking van uw ventilatiesysteem. Hierdoor wordt het nauwkeurig afstellen van uw systeem onmogelijk, waardoor er schommelingen kunnen optreden in het luchtvolume.
Tot slot zorgt lekken van lucht voor een verminderde hygiëne en gezondheid. Het indringen van de afvoerlucht, niet behandelde of ongefilterde lucht wordt terug in het gebouw verdeeld. Hierdoor neemt de luchtkwaliteit af. De oncontroleerbare luchttemperatuur kan verder leiden tot de groei van schimmels en bacteriën in ventilatiekanalen.
Met de nieuwe luchtdrukmanchettenserie van Euro Manchetten, de LBH-C, wordt een maximale luchtdichtheid van uw ventilatiesysteem bereikt. Ons product voldoet aan klasse C. Dit betekent in de praktijk dat er bij een testdruk van 1000 Pa slechts maximaal 0,27 liter per seconde per m2 aan ventilatielucht lekt.
Hiermee willen wij een structurele bijdrage leveren aan het terugdringen van lekverliezen. Energieverbruik, comfort en efficiency in uw ventilatiesystemen kan aanzienlijk verbeterd worden met behulp van de LBH-C. Bijzonder aan de manchet is dat het past op het luchtkanalenprofiel 30mm, dat in de installatietechniek gebruikt wordt. Hierdoor sluit de flensmaat goed aan, wat belangrijk is om de norm te kunnen halen. De bevestigingsflens is in aluminium uitgevoerd. Door een ingenieus klemsysteem wordt het flexibele materiaal met behulp van een rubber afdichtingsstrip in het aluminium flensprofiel vastgeklemd.
Het flexibele materiaal van de LBH-C is een polyesterweefsel met een PVC coating, dat brandwerend is. Doordat er een speciaal rubber klemprofiel gebuikt wordt, kan de manchet ook uitgevoerd worden met andere flexibele materialen. Standaard is er keuze uit verschillende brandwerende materialen. Ook is er keuze uit materialen die voldoen aan de FDA en EC richtlijnen voor voedselveiligheid, fungiciden vrij, en met antibacteriële additieven.
In 2016 startte Het Graafschap College in Ulft met een nieuwe opleiding waarin installatietechniek en bouwkunde werden samengevoegd. Tijdens de leergang ‘Smart Building’ verdiepen de ROC-studenten zich onder andere in allerlei ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, zoals Nul op de Meter-concepten, energiebesparende systemen en innovatieve meet- en regeltechniek.
Het Graafschap College is naar eigen zeggen de enige ROC die een dergelijke opleiding aanbiedt in Nederland. Op 30 januari organiseert de school in samenwerking met ‘ONE – Oost Nederland Energie(k)’ een symposium getiteld ‘Het Nieuwe Bouwen, de nieuwe opleiding Smart Building’.
Sprekers zijn onder andere de bekende bouw- en installatiebranchedeskundige Jan Willem van de Groep en Rudy Grevers van klimatiseringsspecialist Alklima. Tijdens het symposium bestaat de gelegenheid om nader kennis te maken met het NOM-concept van Factory Zero, het bedrijf van Van de Groep.
Tevens kunnen installateurs in contact treden met leerlingen die op zoek zijn naar stageplekken. Het symposium begint om 13.45 uur en vindt plaats in het Innovatiecentrum Icer te Ulft. Interesse? Meld u dan nu aan via: https://tinyurl.com/ybcu85x5
Vanaf nu kunnen installatie- en bouwbedrijven en aanbieders van duurzame energieopwekking, zoals zonnepanelen en warmtepompen, gebruik maken van de toolbox ‘Slim energie besparen’. Deze bevat communicatiemiddelen die hen helpen om aan te haken bij de uitrol van de slimme meter. De toolbox is ontwikkeld door de Werkgroep ‘lokale marktplaats’ van het Convenant Energiebesparing gebouwde omgeving.
Alle Nederlanders krijgen uiterlijk in 2020 een slimme meter aangeboden. Dit is een mooie aanleiding voor bedrijven om hen extra aanbod te doen voor energiebesparing. De slimme meter biedt, in combinatie met een energieverbruiksmanager, woningeigenaren inzicht in hun verbruik. Ze hebben daardoor meer interesse in energiebesparing door isolatie of door duurzame opwekking van stroom of warmte.
De toolbox bevat onder andere informatie over de slimme meter en energieverbruiksmanagers, filmpjes, beeldmateriaal en voorbeeldbrieven voor klanten. Er zijn ook verwijzingen naar onder andere www.energiebesparendoejenu.nl en www.energieverbruiksmanagers.nl.
De toolbox ‘ Slim energie besparen’ wordt de komende maanden steeds verder aangevuld. Zo komt er onder andere een gebruiksvriendelijke ICT-tool, die de plannings- en plaatsingsdata van de uitrol van de slimme meter ontsluit. Voor regio’s, gemeenten en energieloketten komt er binnenkort een Menukaart, een specifieke set communicatiemiddelen waarmee zij bewoners kunnen aanmoedigen om extra maatregelen te nemen om energie te besparen, juist op het moment dat ze een slimme meter krijgen.
De werkgroep ‘lokale marktplaats’ bestaat uit vertegenwoordigers van de Nvde (voorzitter), Uneto-VNI (vice-voorzitter), Energie-Nederland, Netbeheer Nederland, ministerie EZK, ministerie BZK en RVO. VNG en Bouwend Nederland ondersteunen het convenant en dragen bij aan de werkgroep ‘lokale marktplaats’.
Vanwege de inmiddels flinke ervaring met circulair bouwen technisch dienstverlener en bouwkundig aannemer VolkerWessels gevraagd bij te dragen aan de operationele definiëring van het begrip circulariteit van het Madaster materialenpaspoort. Een materialenpaspoort van een bouwwerk maakt inzichtelijk welke materialen bij de bouw zijn gebruikt en hoe ze zijn verwerkt. Dat maakt het hergebruiken en terugwinnen van materialen bij de sloop of demontage veel eenvoudiger en geeft bouwwerken meer waarde.
Nationale standaard
De methodiek van de onafhankelijke Madaster Foundation om zo’n paspoort op te stellen wordt tot nationale standaard ontwikkeld. Bouwconcern VolkerWessels is hierbij al vanaf de start één van de ‘founding fathers’ betrokken, maar werkt nu ook inhoudelijk mee om het begrip circulariteit te operationaliseren.
Ervaring
“Met onder andere Fokker Logistics Park, het Alliander kantoor in Duiven en ons MorgenWonen-concept hebben we al veel ervaring opgedaan met circulair bouwen,” aldus Lars van der Meulen, manager corporate social responsibility van VolkerWessels. “Die ervaring zetten we nu in om de circulaire methodiek van het Madaster materialenpaspoorten mede vorm te geven. Er zijn verschillende manieren om daar naar te kijken. Neem je bijvoorbeeld de energie die nodig is om de materialen te winnen, mee in de berekeningen? En zo zijn er nog wel meer afwegingen te maken.”
Gereed
De methodiek achter het Madaster materialenpaspoort is per 29 september 2017 gereed en via een online platform beschikbaar voor de Nederlandse markt.
De gemeente Den Haag richt een duurzaamheidsfonds op voor eigenaren die hun koopappartement willen verduurzamen. De gemeente steekt zes miljoen euro in het fonds voor kleine Verenigingen van Eigenaren (VvE). Vanuit Brussel komt daar nog eens twee miljoen euro bij. Eigenaren van appartementen of portiekwoningen onder één kap kunnen dan tegen een voordelige rente tot 15.000 euro lenen. Dat maakte wethouder Joris Wijsmuller bekend op de ‘duurzaamheidsmarkt’ in de Hofstad. Het biedt kansen voor de installateur, want de vraag naar nieuwe installaties zal alleen maar toenemen.
Momenteel is het voor de 20.000 kleine VvE’s in Den Haag nog erg moeilijk om groot onderhoud te financieren. De Hofstad heeft de ambitie om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Volgens Wijsmuller is het fonds een stap in de goede richting om de bestaande huizenvoorraad te verduurzamen, aldus het AD.
Directeur Theo de Boer van Installatieadviesbureau Valstar Simonis denkt dat nieuwe manieren van samenwerking, sociale innovatie en andere aanbestedingsmethoden van groot belang zijn voor de installatiesector. “De drijfveer van een groeiend aantal van onze opdrachtgevers die ziekenhuizen, kantoren, wooncomplexen of overheidsgebouwen realiseren verschuift geleidelijk van duurzaamheid naar gezondheid. Om de gewenste resultaten te kunnen blijven boeken organiseren wij de samenwerking binnen projecten soms anders, met vernieuwende processen waarmee we de focus kunnen leggen op de gezondheid van de eindgebruikers van gebouwen.”
De ontwikkeling van het concept ‘Wonen is Meervoud’ is daarvan volgens de directeur een goed voorbeeld. Bij dit project realiseert Valstar Simonis in samenwerking met DID Vastgoedontwikkeling en Atelier Dutch woonvormen voor senioren waarin zij gezond ouder kunnen worden.
In het nieuwe huismagazine Valstar Visie laat het adviesbureau zien welke oplossingen voor de nieuwe uitdagingen worden bedacht. Van ziekenhuizen in Curaçao en Suriname tot provinciehuizen en (rijks)monumenten in Nederland. Van Paleis het Loo in Apeldoorn tot aardbevingsbestendige projecten in Groningen. Van een groots congreshotel in Amsterdam tot het meest duurzame onderwijsgebouw in Eindhoven. Het bureau werkt ook mee aan de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer in Den Haag.
Freek Wiesenhaan, algemeen directeur van Hansgrohe Nederland, heeft onlangs een samenwerkingsovereenkomst met Stroomversnelling getekend. Stroomversnelling is een netwerk van bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en anderen die samen aan de slag gaan om Nul op de Meter renovaties en nieuwbouw mogelijk te maken.
Het doel van Hansgrohe is om met haar kranen en doucheproducten nieuwe inbreng te bieden op het gebied van water- en energiebesparing. Tijdens de maandelijkse Samenwerkingsdag tekenden ook andere nieuwe leden van Stroomversnelling: TKI Urban Energy, Renolution en Start-up Eante.
[related_post themes=”text”]
Schneider Electric heeft de ‘Sustainable Development’-award ontvangen voor hun oplossing StruxureWare Demand Side Operation. Met deze SaaS-dienst kunnen organisaties het gebruik van duurzame energie op een smart grid optimaliseren. De leverancier van energiemanagementoplossingen kreeg de prijs in handen tijdens de European Utility Industry Awards in Wenen.
StruxureWare Demand Side Operation helpt consumenten die zelf (een deel van) hun energie opwekken – ook wel prosumenten genoemd – met het optimaliseren van het energieverbruik. Zowel wat kosten als wat duurzaamheid betreft. De tool biedt onder meer inzage in de manier waarop prosumenten de eigen duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen zo effectief mogelijk kunnen benutten. De oplossing gebruikt daarvoor een 72-uurs voorspellingssysteem dat rekening houdt met factoren als het weer en de totale vraag naar energie op het net. Op die manier draagt de oplossing bij aan een verminderd verbruik van fossiele brandstoffen en reduceert het de CO2-uitstoot.
De onderscheiding van StruxureWare Demand Side Operation is niet de enige opsteker op het gebied van duurzaamheid voor Schneider Electric. Het bedrijf maakte onlangs zijn resultaten bekend van het derde kwartaal van 2015. Daaruit bleek dat Schneider Electric voor ligt op schema wat betreft hun duurzaamheidsdoelstellingen.
Schneider Electric gebruikt hiervoor de ‘Planet & Society Barometer’. Deze bestaat uit zestien indicatoren, verdeeld in de categorieën ‘Planet’, ‘Profit’ en ‘People’. Hiervan maakt het bedrijf ieder kwartaal de balans op. De barometer staat momenteel op een score van 5.06/10, boven de vooraf gestelde doelstelling van 4.5/10.
Opvallende resultaten uit de barometer zijn onder andere een ruime 7% reductie van CO2-uitstoot op transport en een besparing van 28.937 ton CO2-uitstoot op onderhoud-, retrofit- en end-of-life-diensten. 62.1% van de totale omzet is bovendien afkomstig van producten met een Green Eco-label.
54 van de 100 industriële sites hebben hun doelstellingen rondom de ’toward zero waste to landfill’ gehaald. Supply chain- of productiefaciliteiten moeten volgens die nieuwe doelstelling 99% van hun metaalafval en 97% van hun niet-metaalafval recyclen.
Ook op maatschappelijk gebied doet Schneider Electric goede zaken. Maar liefst 94.948 kansarme werknemers hebben trainingen in energiemanagement kunnen volgen. Onder andere in Myanmar en Peru zijn nieuwe trainingscentra geopend. Daarnaast is de veiligheid van het personeel verbeterd. Het aantal medische incidenten nam met 23 procent af ten opzichte van het laatste kwartaal van 2014.
Het kantoor van Unica in Amsterdam is gecertificeerd met een Breeam-NL In-Use certificaat voor alle drie de onderdelen. Voor het gebouw en het beheer werd een score van drie sterren behaald, het gebruik kreeg twee sterren. Op 29 oktober jl. reikte Martin Mooij van de Dutch Green Building Council (DGBC) het certificaat uit aan Robert Haasbroek, vestigingsdirecteur van Unica in Amsterdam. Bij Unica Amsterdam, gevestigd aan de Gyroscoopweg 90-92 (industrieterrein Westpoort), zijn160 medewerkers werkzaam. Het pand, dat dateert uit 2003, is in 2011 in gebruik genomen door Unica. Een duurzame renovatie van het pand resulteerde onder meer in een verlaging van het energielabel G naar A.
Breeam-NL In-Use is hét Nederlandse duurzaamheidskeurmerk voor de gebouwde omgeving en wordt beheerd door DGBC. De scores op het gebied van duurzaamheid worden met dit keurmerk inzichtelijk en het levert een bijdrage aan de verlaging van de operationele kosten van gebouwen en indirect een bijdrage aan de gezondheid en arbeidsproductiviteit van de medewerkers. “We zijn zeer blij dat Unica als duurzame koploper haar eigen pand in Amsterdam ook heeft getoetst met Breeam-NL In-Use. Unica kan trots zijn op de behaalde scores”, aldus Martin Mooij van DGBC.
Het kantoor met een oppervlakte van 2.800 m2 is een schoolvoorbeeld van duurzame renovatie. Het is door Unica na een grondige renovatie in 2011 in gebruik genomen en stamt uit 2003. Door een combinatie van bouwtechnische en installatietechnische ingrepen die in eigen beheer werden ontworpen en gerealiseerd, werd het pand energiezuinig gemaakt en een gezonde, flexibele en prettige werkomgeving gecreëerd. Het energielabel werd van G naar A gebracht.
Vanuit het kantoor zijn 160 medewerkers actief op het gebied van Projecten, Technisch Beheer, Security en Networks & Services. Robert Haasbroek, vestigingsdirecteur van Unica Amsterdam: “De duurzame renovatie die wij grotendeels in eigen beheer hebben uitgevoerd, heeft aantoonbaar resultaat gehad in de verhoging van comfort en energiezuinigheid. Het toont aan dat wij niet alleen voor onze klanten een aanjager zijn in verduurzaming van de gebouwde omgeving maar ook inzake ons eigen gebouw.”
Unica, in 2014 als eerste Nederlands bedrijf gecertificeerd voor ontwerp, realisatie en beheer van bodemenergiesystemen heeft ook in dit pand een warmte/koude-opslag systeem (WKO) gerealiseerd. Bovendien is het uitgerust met het SMART-systeem die koeling, verwarming, ventilatie en elektra via geprefabriceerde units regelt. Verder is het beveiligingssysteem zelf gerealiseerd. Alle duurzame technieken van Unica worden online gemonitord, zoals het waterverbruik en het energiegebruik. Het GreenScreen in de ontvangsthal laat de duurzame prestaties aan de bezoekers en gebruikers zien.
De vestiging in Amsterdam is, na de beoordeling met het drie sterren Breeam-NL In Use van het hoofdkantoor van Unica in Hoevelaken, de tweede vestiging van Unica die is beoordeeld op basis van Breeam-NL In-Use. Unica toont hiermee aan dat het haar strategie op het verduurzamen van bestaand vastgoed voortzet en biedt de ervaringen op dit terrein bovendien aan aan haar klanten.
Professionals hebben vaak een heel ander idee waarom consumenten al dan niet energiebesparende maatregelen nemen of een zeer energiezuinige nieuwe woning kopen. In veel gevallen zijn consumenten nauwelijks bekend met de mogelijkheden. Bovendien hebben ze veelvuldig behoefte aan heel andere informatie dan professionals denken. Dat blijkt uit een enquête-onderzoek van BPD over consumenten en energiebesparing.
Op de vraag waarom zij wel of geen energiebesparende maatregelen nemen, geven consumenten aan dat een lagere energierekening een belangrijke rol speelt; geld is dus de drijfveer. Verder zijn extra wooncomfort en zorg voor klimaat en milieu, vaker dan professionals denken, doorslaggevende argumenten. Maar misschien nog belangrijker dan dat zijn het vooral ook positieve verhalen van anderen die consumenten kunnen overhalen om te investeren, iets wat professionals vaak nauwelijks op het netvlies hebben. Zij vinden bijvoorbeeld subsidie- en financieringsmogelijkheden veel belangrijker. Dat blijkt uit de rondvraag onder 860 professionals van overheid, ingenieurs- en adviesbureaus, ontwikkelaars en bouwers.
Opvallend is dat veel consumenten vaak nog nooit hebben nagedacht over het nemen van energiebesparende maatregelen, laat staan de aankoop van een zeer energiezuinig huis. Het kost ze teveel tijd en moeite om dit allemaal uit te zoeken en op dat moment haken consumenten gemakkelijk af. Dat geldt voor welke besparingen er allemaal mogelijk zijn, hoe ze werken, wat ze kosten en wat ze opleveren. Ook is er te weinig bekend over extra financieringsmogelijkheden van bijvoorbeeld banken. Zo blijft voor veel consumenten onbekend of ze de investeringen ooit terugverdienen.
In de vastgoedsector en de bouw is lange tijd vóór de consument gedacht. De professional weet wat goed is voor de mens, waar behoefte aan bestaat en welke producten en diensten daar het beste bij aansluiten. Zo ook rondom het thema energiebesparing. Uit het nu verrichte onderzoek komt duidelijk naar voren dat in de woningbouwsector nog een wereld te winnen valt rondom energiebesparing door consumenten. Zowel in de bestaande bouw als bij nieuwbouw moeten de wensen en behoeften van mensen zelf veel centraler geplaatst worden. Daarbij moet scherper worden aangesloten op de informatiebehoefte van consumenten en minder worden ingezet op de techniek van besparende maatregelen en zuinige woningen.
Nieuwe initiatieven, zoals het onlangs opgerichte platform ‘Zeer Energiezuinige Nieuwbouw voor de Klant’ (ZEN), kunnen aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek hun acties beter afstemmen op de belevingswereld, om daarmee het gewenste besparingsgedrag te faciliteren.
Dutch Heatpump Solutions (DHS) toont op de Vakbeurs Energie in ‘s-Hertogenbosch dat het ontwerpen en aanbieden van een integraal warmtepompconcept een echt specialisme is. Met nieuwe concepten en gerichte samenwerkingen onderscheidt DHS zich in deze markt. Naast de bekende Hydrotop lanceert DHS op de beurs de HydroCap, maar ook een opvallend, integraal installatie-ontwerp in samenwerking met ontwikkelaar en bouwbedrijf Van Wijnen.
Dutch Heatpump Solutions, onderdeel van de Bergschenhoek Groep, gelooft onvoorwaardelijk in het aanbieden van complete warmtepompconcepten, bij voorkeur in samenwerking met partijen die deze concepten meerwaarde geven. Dit toonde DHS al in diverse woningbouwprojecten, maar dit komt steeds meer tot uiting in de samenwerkingsverbanden die DHS aangaat. Zo toont DHS op de Energiebeurs in ‘s-Hertogenbosch een nieuw concept dat samen met zusterbedrijf Cox Geelen is uitontwikkeld. Het gaat om de HydroCap. Bij dit concept wordt de buitenunit van een Panasonic warmtepomp fraai en onzichtbaar weggewerkt in een metalen schoorsteenkap die op daken van woningen kan worden geplaatst. In de woning, direct onder het schuine dak waarop de HydroCap staat, plaatst men de binnenunit van het warmtepompsysteem. Het installatiewerk is daarmee minimaal en de ontwerper van de woning, maar ook de bewoner, hoeft zich niet druk te maken over een losse buitenunit die in de tuin of op een balkon moet worden geplaatst.
Samen met ontwikkelaar en bouwbedrijf Van Wijnen werkt DHS aan een installatieconcept waarmee zij duurzaamheid niet zomaar rendabel, maar vooral fraai en leuk voor de bewoner maken. Op de Vakbeurs Energie, die van 6 tot en met 8 oktober plaatsvindt in Den Bosch, zullen zij dit met een opvallend, volledig uitgewerkt energieconcept tonen. Bezoekers kunnen niet alleen het verhaal over dit concept aanhoren maar kunnen ook met eigen ogen en handen gaan zien en voelen hoe dit concept op de zolder van hun woning eruit zal zien. Voor de ingang van de Vakbeurs Energie tonen Van Wijnen en DHS dit concept in een aandachttrekker van formaat die voor de bezoeker niet te missen zal zijn.
Op de stand van DHS is tevens het allernieuwste concept van fluisterstille luchtkanalen te zien. Samen met het onderdeel R-Vent Group, ook actief binnen de Bergschenhoek Groep, introduceert DHS deze nieuwe Climate Recovery-kanalen. Het zijn ventilatiekanalen gemaakt van gerecycled glas, zand en soda die de helft lichter zijn dan metalen kanalen en tegelijk voor veel meer geluidsreductie zorgen. Een lucht/water-warmtepomp in combinatie met Climate Recovery-kanalen zal de bewoner nog meer comfort bieden in de vorm van stille en rustige nachten, ook op zolder.
U vindt DHS op de Vakbeurs Energie in ‘s-Hertogenbosch, Hal 5, standnummer A.048 of kijk op www.dutchheatpump.nl.
Installateurskoepel Uneto-VNI is positief over de kabinetsvoorstellen voor de begroting 2016. Na jaren van bezuinigen is er eindelijk weer ruimte voor lastenverlichting. Voorzitter Titia Siertsema: “Burgers krijgen na jaren van achteruitgang iets meer koopkracht. Hopelijk heeft dat, samen met de aantrekkende huizenmarkt, een positief effect op de bestedingen in de installatiebranche.”
De voorzitter van Uneto-VNI verwacht dat dankzij de lastenverlichting meer burgers gaan investeren in verbetering van hun woning. Siertsema: “Veel huizen in ons land zijn nog altijd zo lek als een mandje en gebruiken veel te veel energie. Investeren in energiebesparing en verduurzaming helpt om de energierekening drastisch omlaag te brengen én het milieu te sparen.”
Uneto-VNI betreurt het gebrek aan aandacht voor duurzaamheid en energiebesparing in de kabinetsplannen. “Alleen een verlaging van de energiebelasting voor lokaal opgewekte energie door energiecoöperaties, is écht te mager. Het tempo waarin we de woningvoorraad verduurzamen, moet omhoog. Nu er eindelijk meer begrotingsruimte is, zijn extra stimulerende maatregelen op zijn plaats.”
De plannen van het kabinet bevatten volgens Uneto-VNI goede voorstellen om een betere aansluiting tussen vmbo, mbo en hbo tot stand te brengen. Siertsema: “Het is belangrijk dat het kabinet streeft naar een doelmatig aanbod van opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. We missen echter plannen voor een goede aansluiting van het hoger beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt.” Dit wordt volgens Uneto-VNI de komende jaren steeds belangrijker. In de installatiebranche neemt de vraag naar hogeropgeleiden als gevolg van de innovatieve ontwikkelingen en de toenemende complexiteit van projecten namelijk snel toe.
Siertsema: “We zijn blij met de plannen die het kabinet heeft om professionalisering van docenten te bevorderen. We missen helaas initiatieven om het verwachte tekort aan techniekdocenten aan te pakken. Dat wordt de komende jaren écht een knelpunt voor onze sector.”